zaterdag 16 december 2017

C: Schemeren

De laatste tijd ben ik wat vaker nostalgisch de muziek van vroeger thuis aan het luisteren. Een abonnement bij Spotify maakte dat opeens supermakkelijk. Eigenlijk bestaat er haast geen betere tijdscapsule dan muziek om je weer terug te laten zuigen in vroeger tijden. Veel van de oude LP's uit die tijd hebben m'n ouders al lang niet meer uiteraard, die zijn na het kapot gaan van de pickup allemaal zoetjes aan naar de kringloop gegaan. De CD speler bracht daarna weer nieuwe muziek, een andere fase.
Als ik terug ga naar onze "LP-tijd" dan hoor ik muziek van Simon & Garfunkel, perfecte slowdown muziek voor deze donkere dagen voor Kerst. Ook veel Nederlandstalig zoals Herman van Veen en Robert Long. En als het helemaal de diepte ingaat naar lokaal niveau dan is daar Willem Vermandere (uit onze tijd in België) en Gerard van Maasakkers. Vooral die laatste raakt de kern het meest vanwege de onderwerpen en daarbij vooral ook zijn oudere muziek omdat daarop het dialect nog sterker was. (Hoewel wij thuis nooit plat Brabants hebben leren spreken, m'n ouders kwamen immers uit Amsterdam, verstaan we het uiteraard uitstekend omdat zowat iedereen om ons heen aan vriendjes en buurtgenoten wél dialect sprak.) Het klinkt vertrouwd in de oren en zuigt me meteen m'n kindertijd in.

Één liedje vooral zette me nu aan het denken: "Ik laot d'n dag nog efkes dure", heet het.
In gewoon Nederlands gaat een gedeelte  zo:

Ik laat de dag nog even duren
Nog geen lamp aan, geen gordijn
Even zitten, even kijken
Kijken naar dit uur, van mijn

Het gaat over het stilstaan op het einde van de dag, in het uur waarin het licht afneemt van licht naar donker. Over de tijd nemen om de drukte van de dag van je af te laten glijden en je voor te bereiden op de uren die nog komen gaan.

Ik herinnerde me dat ik me als kind in het najaar vaak letterlijk in het raam boven op de balustrade nestelde om naar dit uur te kijken. Dat raam gaf uitzicht over de luchten in het Westen, boven de uitgestrekte weilanden en bossen. En dat ik dan langdurig keek hoe de wolken langzaam veranderden, hoe de zon onderging en de kleuren van zalmachtig oranje naar steeds lilagrijzer en donkerder blauw trokken. Onderwijl hoorde ik de typische huisgeluiden. Van m'n moeder die in de keuken bezig was, of hoe m'n vader thuiskwam van werk en steevast altijd eerst de wc-deur dichttrok (die kennelijk altijd op een kiertje stond) voor hij de kamer in kwam en de honden begroette. En ik herinnerde me hoe veilig en vertrouwd ik me voelde en hoe immens en groots de luchten waren.

Ik denk eerlijk gezegd niet dat ik ooit dichter bij het onderwerp van dit liedje ben gekomen dan toen, of het moet tijdens vakanties zijn geweest. Maar echt even een uurtje zitten en compleet nietsdoen, op een normale dag, zit er hier al lang niet meer in. Natuurlijk hebben we meer afleidingen en verantwoordelijkheden nu, ik geloof echt dat de wereld drukker is geworden. Maar ik geloof óók dat we vaak drukker doen en ons drukker máken dan werkelijk nodig is.
Vooral de afgelopen tijd, met de enorme drukte op m'n werk die inwendig ook m'n vrije tijd en slaap bezig hield, deed het me steeds meer beseffen dat de balans voornamelijk zit in het af en toe kunnen stilstaan en nietsdoen. Schemertijd is daar perfect voor. Wat een mooie gewoonte is het dan om dat weer op te pakken, lijkt me. Al is het maar eens per week. Gewoon gaan zitten en voor je uit turen in de stilte van de schemer.

