Posts tonen met het label kruiden. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kruiden. Alle posts tonen

dinsdag 15 juli 2014

C: Doe-het-zelf: Hydrolaat

Gisteren schreef ik een blogverhaaltje over de workshop destilleren die ik laatst heb gevolgd, waarbij ik leerde om een etherische olie te maken met daarbij een hydrolaat (bloemenwater) als bijproduct. Ontzettend leuk om te doen en het liefst zou ik daar uiteraard van alles over willen vertellen zodat jullie daar zelf mee aan de slag kunnen. Maar het punt is dat je voor het zelf maken van etherische olie een speciale destilleerketel nodig hebt, en dat heeft natuurlijk niet iedereen zomaar in z'n schuurtje staan... Maar niet getreurd, het zelf maken van een hydrolaat kun je wél makkelijk thuis, met redelijk normale keukenspullen ook nog. 

Gezien mijn geïllustreerde dagboekjes, die ik altijd in de zomer maak, is het vandaag zelfs precies twee jaar geleden dat ik m'n laatste hydrolaat maakte. Toen van het snoeiafval van m'n lavendelhaagje. En voor het eerst in m'n 'nieuwe' sappan. Het was dus een dubbel experiment, want ik wist niet zeker of je van alleen lavendelblaadjes een lukkend hydrolaat kon maken, én ik wist ook niet zeker of het überhaupt wel in een sappan kon, want daar had ik nog nooit informatie over gevonden.
Het resultaat (de geur vooral) viel nogal tegen en vond uiteindelijk geen vervolg meer. Wat eigenlijk jammer is want inmiddels weet ik dat het ondanks de tegenvallende resultaten juist een héél geslaagd experiment was.

Want "Ja", je kunt van alleen lavendelgroen een hydrolaat maken. Beter ook bloesem erbij, toch wel, maar óók het bovenste groen bevat de benodigde geurstoffen. Het feit dat het destijds niet lekker rook lag aan het simpele feit dat een lavendel-hydrolaat van nature gewoon niet zo lekker ruikt. Die kennis heb ik pas een paar dagen trouwens, sinds ik dus die workshop lavendel destilleren heb gevolgd en daar aan een 'officieel' lavendel-hydrolaat heb kunnen ruiken.. mwâh (oftewel jèk!) Ongeveer hetzelfde muffe luchtje als ik thuis had gemaakt.

En "Ja", je kunt ook in een sappan een hydrolaat maken. Heel goed zelfs. Dat had ik toen al gemerkt natuurlijk, alleen heb ik 'm daar daarna nooit meer voor gebruikt. Dus mocht je een sappan hebben, en het lijkt je leuk om eens een hydrolaat te maken, dan kun je die daarvoor gebruiken. Al moet je 'm uiteraard daarna goed schoonmaken.

Maar niet iedereen heeft een sappan natuurlijk, dus laat ik vandaag zien hoe je met gewone spullen ook uit de voeten kan. Zoals ik het zelf ook deed vóór ik het uiteindelijk met die sappan ging proberen.
Maar eerst iets meer over hydrolaat zelf.

Wat is een hydrolaat?

Een hydrolaat (of hydrosol in het Engels) kennen we in de volksmond als bloemen- of kruidenwater. Het is een bijproduct wat ontstaat bij het maken van etherische olie uit stoomdestillatie. 
Bij de productie van etherische olie wordt alleen hete stoom door plantmateriaal gevoerd wat vervolgens weer wordt gecondenseerd. In die condens zit dus het zuivere stoomwater, plus vluchtige bestanddelen die door de stoom zijn losgemaakt uit het plantenmateriaal. Dat zijn onder andere wateroplosbare stoffen en een klein gedeelte etherische olie. Uiteraard is voor de productie van etherische olie alleen dat laatste gedeelte interessant, en dat wordt dus ook gescheiden van het gecondenseerde stoomwater. 
Echter, ook in dat stoomwater zitten stoffen van het oorspronkelijke plantmateriaal. Het bevat noemenswaardig veel minder geconcentreerde hoeveelheid aan etherische olie, maar wel veel andere (wateroplosbare) stoffen zoals plantzuren, die vanwege hun zuurgraad erg heilzaam en breed toepasbaar zijn. (Die plantzuren zitten nu juist weer niet in etherische olie.)
Hydrolaten zijn veel zachter in gebruik vergeleken met etherische olie. Voor rechtstreeks gebruik op de huid (in crèmes, deodorants, gezichtstoners, voetenbaden) zijn ze heel geschikt. Maar ook voor schoonmaakmiddelen, luchtverstuivers, textielverfrissers of aromatherapie. En zijn etherische oliën vaak véél te intens om voor baby's, zwangere vrouwen of dieren te gebruiken, een hydrolaat kan dan wel.

Welke planten kun je gebruiken?

Het meest bekende is misschien wel het rozenwater. Dus heb je een geurige roos in de tuin staan dan is dat zeker iets om uit te proberen. Die moet je wel heel vroeg op de dag plukken, dan ruiken ze het sterkst. En meteen verwerken dus. Echt een ochtendklusje. 
Muntsoorten zijn een andere favoriet. Die ruiken zo heerlijk fris dat het eigenlijk niet kan mislukken. Hetzelfde geldt voor citroenmelisse of het sterkere citroenverbena. 
Nepeta (kattenkruid) zullen de poezen misschien wel waarderen, bedenk ik nu.
Lavendel kan ook maar ruikt als hydrolaat helemaal niet zo lekker. Dan kun je de bloesem beter drogen en er andere leuke toepassingen voor verzinnen.

