In het kleine dorp waar wij zijn geboren en getogen (zie ook het kopje "onze wortels") is Johannes de Doper de patroonheilige. Dat merk je bijvoorbeeld aan de benaming van een aantal straten en gebouwen (Basisschool St. Jan aan de St Jan baptistastraat of coöp St. Jan (het enige kruidenierswinkeltje in het dorp, niet veel groter dan een campingwinkel.)) maar het meest merk je dat op 24 juni. Want dan is het officieel St. Jansdag.
Op St. Jansdag is het traditie om een eigen St. Janstros te maken, een boeket geplukte bloemen/grassen/kruiden, die tijdens een openluchtviering bij het plaatselijke kapelletje (St. Janskapel) door de pastoor wordt gezegend. Deze viering wordt begeleidt door het schuttersgilde St. Jan, compleet met tamboers, vendeliers en paard, alles in traditioneel kostuum. Erg indrukwekkend.
De gezegende tros wordt vervolgens bij de eigen voordeur gehangen waar het kwade geesten en blikseminslag tegenhoudt.
Al op de lagere school leerden wij over deze plaatselijke traditie (die al uit de 17e eeuw stamt), de samenstelling van de trossen en de geschiedenis van het kapelletje. En uiteraard hebben wij als kind de viering meerdere keren bijgewoond. Vaak zelfs met meerdere trossen, voor de buren die wat slechter ter been waren.
Nu woon ik niet meer in het dorp, dus ook de St. Jansviering schiet er wel eens bij in. Ook al had ik me dit jaar nog zo voorgenomen om weer te gaan (het lijstje met de benodigde planten had ik alweer opgezocht), toch schoot het er door drukte weer bij in. De viering was een week geleden en pas vandaag was ik weer eens in het dorp op bezoek. Kon het niet laten om even bij het kapelletje langs te gaan....
....en inderdaad, er hing een tros naast de deur. Al iets verdort in de afgelopen week.
Ook bij meerdere boerderijen hingen trossen bij de deur.
Zelfs de molenbouwer had een St. Janstros in de kop van zijn molen hangen.... tegen de bliksem.
Hij had 'm extra dik laten zegenen vertelde hij.....voor de zekerheid.
Vanzelfsprekend is St. Janskruid de allerbelangrijkste plant in de tros. Dus om een beetje in de geest van de viering te blijven ben ik daarmee aan de slag gegaan om St. Jansolie te kunnen maken. 's Ochtends al op pad om wat bloemen te verzamelen die uiteraard rond deze periode in bloei staan. (Hoewel dit kruid bijna overal langs snelwegen te vinden is heeft het me toch even gekost eer ik een plek bij mij in de buurt had gevonden waar minder vervuiling is.)
Mooi landelijk in een slootje bij een wei, maar 10 minuten fietsen van mijn huis vandaan!
En onder belangstelling van de eerste nieuwsgierige koe.
En een tweede.. en een derde... Uiteindelijk stonden er 17 vrolijk snuivende jongedames toe te kijken hoe ik de bloemetjes uit de plant plukte. (Er zijn ergere manieren om je ochtend door te komen!) Was heel gezellig!
Je krijgt er wel een beetje rode vingers van. (Volgens sommigen houdt dat symbolisch verband met het martelaarsbloed van Johannes de doper tijdens zijn onthoofding. De bloemetjes worden in wezen ook onthoofd...oei.)
Houd je het blad tegen het licht zie je allemaal kleine gaatjes, die zouden er door de duivel zelf zijn ingeprikt uit jaloezie voor de geneeskrachtige eigenschappen van de plant.
(St. Janskruid wordt ook wel "jaag den duivel" genoemd.)
Thuis heb ik de bloemhoofdjes in gesteriliseerde glazen potjes met olie gelegd om een aantal weken te trekken. Ik gebruikte biologische zonnebloemolie aangelengd met olijf -en amandelolie.Warm wegzetten en regelmatig schudden. (Omdat je hier met verse bloemen werkt ipv gedroogde, is het belangrijk dat ze helemaal onder de olie staan anders kunnen ze gaan schimmelen.) Al vrij snel verkleurt de olie naar een steeds rodere kleur. (Het linker potje is van vandaag, het rechterpotje van gisteren) Als je wil kun je de olie een aantal keer aanvullen met nieuw geplukte bloemen om het zo steeds geconcentreerder te maken. Na drie tot vier weken het geheel zeven en in schone potten koel en donker opslaan.
De St. Jansolie die zo ontstaat werkt tegen brandwonden, kneuzingen, gezwellen en verstuikingen. Altijd handig!
Maar natuurlijk heb ik ook een klein takje bij m'n voordeur gehangen, samen met notenblad en korenbloem. Dat is de St. Janstros in zijn meest minimale vorm. Je weet toch maar nooit, met al die zomerse onweersbuien! En dan volgend jaar weer eens voor het officiële pakket!
(Mirjam, ga je dan mee?)
P.S. update.. Bij m'n ouders is intussen de zolder opgeruimd. Allemaal hele oude schriften en tekeningen kwamen tevoorschijn. Daartussen ook mijn schriftje uit de 5e klas (groep 7) over de plaatselijke geschiedenis van het kapelletje én de opsomming van alle planten voor een officiële St. Janstros. Altijd handig om bij elkaar te hebben staan.
Ik weet nog wel dat het heel bijzonder was dat we met vulpen mochten schrijven.
Én dat ik werd uitgelachen om m'n hoofdletter W, want dat leken net billetjes!! Ah, de dingen die je soms onthoudt!! : )