Ik sprak hierover met een van m'n bosvriendinnen. Een oudere vrouw met de liefste, zachtste hond die je ooit hebt gezien. Op veel van m'n ochtendwandelingen kom ik haar tegen en dan lopen we samen een eindje op en bespreken de orde van de dag.
Van haar hoorde ik dat dit hele gegeven van stilstaan op het einde van de dag ook daadwerkelijk een werkwoord heeft: "Schemeren". Zij deed dat vroeger samen met haar oma, dan gingen ze aan de keukentafel zitten, hadden alleen een schemerlampje in de hoek aan en lieten de kamer steeds donkerder en gezelliger worden.

Ik had zelf  nog nooit van het woord schemeren in deze context gehoord dus ter onderzoek liet ik het ook eens vallen in één van m'n cursistengroepen (de middaggroep met de oudste cursisten). En warempel, ja...schemeren...dat kende een aantal wel.  Maar grotendeels vooral 'van vroeger' of van hun grootouders. Er werd een theorie bedacht dat het waarschijnlijk vooral in de boerendorpen voorkwam, waar de mensen na een lange dag werken en vroeg opstaan de schemertijd namen om even tot rust te komen. En (misschien) uit zuinigheid zo lang mogelijk de lichten uit lieten.

Ook internet bevestigde de betekenis, al kon ik niet veel vinden over de herkomst ervan. Daar las ik trouwens nóg iets wat me bijbleef over dit werkwoord. Namelijk dat het woord 'schemeren' plaatselijk in het dialect ook gebruikt wordt als synoniem voor 'je geheugen verliezen'. Dat trof me omdat ik dat zo'n mooie manier vond om bijvoorbeeld dementie te omschrijven.

Hier is mijn moeder op die manier in haar hoofd ook aan het schemeren. Ze is zelfs al jarenlang aan het schemeren en ik denk wel eens dat dat een grote reden is geweest waarom we dit blog destijds zijn begonnen. Om zo de tijd te eren waarin onze basis is gelegd. Om het te herinneren en zo lang mogelijk vast te kunnen houden. Om het te delen en vooral niet te vergeten. Zoals zij doet.

Ik vond deze toepasselijke foto van ongeveer 10 jaar terug. Genomen vanuit dat raam op het Westen van waaruit ik als kind eindeloos naar de luchten staarde, met het prachtige uitzicht over de weilanden richting de bossen. M'n moeder vrolijk zwaaiend in de tuin. Toen nog aan het begin van haar 'schemer'. Inmiddels gaat haar hoofd van lilagrijs richting het donkerblauwe. Hier en daar nog wel zalmkleurige flarden gelukkig, maar daarnaast soms ook zwarte. Het stemt me vaak triest, dit 'geestelijke vertrek' van haar wat zo ontzettend langzaam maar onomkeerbaar over de jaren wordt uitgerekt en daarnaast toch soms met zulke snelle schreden lijkt te gaan.

Ik denk dat ik de ene manier van schemeren steeds meer nodig ga hebben om de andere manier van schemeren te kunnen verwerken. Om de tijd te voelen die op verschillende manieren parten met ons speelt. Om tot rust te komen en stil te staan bij alles wat komt en gaat.
En dan moedig de draad weer op te pikken.

zondag 10 december 2017

C: De heemstede in november



In oktober startte ik met een korte opsomming over de "heemstede" van die maand, om inzichtelijk te maken wat er hier aan soort werkzaamheden voorbij kwam die onder die noemer konden vallen. Ook al zit ik niet op een feitelijk boerderijtje, heemsteden kan onder allerlei omstandigheden. In mijn geval met 2 honden, 2 katten, 2 kippen en één echtgenoot in een gewoon rijtjeshuis en met een gehuurde moestuin. Nu is november aan de beurt.