Meer kruidige varianten zijn vooral rozemarijn en tijm. Al heb ik die zelf nog nooit gemaakt. Hetzelfde geldt voor dennen/sparrennaalden (in kleine stukjes gesneden), salie, goudsbloem, vlierbloesem. Phoe, volgens mij kun je het ook van kamperfoelie maken. Voor de zekerheid zou ik het laten afhangen of het ook eetbare bloemen en kruiden zijn. Dus hoe lekker bijvoorbeeld een wisteria (blauwe regen) ook ruikt, die zou ik toch mooi laten hangen. Maar verder.. Oregano? Dragon? Zomeralsem? Basilicum? Ik zou niet inzien waarom niet. Maar of ze allemaal lekker gaan ruiken is een tweede natuurlijk!

En nu aan de slag:

Je hebt nodig:
  • Een grote pan
  • Een wok die op de grote pan past, of een bolle deksel
  • Een stoomzeef (zo'n metalen ding waar je groenten in klaarstoomt)
  • Een vuurvast schaaltje
  • (Of geen van bovenstaande als je een sappan hebt)
  • Plantmateriaal (vers geplukt of gedroogd, afhankelijk van de plant)
  • Filter (koffiefilter bijvoorbeeld)
  • Schoon potje voor opslag
1) Vul een grote (liefst ook hoge) pan met een klein laagje water.

2) Plaats daarboven een stoomzeef. Zorg er wel voor dat het waterniveau in de pan onder de zeef blijft.

3) Leg dan het gewassen plantmateriaal erin en hou daarbij het midden vrij. (Ik gebruik hier munt. Spearmint om precies te zijn. Muntsoorten zijn heel geschikt om hydrolaten van te maken!) Iets van drie handjes vol.

4) Plaats in het vrijgehouden midden een hittebestendig schaaltje (niet te breed anders kan de stoom er niet langs) en zet het vuur aan.

5) Hang nu de wok in de pan, of een omgekeerde deksel die wat bol loopt. (Vanwege de bolle onderkant druppelt straks het condensvocht eerst naar het laagste punt voor het omlaag druppelt, precies het hittebestendige bakje in.)
In dit geval heb ik trouwens de wok een avond van tevoren, gevuld met water, in de vriezer gezet zodat er een klomp ijs in is gevroren. Dit hoeft niet per se. De methode die vaker wordt gebruikt is om het vlak voor gebruik te vullen met koud (ijs)water met ijsklontjes erin. Maar ook dat is eigenlijk op zich niet strikt noodzakelijk. Het gaat erom dat het stijgende stoomwater kan condenseren tegen een kouder oppervlak, en in principe is de wok ook zonder koud water altijd kouder dan het stoomwater. Dus condenseren zal het wel. Maar als het wél koud water of ijs bevat gaat het wellicht sneller? In ieder geval wordt de wok zo niet onhandelbaar heet, en dat is handig want af en toe zul je 'm even op moeten tillen om te spieken.

Als er geen goede sluiting is tussen pan en wok, maar bijvoorbeeld een kiertje, dan kun je dat oplossen door een theedoek  in de lengte op te vouwen en op de rand van de pan te leggen als 'tochtstrip'. Let wel op dat de theedoek veilig ligt en geen vlam kan vatten! Dit probleem heb je soms als je pan niet hoog genoeg is. In mijn geval raakte de wok net het hittebestendige schaaltje, en dan werkt het hele principe natuurlijk niet.

Draai het vuur lager en laat de magie op z'n gemakje gebeuren. Geen reden om dit snel te willen doen, neem de tijd. Door de warmte van de stoom die tegen de onderkant van de wok komt zie je hier trouwens dat het ijs al begint te smelten.

Na een half uurtje op een laag vuur is het ijs zelfs al bijna weg. De keuken is inmiddels vervuld met een heerlijke muntlucht, ontsnapt bij het spieken tussendoor.

En dat is mooi want ook het schaaltje zit inmiddels vol gedruppeld met hydrolaat. Je ziet dat het plantmateriaal (spearmint) behoorlijk is ingezakt. Die heeft z'n werk gedaan en mag bij de compost.

Het is slim om het hydrolaat vervolgens even te zeven. Dat kan heel simpel in een koffiefilter. Kun je ook meteen zien hoeveel er geproduceerd is. 200 ml. Netjes!

Dat gaat in een schoon en gesteriliseerd potje. Kijk eens hoe helder dat vocht is! En de geur is echt heel intens, dringt meteen tintelend door je hele hersenpan heen en diep je longen in!

Dat was het alweer. Ik zei toch dat het makkelijk was!

Hydrolaten bewaar je het best in de koelkast, dan is het zeker een jaar houdbaar. Schrijf voor de duidelijkheid erop wat het is en wanneer het is gemaakt, dan weet je dat over een paar maanden ook nog, als het dan tenminste nog niet op is. Want voor dit weekend komt er een korte tropische periode aan, toch? Kun je je voorstellen hoe verkoelend het moet zijn om dan je bezwete kop in te kunnen sprayen met dit spul in een spuitflesje! Aah, puur genot! Of als verfrissing in het kippenhok, ook lekker!

Tot slot even een foto voor de duidelijkheid, want het lijkt een heel gedoe om op deze manier een beetje munt in water op te lossen. Kun je dan niet makkelijker het plantmateriaal helemaal in het water doen en zo laten trekken? Als een soort thee?
Nou, natuurlijk kan dat. Maar dan krijg je een soort gekleurde vloeistof waar overduidelijk meer in opgelost zit dan de zuivere vluchtige (geur)stoffen. Dat is dan ook geen hydrolaat maar een vloeistof dat door infusie is ontstaan, dus een thee of tisane. Of, als het langer heeft getrokken een afkooksel of decoct. Op zich niets mis mee, maar de toepassing is anders. Tisanes en decocten worden meer voor inwendig gebruik toegepast. Om te drinken dus. Ook lekker toch, Muntthee?

dinsdag 1 juli 2014

C: Eigengemaakte groentebouillon (van restjes)

Oké, dit is niet zozeer een recept als wel een "methode", want over het zelf maken van bouillon zijn natuurlijk al voldoende blogs geschreven. Al moet ik eerlijk toegeven dat ik als verstokte doe-het-zelver, die van koken houdt én een eigen moestuin heeft, opvallend vaak gewoon de kant-en-klare bouillonblokjes gebruik. De keren dat ik zelf groentebouillon heb gemaakt zijn op twee handen te tellen. En dat is eigenlijk jammer want huisgemaakt is de smaak zoveel rijker en puurder.
Maar met deze nieuwe methode (haha, nieuw? lacht m'n oma.) komt voor mij de lol er weer helemaal in. Nu ik bijna alleen nog maar biologische groenten koop (of zelf oogst) krijgen ook de snijrestjes een tweede taak vóór ze op de composthoop gaan (of bij de wormentoren, of bij de kippen.)
En dat voelt lekker..  niets verspillen als het niet hoeft en het ook niet al te veel moeite kost.

