zaterdag 16 december 2017

C: Schemeren

De laatste tijd ben ik wat vaker nostalgisch de muziek van vroeger thuis aan het luisteren. Een abonnement bij Spotify maakte dat opeens supermakkelijk. Eigenlijk bestaat er haast geen betere tijdscapsule dan muziek om je weer terug te laten zuigen in vroeger tijden. Veel van de oude LP's uit die tijd hebben m'n ouders al lang niet meer uiteraard, die zijn na het kapot gaan van de pickup allemaal zoetjes aan naar de kringloop gegaan. De CD speler bracht daarna weer nieuwe muziek, een andere fase.
Als ik terug ga naar onze "LP-tijd" dan hoor ik muziek van Simon & Garfunkel, perfecte slowdown muziek voor deze donkere dagen voor Kerst. Ook veel Nederlandstalig zoals Herman van Veen en Robert Long. En als het helemaal de diepte ingaat naar lokaal niveau dan is daar Willem Vermandere (uit onze tijd in België) en Gerard van Maasakkers. Vooral die laatste raakt de kern het meest vanwege de onderwerpen en daarbij vooral ook zijn oudere muziek omdat daarop het dialect nog sterker was. (Hoewel wij thuis nooit plat Brabants hebben leren spreken, m'n ouders kwamen immers uit Amsterdam, verstaan we het uiteraard uitstekend omdat zowat iedereen om ons heen aan vriendjes en buurtgenoten wél dialect sprak.) Het klinkt vertrouwd in de oren en zuigt me meteen m'n kindertijd in.

Één liedje vooral zette me nu aan het denken: "Ik laot d'n dag nog efkes dure", heet het.
In gewoon Nederlands gaat een gedeelte  zo:

Ik laat de dag nog even duren
Nog geen lamp aan, geen gordijn
Even zitten, even kijken
Kijken naar dit uur, van mijn

Het gaat over het stilstaan op het einde van de dag, in het uur waarin het licht afneemt van licht naar donker. Over de tijd nemen om de drukte van de dag van je af te laten glijden en je voor te bereiden op de uren die nog komen gaan.

Ik herinnerde me dat ik me als kind in het najaar vaak letterlijk in het raam boven op de balustrade nestelde om naar dit uur te kijken. Dat raam gaf uitzicht over de luchten in het Westen, boven de uitgestrekte weilanden en bossen. En dat ik dan langdurig keek hoe de wolken langzaam veranderden, hoe de zon onderging en de kleuren van zalmachtig oranje naar steeds lilagrijzer en donkerder blauw trokken. Onderwijl hoorde ik de typische huisgeluiden. Van m'n moeder die in de keuken bezig was, of hoe m'n vader thuiskwam van werk en steevast altijd eerst de wc-deur dichttrok (die kennelijk altijd op een kiertje stond) voor hij de kamer in kwam en de honden begroette. En ik herinnerde me hoe veilig en vertrouwd ik me voelde en hoe immens en groots de luchten waren.

Ik denk eerlijk gezegd niet dat ik ooit dichter bij het onderwerp van dit liedje ben gekomen dan toen, of het moet tijdens vakanties zijn geweest. Maar echt even een uurtje zitten en compleet nietsdoen, op een normale dag, zit er hier al lang niet meer in. Natuurlijk hebben we meer afleidingen en verantwoordelijkheden nu, ik geloof echt dat de wereld drukker is geworden. Maar ik geloof óók dat we vaak drukker doen en ons drukker máken dan werkelijk nodig is.
Vooral de afgelopen tijd, met de enorme drukte op m'n werk die inwendig ook m'n vrije tijd en slaap bezig hield, deed het me steeds meer beseffen dat de balans voornamelijk zit in het af en toe kunnen stilstaan en nietsdoen. Schemertijd is daar perfect voor. Wat een mooie gewoonte is het dan om dat weer op te pakken, lijkt me. Al is het maar eens per week. Gewoon gaan zitten en voor je uit turen in de stilte van de schemer.