Deze november was de omslag van de herfst pas echt goed te merken. Regelmatig voelde ik 's ochtends tijdens de boswandelingen het scherpe randje van de kou al in de lucht hangen. Dramatische zonsondergangen trokken ook voorbij. Maar daarnaast had het weer nog veel meer in petto. Wolkbreuken met gietende regenpijpen, hagel en wind heb ik over me heen gekregen. Gelukkig ook waterige zonnetjes. Was de eerste helft van de maand het bos nog vooral okerkleurig geweest, inmiddels zijn de bladeren voor het grootste gedeelte van de bomen af gewaaid. De wintertijd heeft deze maand ingeluid, de donkerte kruipt samen met de eerste nachtvorsten gestaag vooruit.
Voor mij persoonlijk was november een uitzonderlijk hectische maand vanwege verhuis- en verbouwingsperikelen op m'n (part-time)werk en alle daarbij horende opstartproblemen. Een maand van stress, slaaptekort en veel kopzorgen. Het is even niet anders.

De moestuin:

Veel tijd om in de moestuin te werken had ik daarom niet deze maand, het was gewoonweg té druk op m'n werk en m'n hoofd stond er niet naar. Heb eigenlijk alleen het afval van de opruimwoede uit oktober verwerkt en afgevoerd. Wel de kas nog helemaal leeg getrokken en schoongemaakt, waar ook zolang de net opgegraven dahliaknollen konden drogen voordat de vorst ze te pakken zou krijgen. Maar meer zat er eventjes niet in.

De kippetjes:

De kippen gaan goed. Popo, de bruine kip, is nu bijna door haar rui heen. Al haar veertjes zijn weer diep donkerbruin behalve op de basis van haar staart waar nog een kransje van lichtere (oudere) veren zichtbaar is. Echt heel koud zal ze het niet meer krijgen, vermoed ik.
De meeste veertjes in het hok zijn grijskleurig en dus van Fops. Pas deze maand is ze gestopt met het legen van eitjes, wat toch nog ruim 1,5 maand later is dan vorig jaar. Ik denk/hoop dat dat door het gefermenteerde kippenvoer komt wat ze sinds dit jaar te eten krijgen. Ze zijn er ook helemaal dol op.
 
Je zou trouwens denken dat Fops inmiddels dus wel zo half kaal zou moeten zijn met al die losgelaten veren maar het tegendeel is waar. Hoewel ze wel iets verfomfaaider oogt en een kalig kalkoennekkie krijgt ziet ze er nog opvallend bedekt uit. Ik hoop maar dat er geen grote kale plekken vallen als straks de strengere vorst om de hoek komt kijken. Vooralsnog lijkt ze niet erg onder de indruk, al vond ze de dagenlange regen maar saai.

Huishouden:

Op huishoudelijk gebied was er wel een uitzonderlijk feit te melden want ik kreeg het tijdschrift Landleven op bezoek. Eerst in de vorm van Otto, de fotograaf. En later van Angela, die het interview aflegde. Het thema waar ze mij een poosje terug al voor gevraagd hadden was voor het aankomend maartnummer wat grotendeels over de voorjaarsschoonmaak zal gaan, in mijn geval vroegen ze specifiek naar het ramen wassen.
fotografie: Otto Kalkhoven
Ze hadden november gekozen voor het maken van de foto's omdat het qua licht het meest 'maarts' zou voelen, maar linksboven op bovenstaande foto kun je aan het laatste druiventrosje zien dat we toch echt nog in het najaar zitten. Ondanks alle regenbuien brak die dag net even het zonnetje door, ook erg fijn. En afgezien van Raafje op de foto zijn er meer huisdieren op de gevoelige plaat terecht gekomen, was erg gezellig allemaal. De hoeveelheid sop op de foto is trouwens meer voor het fotografische effect dan dat het helemaal realistisch is maar dat mag de pret allemaal niet drukken. Voor mij was het even een welkome afleiding in een enorm drukke tijd.
Hoe het complete eindresultaat gaat worden moet ik verder zelf ook nog even afwachten. Weet alleen dat het waarschijnlijk 4 pagina's gaan worden met een uiteenzetting van ramen wassen op Grootmoeders Wijze. Leuk he? We gaan het zien in maart!