Alle uiteinden of schillen van allerlei soorten groenten worden in de loop van de tijd opgespaard in een diepvriesbakje.
Noem maar op: Uienschilletjes, pompoenhuidjes, champignonsteeltjes, schillen van de zoete aardappel, knoflookvelletjes, peultjes-topjes, afgeritste steeltjes van kruiden als rozemarijn of tijm, kontjes van wortelen, courgette, pastinaak, venkel, etc. etc. Bijna álles kun je ervoor gebruiken, al worden restjes van koolsoorten vaak afgeraden, die kunnen de bouillon wat bitter maken. En kijk natuurlijk uit met bespoten groenten.

Als je genoeg bij elkaar hebt haal je het uit de vriezer. (Op bovenstaande foto is die witte aanslag dus géén schimmel maar vorst, even voor de duidelijkheid!) En nogmaals, het is geen exact recept, hoeveel is genoeg? Dat ligt eraan hoeveel je in één keer wil maken.

Bij mij is het bakje uitgestort ongeveer een bord vol. Maar heb je meer of minder dan is dat ook goed.

Ik stop alle restjes in een schone kaasdoek en bind dat vast. Dat hoeft niet trouwens, je kunt ook alle restjes gewoon zo in de pan laten drijven. Maar soms is het wel handig als je de restjes er later makkelijk tussenuit kunt vissen.

Want er gaan naast de restjes ook nog een paar andere ingrediënten bij om tot een krachtige bouillon te kunnen komen. Hier als voorbeeld ui, wortel en bleekselderij; ook een beetje knoflook, wat laurier en rozemarijn en tijm. Oja, en peper en zout uiteraard.
Maar voor een bouillon wordt ook wel prei, venkel, tomaten, champignons, knolselder, peterselie, kervel, salie, dragon etc. gebruikt. Maak je eigen combinaties afhankelijk van het seizoen of wat je lekker vindt.
Ook ongeveer een bord vol. Dus in verhouding één helft restjes en één helft volle groenten. En nu zie ik mezelf dit opschrijven, maar als je het zelf anders doet... meer restjes, alleen maar restjes, maar een béétje restjes, weet ik veel, misschien wel géén restjes... het komt allemaal niet zo nauw. Bouillon heeft vele gezichten! Al is het idee van restjes gebruiken nu juist de meerwaarde van het hele verhaal, vind ik.

Trouwens, de schilletjes, kontjes en uiteinden van de toegevoegde groenten (in mijn geval nu ui, wortel, knoflook en bleekselderij) kunnen weer mooi in het bakje van de restjes voor volgende keer. Dan is daarvoor het beginnetje ook weer gemaakt!

Smoor de uien, bleekselderij, wortel en knoflook even een paar minuten met wat olie in een grote pan tot ze wat zachter zijn. (dus deksel erop en vaak roeren.)  In principe is het daarna kwestie van water erbij gieten (hier 2,5 liter) de kruiden én het baaltje met opgespaarde restjes erbij doen, en het een uurtje laten trekken. Dan zeven en klaar is je bouillon.
Het kan dan meteen als basis dienen voor een soepje (als je de restjes eruit vist en de andere groenten laat zitten heb je meteen een groentesoepje, handig!) of je kan het invriezen als basis voor iets anders, voor later gebruik. Bewaar je het zolang in de koelkast dan is het ongeveer 5 dagen houdbaar.

Maarrr... wil je dat het een heldere bouillon wordt dan moet je een paar dingen wat serieuzer in acht nemen.

  1. Smoor eerst de groenten tot ze wat zachter worden. Dat is hetzelfde.
  2. Giet er daarna koud water bij en breng dat langzaam (lang-záám) tegen het kookpunt aan.
  3. Laat de bouillon nooit koken!
  4. Mocht je merken dat er schuim komt bovendrijven tijdens het trekken (bij soep uit botten komt dat eerder voor dan uit groenten, maar het kán) schuim dat dan af.
  5. Laat het totaal ongeveer een uur trekken. En dus niet koken en wel afschuimen tussendoor.
  6. Test of de groenten gaar zijn. Zijn ze dat (nog) niet dan zijn ook nog niet alle smaakstoffen eruit getrokken. Laat het dan wat langer trekken.
  7. Zeef de groenten eruit met een fijne zeef. (kaasdoek bijvoorbeeld)
  8. Laat de bouillon langzaam (lang-záám) afkoelen en zet het dan pas in de koelkast.
Doe je het te snel, kookt het wel, schuim je niet af, koelt het te vlug... dan kan het betekenen dat je bouillon "blind slaat". Grappige uitdrukking voor het verschijnsel dat het troebel wordt en dus niet helder meer is. 
Dat maakt echt helemaal niets uit verder. Je bouillon zal er écht niet minder om gaan smaken of slechter van kwaliteit zijn. Het is alleen, nou, niet helder. Big deal.

Ben benieuwd. Deden jullie dit al? Zelf bouillon maken en/of restjes gebruiken daarvoor? Of loop ik hopeloos achter in mijn zogenaamd bewuste keuken?

zondag 29 juni 2014

C: Maak het zelf: Calendulazalf

 Excuses voor de wat schreeuwerige kop.. ben een beetje beïnvloed door de oranje-supporters!

