Als ik terug ga naar onze "LP-tijd" dan hoor ik muziek van Simon & Garfunkel, perfecte slowdown muziek voor deze donkere dagen voor Kerst. Ook veel Nederlandstalig zoals Herman van Veen en Robert Long. En als het helemaal de diepte ingaat naar lokaal niveau dan is daar Willem Vermandere (uit onze tijd in België) en Gerard van Maasakkers. Vooral die laatste raakt de kern het meest vanwege de onderwerpen en daarbij vooral ook zijn oudere muziek omdat daarop het dialect nog sterker was. (Hoewel wij thuis nooit plat Brabants hebben leren spreken, m'n ouders kwamen immers uit Amsterdam, verstaan we het uiteraard uitstekend omdat zowat iedereen om ons heen aan vriendjes en buurtgenoten wél dialect sprak.) Het klinkt vertrouwd in de oren en zuigt me meteen m'n kindertijd in.
Één liedje vooral zette me nu aan het denken: "Ik laot d'n dag nog efkes dure", heet het.
In gewoon Nederlands gaat een gedeelte zo:
Ik laat de dag nog even duren
Nog geen lamp aan, geen gordijn
Even zitten, even kijken
Kijken naar dit uur, van mijn
Het gaat over het stilstaan op het einde van de dag, in het uur waarin het licht afneemt van licht naar donker. Over de tijd nemen om de drukte van de dag van je af te laten glijden en je voor te bereiden op de uren die nog komen gaan.
Ik herinnerde me dat ik me als kind in het najaar vaak letterlijk in het raam boven op de balustrade nestelde om naar dit uur te kijken. Dat raam gaf uitzicht over de luchten in het Westen, boven de uitgestrekte weilanden en bossen. En dat ik dan langdurig keek hoe de wolken langzaam veranderden, hoe de zon onderging en de kleuren van zalmachtig oranje naar steeds lilagrijzer en donkerder blauw trokken. Onderwijl hoorde ik de typische huisgeluiden. Van m'n moeder die in de keuken bezig was, of hoe m'n vader thuiskwam van werk en steevast altijd eerst de wc-deur dichttrok (die kennelijk altijd op een kiertje stond) voor hij de kamer in kwam en de honden begroette. En ik herinnerde me hoe veilig en vertrouwd ik me voelde en hoe immens en groots de luchten waren.
Ik denk eerlijk gezegd niet dat ik ooit dichter bij het onderwerp van dit liedje ben gekomen dan toen, of het moet tijdens vakanties zijn geweest. Maar echt even een uurtje zitten en compleet nietsdoen, op een normale dag, zit er hier al lang niet meer in. Natuurlijk hebben we meer afleidingen en verantwoordelijkheden nu, ik geloof echt dat de wereld drukker is geworden. Maar ik geloof óók dat we vaak drukker doen en ons drukker máken dan werkelijk nodig is.
Vooral de afgelopen tijd, met de enorme drukte op m'n werk die inwendig ook m'n vrije tijd en slaap bezig hield, deed het me steeds meer beseffen dat de balans voornamelijk zit in het af en toe kunnen stilstaan en nietsdoen. Schemertijd is daar perfect voor. Wat een mooie gewoonte is het dan om dat weer op te pakken, lijkt me. Al is het maar eens per week. Gewoon gaan zitten en voor je uit turen in de stilte van de schemer.
Ik sprak hierover met een van m'n bosvriendinnen. Een oudere vrouw met de liefste, zachtste hond die je ooit hebt gezien. Op veel van m'n ochtendwandelingen kom ik haar tegen en dan lopen we samen een eindje op en bespreken de orde van de dag.
Van haar hoorde ik dat dit hele gegeven van stilstaan op het einde van de dag ook daadwerkelijk een werkwoord heeft: "Schemeren". Zij deed dat vroeger samen met haar oma, dan gingen ze aan de keukentafel zitten, hadden alleen een schemerlampje in de hoek aan en lieten de kamer steeds donkerder en gezelliger worden.
Ik had zelf nog nooit van het woord schemeren in deze context gehoord dus ter onderzoek liet ik het ook eens vallen in één van m'n cursistengroepen (de middaggroep met de oudste cursisten). En warempel, ja...schemeren...dat kende een aantal wel. Maar grotendeels vooral 'van vroeger' of van hun grootouders. Er werd een theorie bedacht dat het waarschijnlijk vooral in de boerendorpen voorkwam, waar de mensen na een lange dag werken en vroeg opstaan de schemertijd namen om even tot rust te komen. En (misschien) uit zuinigheid zo lang mogelijk de lichten uit lieten.
Ook internet bevestigde de betekenis, al kon ik niet veel vinden over de herkomst ervan. Daar las ik trouwens nóg iets wat me bijbleef over dit werkwoord. Namelijk dat het woord 'schemeren' plaatselijk in het dialect ook gebruikt wordt als synoniem voor 'je geheugen verliezen'. Dat trof me omdat ik dat zo'n mooie manier vond om bijvoorbeeld dementie te omschrijven.
Hier is mijn moeder op die manier in haar hoofd ook aan het schemeren. Ze is zelfs al jarenlang aan het schemeren en ik denk wel eens dat dat een grote reden is geweest waarom we dit blog destijds zijn begonnen. Om zo de tijd te eren waarin onze basis is gelegd. Om het te herinneren en zo lang mogelijk vast te kunnen houden. Om het te delen en vooral niet te vergeten. Zoals zij doet.
Ik vond deze toepasselijke foto van ongeveer 10 jaar terug. Genomen vanuit dat raam op het Westen van waaruit ik als kind eindeloos naar de luchten staarde, met het prachtige uitzicht over de weilanden richting de bossen. M'n moeder vrolijk zwaaiend in de tuin. Toen nog aan het begin van haar 'schemer'. Inmiddels gaat haar hoofd van lilagrijs richting het donkerblauwe. Hier en daar nog wel zalmkleurige flarden gelukkig, maar daarnaast soms ook zwarte. Het stemt me vaak triest, dit 'geestelijke vertrek' van haar wat zo ontzettend langzaam maar onomkeerbaar over de jaren wordt uitgerekt en daarnaast toch soms met zulke snelle schreden lijkt te gaan.
Ik denk dat ik de ene manier van schemeren steeds meer nodig ga hebben om de andere manier van schemeren te kunnen verwerken. Om de tijd te voelen die op verschillende manieren parten met ons speelt. Om tot rust te komen en stil te staan bij alles wat komt en gaat.
En dan moedig de draad weer op te pikken.