Sowieso heeft de 2x per wekelijkse poets in huis niet enorm te lijden gehad onder mijn drukke werk elders. Gek genoeg gaf het me zelfs rust en houvast, als een noodzakelijk iets om je hoofd mee leeg te maken (en je huis juist schoner.) Ik blijf erbij dat het veel fijner poetsen is als het qua vuiligheid nog niet uit de hand is gelopen. Het werk is lichter, het resultaat sneller. En echt, niets fijner dan thuiskomen in een opgeruimd huis als je hoofd vol en hectisch is. De twee ochtenden in de week die ik daarvoor heb ingepland hou ik standvastig vrij van andere zaken. Bijna als een soort heilige maatregel om op die manier de inwendige drukte niet te reflecteren op m'n eigen huis.

Op de koude novemberavonden ging het kacheltje aan met een lekker luchtje. Zo gemoedelijk en huislijk wordt het daarvan, vooral met allemaal slaperige beestjes rondom. We stoken niet buitengewoon vaak, een paar keer per maand, dus dat kacheltje voelt nog steeds speciaal. Het is ook zo'n heerlijke warmte. Zulke avonden mogen van mij 2x zo langzaam gaan dan ze feitelijk doen, maar helaas lijken ze juist sneller te gaan. Misschien ligt dat ook aan m'n jachtige hoofd, al merkte ik gelukkig ook dat tegen het eind van de maand de drukte niet zozeer minder maar wel beter behapbaar werd. Kon het af en toe beter van me afzetten.

Zo kon het ook gebeuren dat ik tegen het einde van de maand eindelijk even de rust nam om een paar sokken af te breien die al eindeloos lang lagen te wachten op dat laatste loodje. Het zijn extra lange geworden en dat komt goed uit want december zit om het hoekje. Dan is niets fijner dan eigen gebreide warme sokken, wist je dat?

vrijdag 1 december 2017

C: Ga toch fietsen

In de jaren '80, toen het nog stikte van de buttons, gaf m'n moeder me er ooit eentje met het opschrift: "Ik fiets, stil en schoon". Dat was uiteraard een soort anti-auto/pro-milieu-button, maar m'n moeder vertaalde het iets anders. -Stil- was voor haar eerder een associatie voor -sereen- en het woord -schoon- betekent in het Belgisch/Brabants ook wel -mooi-.  Het opschrift ging voor haar dus eerder over een statige manier van fietsen. Stil en schoon...rechtop, gedistingeerd, waardig, esthetisch.
Ik vermoed dat ze het aan me gaf om me aan m'n houding te herinneren, om trots en rechtop door het leven te gaan, zelfs op de fiets. Gek genoeg had dat ook inderdaad effect destijds. Soms rechtte ik tijdens dagelijkse fietsritjes opeens zelfbewust m'n rug, adellijk probeerde ik daarnaast in een zo recht mogelijke lijn te sturen en fluisterde zachtjes tegen mezelf: "ik fiets.... stil en schoon".

In Nederland zit fietsen, naast lopen en zwemmen, zowat in ons basispakket qua vaardigheden die je zo snel mogelijk moet leren. En hoewel ik niet echt een fietsfreak ben geworden, in de zin dat ik er sportief of recreatief buitensporig veel gebruik van maak, is een fiets iets wat er als gebruiksmiddel gewoon bij hoort. Punt. Het is een handig, goedkoop en milieubewust vervoersmiddel en alles wat in een afstand van pakweg 5 km zit wordt hier zoveel mogelijk op de fiets gedaan, mits weersomstandigheden of ballast het toelaten. (En dat kan behoorlijk zijn.)