Want er is een WK-voetbal aan de gang hè? Weet je, ik heb er echt niets mee, met dat voetbal. Kijk er ook niet naar, WK of niet. Eerlijk gezegd snap ik helemaal niets van die hele oranje-gekte. Het domineert de televisie zowat, maar ook op straat zie ik met stijgende verbazing steeds meer buurtgenoten in oranje trainingspakken voorbij lopen.... euhhh?

Ach ja, laat ze lekker.
Dan ga ik ondertussen wel aan de slag met het beetje oranje wat mij wél bekoort. Dat van de goudsbloem (oftewel Calendula officinalis).
Als je het namelijk een beetje leuk vind om bijvoorbeeld zelf zalf te maken dan mag die plant eigenlijk niet in je tuin ontbreken. Het is ook helemaal geen moeilijke plant en je hebt er ook niet per se veel plek voor nodig.

In mijn (kleine) tuin heb ik ze al jaren in een pot staan. Dat gaat ook prima. Alleen op tijd een beetje voeding en water geven. Goudsbloem is behoorlijk winterhard. Bij mij komen ze ieder jaar vanzelf weer op, hoef er niets speciaals voor te doen. Voor de zekerheid laat ik vanaf het najaar wel een paar bloemen in zaad schieten, en strooi die zaadjes rechtstreeks in de pot. Dan heb je helemaal gegarandeerd het jaar erop weer gewoon (vaak teveel, dus uitdunnen) goudsbloemen.
Het leuke aan goudsbloemen is óók, naast de vrolijke vaderlandslievende kleur uiteraard, dat ze de hele zomer (grofweg van juni t/m september) behoorlijk productief zijn. Zolang je blijft plukken blijven ze onuitputtelijk nieuwe knoppen maken. En dat is fijn want het is een hele heilzame plant waarvan het niet erg is om een hele zomer van te kunnen oogsten.

Heilzame eigenschappen:

De toepassing van goudsbloem is vooral gericht op de huidverzorging. 
In het "Groot Handboek Geneeskrachtige Planten" van dr. Geert Verhelst (Dé bijbel voor naslagwerk over geneeskrachtige planten.) wordt dat overduidelijk beschreven. Kan dat natuurlijk niet allemaal gaan reproduceren maar kort en simpel gezegd staat er dat vanwege de gunstige samenstelling van meerdere stoffen in de (met name) bloemhoofden van goudsbloem het o.a. antiseptisch, antibacterieel, antiviraal, schimmelwerend en ontstekingswerend werkt. Daarnaast wondhelend, samentrekkend, bloedstelpend, verzachtend en jeukstillend. Om maar een greep op te noemen. 
Vanwege die eigenschappen wordt het dus veel toegepast voor o.a. oppervlakkige verwondingen, insectenbeten, zonnebrand, kloven, lichte brandwonden. Schrale en gevoelige huid, schimmel en eczeem, uitslag, acné....

Altijd goed om daar een potje van in huis te hebben, toch? Maar het is ook zo simpel om zelf te maken dat het haast schandalig is als je dat niet een keer probeert. Zelfs met maar weinig planten in de tuin kun je het zo plannen dat je tegen het einde van de zomer een flinke pot klaar hebt staan voor de schrale winterhanden die dan weer in het verschiet liggen.

Eerst plukken en drogen:

Zoals ik net al schreef zitten de belangrijkste inhoudsstoffen in de bloemhoofdjes. Zelf gebruik ik eigenlijk altijd alleen de bloemblaadjes. Waarom weet ik even niet meer, die drogen wat sneller? Of omdat ik de bloemblaadjes ook wel eens pluk om door het eten te doen, dan wil je juist geen bloemhoofdjes erbij.
Het is hier gewoonte geworden, maar je kunt dus gerust wel het hele bloemhoofdje plukken om te drogen.
Ik haal de blaadjes altijd meteen na de pluk al van de bloemhoofdjes af, dan gaat dat het makkelijkste. De hoofdjes gaan op de composthoop of in de wormentoren.
Pluk trouwens wel het liefst in de ochtend van een droge dag, maar pas als de dauw al opgedroogd is. 's Ochtends bevat de bloem de hoogste concentratie stoffen, vandaar. En als ze droog geplukt worden drogen ze daarna ook beter in. 
Overigens bloeit zo'n bloemhoofdje meerdere dagen. Als ze heel jong zijn wacht ik een paar dagen tot het bloemetje wat groter en volwassener is en goed open staat. Maar dus vóór je ziet dat ze hun kracht verliezen en beginnen te verwelken en verdorren.  
Laat je de bloemhoofdjes echter aan de plant zitten dan zullen die uiteindelijk zaad gaan vormen wat de plant veel energie kost en wat daardoor ten koste gaat van nieuwe bloemen. Veel plukken stimuleert de plant juist om meer bloemen te produceren. Dus hoe meer je plukt, hoe meer je zal kunnen oogsten. Ik maak om de paar dagen even een pluk-ronde.

En leg ze vervolgens te drogen. Ik heb een klein raampje met gaas bespannen waar ze in liggen. Zo liggen ze buiten onder het afdak, droog en luchtig, buiten bereik van direct zonlicht. Links op de foto al wat oudere blaadjes, die zijn helemaal droog, een beetje verschoten van kleur en ietwat verschrompeld. Afhankelijk van de luchtvochtigheid, temperatuur en ventilatie duurt dat een paar dagen tot een dikke week. De blaadjes zijn van nature een beetje vettig en drogen daarom wat langzamer dan andere bloemblaadjes.

Die droge bloemblaadjes kun je vervolgens opsparen in een potje (liefst koel en donker wegzetten in de tussentijd) tot je genoeg hebt om ze te gaan macereren. Dat is een moeilijk woord voor "weken in olie".
Op bovenstaande foto zie je links goudsbloem op olie, en rechts de droge opgespaarde bloemblaadjes.

Macereren: 

Kort gezegd zijn er twee manieren om te macereren. 
  1. De snelle manier is om de blaadjes in wat vette olie (zoals bijvoorbeeld olijfolie, amandelolie, jojobaolie, zonnebloemolie) "au-bain-marie" op het fornuis te zetten en zo voor een aantal uur zachtjes warm te houden. Op die manier stimuleer je de werkzame stoffen (die oplosbaar zijn in olie) vrij te komen. Daarna de blaadjes eruit zeven en de geïnfuseerde olie (het maceraat) overgieten in een gesteriliseerd potje. Koel, donker en droog ongeveer één jaar houdbaar.
  2. Een langzamere maar krachtigere manier is het zogenaamde "koud macereren". Daarbij overgiet je de gedroogde bloemblaadjes met vette olie (zoals bijvoorbeeld olijfolie, amandelolie, jojobaolie, zonnebloemolie) in een schoon potje en laat het voor ongeveer drie weken op een warm zonnig plekje trekken. Door de warmte en kracht van de zon komen de inhoudsstoffen vrij en worden opgenomen door de basisolie. Na drie-vier weken de blaadjes eruit zeven en de geïnfuseerde olie (het maceraat) overgieten in een gesteriliseerd potje. Koel, donker en droog ongeveer één jaar houdbaar.

Zalf maken:

Er zijn verschillende manieren van zalf maken maar dit is de meest simpele, doeltreffende manier. Met maar twee ingrediënten, namelijk het maceraat (de getrokken olie) en bijenwas. Eventueel kun je er optioneel nog wat etherische olie bijdoen. Maar meer is het niet.

Zeef eerst de olie (als je dat nog niet had gedaan) en meet hoeveel je daarvan hebt. Je hebt namelijk de keus om een wat hardere zalf te maken (zoals bijvoorbeeld voor een lippenbalsem) of een wat zachtere, meer smeerbare zalf. De verhouding tussen de olie en bijenwas is daarbij van belang.

Wil je stevige balsem maken kies dan voor een verhouding 1 (bijenwas) : 4 (olie)
Wil je meer smeerbare zalf maken kies dan voor een verhouding 1 (bijenwas) : 6 (olie)
Alles ertussenin kan natuurlijk ook. (1 : 4,5 of 1 : 5,25.. ik noem maar wat.)

Zelf kies ik nu voor een meer smeerbare zalf. Voor m'n uitgedroogde tuinwerk-handen en zongedroogde schenen. Ik heb ongeveer 130 ml olie en voeg daar dus ruim 20 ml bijenrasp aan toe. (Grofweg 1:6)

Bij elkaar op het vuur au-bain-Marie verhitten tot de bijenwas smelt, en dan van het vuur halen. (Au-bain-Marie houdt in dat het schaaltje met ingrediënten boven kokend water hangt maar het niet raakt. Het wordt dus enkel verwarmt door de hete stoom daarvan.)

Zorg voor een gesteriliseerd potje om de olie in te kunnen bewaren. Zelf laat ik de hete olie-mix een heel klein beetje afkoelen en voeg dan 15 druppeltjes etherische lavendelolie toe. Vanwege de verzachtende eigenschappen van lavendel maar ook vanwege de geur. Heb je bijvoorbeeld olijfolie gebruikt om je goudsbloem in te macereren, dan blijft de zalf erg naar olijfolie ruiken. Dat is niet altijd wenselijk.

En tot slot heb je dan je potje prachtige oranje zalf. Puur, eerlijk en zelfgemaakt! Vanzelfsprekend is een zalf wat vettiger dan bijvoorbeeld een crème en trekt daarom wat minder snel in. 's Avonds voor het slapen gaan vind ik dus de meest geschikte tijd om lekker te smeren.
Er zitten in deze zalf trouwens geen conserveermiddelen dus er zit vanzelfsprekend een kortere houdbaarheidsdatum aan vast. Vanwege het gebrek aan water in de basis wel langer dan een eigengemaakte crème zonder conservering. Denk aan ongeveer 3 maanden. Hoe koeler je het bewaart hoe langer het houdbaar is. (In de koelkast ongeveer een half jaar.)

P.S. De gedroogde calendulablaadjes zijn veel langer houdbaar, tot over een jaar. Dus je kunt ook hartje winter pas je zalf gaan maken als dat qua timing beter uitkomt met de houdbaarheid van de zalf.

P.P.S. Wil je meer lezen over het zelf maken van een crème of zalf, klik dan hier voor achtergrondinfo en hier voor het leren samenstellen van een crème of lotion.

maandag 10 juni 2013

C: Basilicum

Als iets me aan de zomer doet denken dan is het wel de geur van basilicum op je bord. Dus als de zon eenmaal een beetje krachtig wordt is dat ook een van de eerste dingen die ik thuis ga zaaien. Meestal in pot, ik heb gemerkt dat dat beter gaat dan in de volle grond.
Maar dit jaar duurde de komst van de zomer wel zooo lang! Er leek geen einde te komen aan dat koude voorjaar. Van zaaien was voorlopig geen sprake, leek wel. Dus op een gegeven moment ben ik eens gaan uitproberen of ik iets kon met de potjes basilicum van de supermarkt. Niet om meteen op te eten maar om te gebruiken om uit te planten en verder te laten groeien. Of als stekplant. Om zo toch alvast een beetje voorsprong te krijgen.
Nu moet je goed beseffen dat de plantjes van de supermarkt helemaal niet bedoeld zijn om als plant te behouden, maar meer om binnen een paar dagen kaal te plukken en op te eten. Het zijn eigenlijk slappe sprieterige kasplantjes die helemaal niets gewend zijn. Een beetje een experiment is het dus wel.