Nu is het zo dat ik qua woon-werk verkeer óók die regel had. Mijn werk bevond zich net binnen de 5 kilometer dus over het algemeen was het voornemen om dat gewoon op de fiets te doen. Nu hád ik soms zware pakken klei te vervoeren, of kwetsbare werkstukken, dan ging ik heel luxe met de auto die ik ook nog eens gratis en zowat tégen m'n lokaal aan kon parkeren. Als het extreem koud, nat of winters was zag ik het ook niet altijd zitten om 's avonds laat nog op m'n fietsje naar de cursussen te trappen. En heel soms was ik gewoon een beetje lui, of oprecht moe, of té laat om met de fiets te gaan. Het resultaat was vaak een beetje 50-50.

Dit jaar is m'n werk echter verhuisd. Vérder weg aan de andere kant van het centrum. Ook zijn m'n uren uitgebreid wat betekent dat ik vaker op en neer moet (op een dag). Met de auto gaan klinkt aanlokkelijker maar gratis parkeren is weer een stuk omslachtiger en veel verder van het nieuwe gebouw af. Betaald parkeren tikt weer zo aan. Ik zat eventjes met een soort dilemma. Ik wíl graag fietsen, vanwege het milieuaspect alleen al, of de altijd aanwezige goede voornemens qua conditie etc, maar 2 uur op een dag vind ik wel wat veel, vooral als de helft daarvan 's avonds in het donker is, door deels afgelegen stukken.

Het antwoord kwam echter onverwacht deze zomer. Ik ging een paar dagen met de hondjes naar Vlieland om een vriend te bezoeken en mocht daar zijn fiets lenen, een elektrische fiets ook nog. Oh, jongens... een elektrische fiets!! Ik was er altijd een beetje neerbuigend over geweest, tenminste, als fiets voor mensen van mijn leeftijd. Kom op, we zijn toch nog niet bejaard, of wel?!?
Maar werkelijk, nog geen 5 minuten op die fiets en ik was helemaal om, wát een zaligheid!
Ik heb de dagen daarop elke keer een hele lange fietstocht gemaakt, over de knisperende schelpenpaden, door winderige duinen, kriskras dat eiland over met rennende hondjes aan m'n zij. Pauzes op verlate stranden, op stille bosbankjes. Het waren de heerlijkste dagen van het jaar en die fiets maakte het alleen maar mooier. In plaats van je de tering te trappen kon je heerlijk genieten van de zeewind, van de weidse uitzichten, van de gezonde buitenlucht zonder verder extreem vermoeid te raken.

Eenmaal weer thuis, en na een zomer sparen, hakte ik al gauw de knoop door. Ondanks dat ik nog lang niet bejaard ben kocht ik tóch als verjaardagscadeau voor mezelf een heuse elektrische fiets. Eentje specifiek voor woon-werk verkeer, een prachtig transportmodel en bijna identiek aan mijn vorige, gewone, fiets. Ik vind 'm geweldig. Nu ik 'm ongeveer 2 maanden volop in gebruik heb kan ik alleen maar beamen dat het de perfecte oplossing is. M'n reistijd scheelt ongeveer 40% vergeleken met een gewone fiets (zelfs met minimale ondersteuning) en is daarmee heel doenbaar. Ik kom ook niet vermoeid en bezweet in de lessen aan. En 's avonds, als ik laat weer naar huis ga, sjees ik over de lege fietspaden weer gauw naar m'n bedje toe. Nog mooier, ik heb al 2,5 maand niet meer hoeven tanken want m'n auto staat veel meer stil.

En als ik zo fiets, met dat denkbeeldige windje in m'n rug die de scherpe kantjes ervan af haalt, recht ik regelmatig m'n rug, kijk fier voor me uit en denk: "Ik fiets....stil én schoon." Nog steeds.