Ze zitten ook met hun wortels als een kluitje op elkaar, veel te dicht op elkaar gezaaid zodat de wortels elkaar al gauw gaan verstikken in hun zoektocht naar voedingsstoffen.

Dus het eerste wat ik deed was de kluit delen in kleinere stukken (dat gaat vrij makkelijk door het met beide handen van elkaar te scheuren) om het vervolgens in een grotere pot uit te planten met lekker veel ruimte en extra voeding voor de wortels.

Tot slot knipte ik de toppen eruit. De rode pijltjes geven aan waar de groeipunten zitten en als je ervoor zorgt dat je knipt tot vlak boven een groeipunt dan zullen daar de bladeren gaan vertakken en geeft dat dus een bossige groei. (Dat is iets wat je bij alle basilicumplanten altijd kunt toepassen om te voorkomen dat ze te sprietig uitgroeien.) In dit geval zorgt het er ook voor dat de plant minder verdampt en dus hopelijk beter aanslaat in de nieuwe pot.

Dus van het kleine potje op de voorgrond werd de plant verdeeld over twee grotere potten. De linkerpot al helemaal getopt, rechts nog wat slappe sprieten.

Overigens at ik de topjes niet op maar gebruikte die om mee te gaan stekken. Daarvoor haalde ik een aantal blaadjes weg zodat er alleen aan de bovenkant van het topje nog een paar blaadjes bleven zitten en zette die in een bekertje met water.

Eigenlijk werkt het 't makkelijkst om een plasticfolie over een bekertje te spannen en daar een paar gaatjes in te prikken zodat daar de stekjes in kunnen hangen. Het slappe steeltje gaat namelijk al snel krullen en daardoor zou anders het stekje omlaag in het water zakken zodat de blaadjes nat worden en kunnen gaan rotten. Door het folie blijft alles mooi droog. Zorg wel dat het waterniveau hoog genoeg is zodat de stengeltjes zich niet uit het water kunnen krullen.

De stekjes in de plastic bakjes gingen naar binnen op de (soms) warme verwarming voor het raam. 
De twee uitgeplante basilicumplanten in pot stonden soms buiten in het waterige zonnetje en bij koude nachten altijd binnen.

Na 2,5 week waren al duidelijk de nieuwe worteltjes zichtbaar! In de tussentijd had ik af en toe het water opnieuw verschoond. 

Ter vergelijking: Munt is het snelst met het vormen van wortels op deze manier. Binnen een dikke week zag ik al wortels groeien. Hier zijn de wortels al op een lengte dat ik ze kan gaan uitplanten in de grond.

De slappe nieuwe stengels van de citroenverbena, die ik als experiment ook meenam deden er het langst over.  En van de vier scheutjes kregen er maar 2 wortels. Wel schoten ze aan de bovenkant enorm uit met veel extra blad. Ik denk dat als je die blaadjes wat meer in de perken houdt er wellicht meer energie naar de wortels gaat? Als ik deze uitplant in de grond zal ik zeker weer een stuk van de top afknippen.

Bij de basilicum wachtte ik tot de wortels ongeveer zo lang waren als op de foto voor ik ze ging uitplanten in de licht bemeste grond. Hier was dat zo'n 4 weken nadat ik de topjes voor het eerst in het water zette. Je moet er wel rekening mee houden dat het nog waterwortels zijn, dus hield ik de grond in het begin nog vrij vochtig (niet nat) en zette de pot op een licht maar beschut plekje. Niet in de volle zon! Als ik het idee heb dat er erg veel groot blad is t.o.v. de wortels knip ik soms een puntje van het blad af om te veel verdamping tegen te gaan.

Ter vergelijking. De stekjes in het voorste potje op bovenstaande foto zijn topjes van de originele uitgeplante supermarktplantjes die erachter staan. Hmm, welke zien er het best uit!! (Ter verdediging van de ouderplanten.. ze hebben wel een periode van het koude voorjaar meegemaakt, maar echt goed bijgetrokken zijn ze niet sinds ik ze kocht en uitgeplant heb.)

Hebben de stekken een paar dagen op een beschut plekje gestaan dan mogen ze in een grotere pot met meer voeding én meer in de zon. Nu kunnen ze aan hun echte groei gaan beginnen. De ouderplant in zwarte pot is inmiddels weer zover om opnieuw stekken van te nemen, zo blijven we vrolijk doorgaan.

Mijn conclusies van dit experiment:

  • Wil je het meeste halen uit een gekocht kasplantje van de supermarkt? Knip dan wat topjes uit de plant en gebruik die om waterstekjes van te nemen. Zo heb je zeker een voorsprong op het starten vanuit zaad. Gebruik de rest van de plant om snel helemaal op te eten. Uitplanten geeft weinig resultaat.
  • Wil je juist wél een plantje om uit te planten? Ga dan naar een tuincentrum. Daar zijn de plantjes beter opgekweekt om de overgang naar volle grond of grotere pot te overleven. Bovendien zijn daar vaak ook eco-plantjes van basilicum te koop, voor de bewuste kiezers. Neem ook dán stekjes van de topjes, dat kan nooit kwaad. Het zorgt ervoor dat de originele plant voller uitgroeit doordat het zich door het toppen meer vertakt, en je hebt meteen een tweede fase aan basilicumplantjes in de maak. (In het kader van: hoe meer/langer basilicum, hoe beter.) Van de tweede fase plant kun je te zijner tijd weer topjes stekken voor de derde fase enz enz. Zo kun je een hele zomer doorborduren op één gekochte plant. Handig!! 
  • Of wacht tot de zomer doorbreekt en start vanuit zaad. Het is kwantitatief goedkoper maar het vergt wel iets meer geduld voor de basilicumliefhebbers.  Maar.. daar staat tegenover dat er eigenlijk toch niets leuker is dan om helemaal vanuit een zaadje te beginnen en een plantje te zien opgroeien. Bovendien, planten die zijn opgegroeid in hun eigen seizoen zijn altijd het allerlekkerste en meest ecologisch.
  • Of doe een mix van bovenstaande punten. Kopen, eten, uitplanten, toppen én zaaien!! Dan zit het wel goed met die basilicum deze zomer!

vrijdag 7 september 2012

C: Slapeloze nachten

Ik heb nooit problemen gehad met nachtrust. Sliep altijd redelijk snel in en werd de volgende ochtend pas weer wakker... Tot een paar jaar geleden. Opeens werd ik vaker wakker tussendoor, viel moeilijker in slaap, sliep lichter, had soms last van rusteloze benen. Het sloop er langzaam in, niet iedere nacht maar wel steeds vaker en erger. Tot ik afgelopen zomer haast elke nacht een paar uur lag te woelen en draaien en m'n benen niet stil te krijgen waren. Om maar niet te spreken van de extreme vermoeidheid die dat overdag gaf.
Nu ben ik geen dokterloper, sterker nog, ik ben eerder het tegenovergestelde van een hypochonder en verwacht van elk pijntje en griepje dat het ook zonder pillen en bemoeienis van een arts vanzelf wel overgaat. Ik leef bewust en gezond genoeg. Maar dit werd echt te gek, toch maar naar het spreekuur.
Om een lang verhaal kort te maken, na een uitgebreid bloedonderzoek bleek in mijn geval een behoorlijke bloedarmoede, maar dan veroorzaakt door een extreem laag vitamine B12-niveau. Werd meteen aan de staalpillen en vitamine B12-injecties gezet. Na wat onderzoek bleek het vitaminegebrek door een opnamestoornis te komen wat inhoudt dat m'n lichaam de vitamines niet, of niet voldoende, uit voeding op kan nemen.
Zowel bloedarmoede als vit. B12 gebrek geven o.a. enorme vermoeidheid, slaap-en concentratiestoornissen, vergeetachtigheid, lusteloosheid e.d.. Een laag ferritinegehalte, wat gepaard gaat met bloedarmoede, wordt in verband gebracht met rusteloze benen. Geen wonder dat ik zo brak was!

Inmiddels voel ik me een klein beetje ervaringsdeskundige als het om slaapproblemen en vermoeidheid gaat. Gelukkig helpen de staalpillen en B12injecties. Nu, na 6 weken behandeling, slaap ik beter en heb geen rusteloze benen meer gehad en voel m'n energie alleen maar toenemen. Een verademing.

Niet altijd zit er zo'n stoornis achter slapeloze nachten. Voor de brakke nachten veroorzaakt door zorgen, stress, doorzakken of andere spoken kunnen de volgende huismiddeltjes wellicht uitkomst bieden.

Valeriaanwortel, het natuurlijke slaapmiddel:

THEE: 
Valeriaanwortel kun je kopen in sommige natuurvoedingswinkels of toko's, en daar kun je vrij makkelijk een thee van zetten, een uur voordat je gaat slapen. Het heeft een vrij uitgesproken geur en smaak. Niet de meest prettige dus ik zou het mixen met andere smakelijke kruiden die je lekker vindt.
Giet water dat net van de kook is over 1 à 2 theelepels gedroogde valeriaanwortel per kopje. Laat afgedekt 10 minuten trekken en drink dan op. Zzzzz

TINCTUUR:
Ook kun je vrij makkelijk een tinctuur maken van valeriaan. Dit is wat geconcentreerder dan thee. Vul een glazen potje voor de helft met fijngesneden gedroogde valeriaanwortel en vul het verder af met wodka. Laat 6 weken warm trekken onder af en toe schudden. Vervolgens zeven door een neteldoek en donker en koel bewaren. Neem een klein theelepeltje voor het slapen gaan. Valeriaantinctuur is ook kant en klaar te koop bij de drogist, volg dan de dosering op de verpakking.
Helemaal goedkoop is om zelf valeriaan (Valeriana officinalis) in je tuin te planten en die te oogsten voor gebruik. Het is een makkelijke vaste plant die ook in de halfschaduw kan en vrij hoog wordt (1,5 m.) Om te oogsten graaf je in de herfst de wortels op en scheurt een klein stukje af om weer terug te planten voor volgend jaar. De rest spoel je goed af en laat je drogen. Bij zonnig weer droogt het al binnen een paar dagen. De kenmerkende geur komt dan al snel vrij. Katten zijn daar gek genoeg dol op. Mijn kat Wurre is er als de kippen bij! (Voor hen kun je wat gedroogde valeriaanwortel in een oude sok doen, succes verzekerd.)
Het fijne aan valeriaan is dat het niet verslavend werkt en het geen dufheid in de ochtend veroorzaakt. Wel wordt aangeraden om het niet langer dan 3 maanden achtereen te gebruiken.

Slaapkussen:

Een slaapkussen is een katoenen of linnen sloopje, gevuld met slaapopwekkende en rustgevende kruiden die je naast of in je kussensloop legt voor een goede nachtrust. De drie belangrijkste ingrediënten zijn hop, lavendel en kamille.
Om deze reden heb ik 2 jaar geleden een (vrouwelijk!) hopplantje gekocht. Het eerste jaar bloeide ze nog niet, maar dit jaar werd ik beloond met een overvloed aan hopbellen. (Prachtig woord vind ik dat, hopbellen, net zo mooi als zeepvlokje.) Rond eind augustus kun je gaan oogsten als de bellen licht en droog aanvoelen. Knip de lange scheuten af en laat ze een à twee weken in een goed geventileerde ruimte hangen, liefst niet in direct zonlicht vanwege het verkleuren.
Hou een handvol apart en vries de rest in. Hopbellen verliezen hun slaapopwekkende kracht na een tijdje dus door invriezen heb je altijd verse bellen in huis. Hop is een vaste plant die zich in het najaar helemaal terugtrekt om in het voorjaar weer op te komen. Het is een snelgroeiende klimmer die om te kunnen bloeien voldoende zon moet hebben. Een warme plek met klimmogelijkheden is een vereiste.
(Je kunt natuurlijk ook kant en klaar hopbellen kopen. Zoek daarvoor op internet bij hobbybierbrouwers. Een zakje van 100 gram kost een paar euro, afhankelijk van het soort. Al weet je zo nooit hoe oud ze al zijn.)
Naast hop, lavendel en kamille als ingrediënten voor een slaapkussen zijn er ook varianten met aanvullende kruiden en geuren die beweren om dromen te bevorderen, dan heb je het dus eigenlijk over een droomkussen. Denk bijvoorbeeld aan citroenmelisse, citroenverbena, munt, rozenknopjes, jasmijn, sinaasappel, cederhout, geranium, patchouli. De lijst is dan bijna eindeloos. Google eens op dreampillow en je komt veel voorbeelden tegen, mocht je geïnteresseerd zijn.
De toevoeging van gedroogde iriswortel in zowel je slaap- als droomkussen werkt als geurfixatie. Je kussen blijft dan langer zijn geur behouden.

Wat achtergrond over melatonine, cortisol en de invloed van licht:

Je hebt niet veel boerenverstand nodig om te weten dat slaap goed is voor je. Het is de tijd dat je lichaam rust en herstelt. Melatonine is het stofje wat je lichaam van nature, 's avonds als het licht afneemt, produceert waardoor je slaperig wordt en makkelijker inslaapt. En een kostbaar stofje is het zeker. Melatonine is het krachtigste antioxidant wat we kennen. (Er wordt beweerd zelfs 300x sterker dan vitamine C) Het bevordert het immuunsysteem, beschermt tegen en vertraagt kanker èn vertraagt het verouderingsproces. Dat is nogal wat.
De tegenhanger van melatonine is cortisol. Cortisol bevordert de alertheid, het uithoudingsvermogen en het energieniveau. Het heeft een piekmoment in de ochtend bij het opkomen van de zon. Zo zorgt het ervoor dat je goed wakker wordt. Verder is cortisol het stofje wat vrijkomt bij stress-situaties waardoor je beter kunt reageren en handelen.
Het interessante is nu dat zowel melatonine als cortisol van nature geregeld worden door de aan-of afwezigheid van licht wat in ons oog valt, vooral uit het blauwige spectrum. (Ook wel logisch als je bedenkt dat het dag- en nachtritme allang bestond vóórdat er leven op aarde was. Planten, dieren en mensen zijn ontstaan en geëvolueerd onder invloed van dit ritme en hebben allemaal een eigen biogische klok hierop afgestemd.)
Maar voor de productie van deze stoffen maakt het niet zoveel uit of dat licht nou van daglicht of van kunstlicht komt. Dat betekent dat we met het gebruik van kunstlicht dus behoorlijk wat invloed hebben op ons slaap-waakritme. Zowel in positieve als negatieve zin.  Helaas, denk ik, vaker in negatieve zin.
Naast het ritme van de dag (ochtend, middag, avond, nacht) heb je ook nog het ritme van een jaar (lente, zomer, herfst, winter) waarin lichtsterkte een rol speelt. De natuur houdt zich daar met groei, bloei, oogst en rust keurig aan, maar de mens met de huidige 24 uurs-economie heeft er geen boodschap aan. Licht of donker, zomer of winter, er kan altijd gewerkt worden. Want we hebben licht en we hebben stroom.

Het is niet helemaal realistisch om te beweren dat we voortaan maar weer met het ritme van de zon en de seizoenen moeten gaan leven, maar we moeten wel beseffen dat we ons natuurlijke ritme verstoren zodat we er op z'n minst wat meer rekening mee kunnen houden.
Wie namelijk in schemerige tijden (avonduren of wintertijd) als de natuur ons aangeeft een stapje terug te doen, flink in het kunstlicht blijven zitten (vooral computerschermen produceren veel blauw licht), zorgt er daarmee voor dat het cortisolniveau niet afneemt en het melatoninegehalte niet kan stijgen. M.a.w. je houdt je lichaam kunstmatig in een soort alert-stand wat op de lange duur stresserend werkt op je systeem. Tevens verkort je de positieve effecten die melatonine aan je geeft.
Omgekeerd kan ook. Wie in de winter overdag niet even een wandelingetje maakt in het winterzonnetje (nog altijd de sterkste bron van licht) maar in plaats daarvan binnen achter z'n bureau blijft zitten, heeft aantoonbaar meer last van vermoeidheid of zelfs winterdepressie.
Zowel het licht als de duisternis is dus belangrijk. En zoals de natuur ons dicteert hoor het licht overdag en de duisternis 's nachts.(Onderzoek heeft aangetoond dat bij mensen die in een ploegen- of nachtdienst werken meer kanker voorkomt dan bij mensen met een dagdienst.)

Een paar kleine tips om je melatonine-productie te helpen en op peil te houden: 

Melatonine breekt af bij licht, behalve bij rood licht. 's Avonds dus liever warm gedimd licht in huis zoals kaarsjes, dat staat nog gezelliger ook, en vooral géén computer (tv schijnt minder blauw licht uit te stralen). Doe voor toiletbezoek, babyvoedingen of wat al niet meer midden in de nacht, een rood peertje in de lamp, dan slaap je (en je baby) daarna weer makkelijker in. Sowieso voor inslapen zorg je voor een verduisterde slaapkamer. Zelfs een spleetje onder de deur of een kiertje door het gordijn verstoort de melatonine al. Gebruik desnoods een slaapmasker. Bedlampjes naast kinderbedjes kunnen daarom ook maar beter rood licht geven.
Cafeïne en alcohol 's avonds breken melatonine af. Sommige geneesmiddelen, zoals beta-blokkers ook. Stress zorgt voor een hoog cortisolgehalte en daardoor dus voor weinig tot geen melatonine. Alles wat je dus maar helpt met ontstressen is behulpzaam.

Zoete dromen allemaal!