Ik sprak hierover met een van m'n bosvriendinnen. Een oudere vrouw met de liefste, zachtste hond die je ooit hebt gezien. Op veel van m'n ochtendwandelingen kom ik haar tegen en dan lopen we samen een eindje op en bespreken de orde van de dag.
Van haar hoorde ik dat dit hele gegeven van stilstaan op het einde van de dag ook daadwerkelijk een werkwoord heeft: "Schemeren". Zij deed dat vroeger samen met haar oma, dan gingen ze aan de keukentafel zitten, hadden alleen een schemerlampje in de hoek aan en lieten de kamer steeds donkerder en gezelliger worden.

Ik had zelf  nog nooit van het woord schemeren in deze context gehoord dus ter onderzoek liet ik het ook eens vallen in één van m'n cursistengroepen (de middaggroep met de oudste cursisten). En warempel, ja...schemeren...dat kende een aantal wel.  Maar grotendeels vooral 'van vroeger' of van hun grootouders. Er werd een theorie bedacht dat het waarschijnlijk vooral in de boerendorpen voorkwam, waar de mensen na een lange dag werken en vroeg opstaan de schemertijd namen om even tot rust te komen. En (misschien) uit zuinigheid zo lang mogelijk de lichten uit lieten.

Ook internet bevestigde de betekenis, al kon ik niet veel vinden over de herkomst ervan. Daar las ik trouwens nóg iets wat me bijbleef over dit werkwoord. Namelijk dat het woord 'schemeren' plaatselijk in het dialect ook gebruikt wordt als synoniem voor 'je geheugen verliezen'. Dat trof me omdat ik dat zo'n mooie manier vond om bijvoorbeeld dementie te omschrijven.

Hier is mijn moeder op die manier in haar hoofd ook aan het schemeren. Ze is zelfs al jarenlang aan het schemeren en ik denk wel eens dat dat een grote reden is geweest waarom we dit blog destijds zijn begonnen. Om zo de tijd te eren waarin onze basis is gelegd. Om het te herinneren en zo lang mogelijk vast te kunnen houden. Om het te delen en vooral niet te vergeten. Zoals zij doet.

Ik vond deze toepasselijke foto van ongeveer 10 jaar terug. Genomen vanuit dat raam op het Westen van waaruit ik als kind eindeloos naar de luchten staarde, met het prachtige uitzicht over de weilanden richting de bossen. M'n moeder vrolijk zwaaiend in de tuin. Toen nog aan het begin van haar 'schemer'. Inmiddels gaat haar hoofd van lilagrijs richting het donkerblauwe. Hier en daar nog wel zalmkleurige flarden gelukkig, maar daarnaast soms ook zwarte. Het stemt me vaak triest, dit 'geestelijke vertrek' van haar wat zo ontzettend langzaam maar onomkeerbaar over de jaren wordt uitgerekt en daarnaast toch soms met zulke snelle schreden lijkt te gaan.

Ik denk dat ik de ene manier van schemeren steeds meer nodig ga hebben om de andere manier van schemeren te kunnen verwerken. Om de tijd te voelen die op verschillende manieren parten met ons speelt. Om tot rust te komen en stil te staan bij alles wat komt en gaat.
En dan moedig de draad weer op te pikken.

zondag 10 december 2017

C: De heemstede in november



In oktober startte ik met een korte opsomming over de "heemstede" van die maand, om inzichtelijk te maken wat er hier aan soort werkzaamheden voorbij kwam die onder die noemer konden vallen. Ook al zit ik niet op een feitelijk boerderijtje, heemsteden kan onder allerlei omstandigheden. In mijn geval met 2 honden, 2 katten, 2 kippen en één echtgenoot in een gewoon rijtjeshuis en met een gehuurde moestuin. Nu is november aan de beurt.

Deze november was de omslag van de herfst pas echt goed te merken. Regelmatig voelde ik 's ochtends tijdens de boswandelingen het scherpe randje van de kou al in de lucht hangen. Dramatische zonsondergangen trokken ook voorbij. Maar daarnaast had het weer nog veel meer in petto. Wolkbreuken met gietende regenpijpen, hagel en wind heb ik over me heen gekregen. Gelukkig ook waterige zonnetjes. Was de eerste helft van de maand het bos nog vooral okerkleurig geweest, inmiddels zijn de bladeren voor het grootste gedeelte van de bomen af gewaaid. De wintertijd heeft deze maand ingeluid, de donkerte kruipt samen met de eerste nachtvorsten gestaag vooruit.
Voor mij persoonlijk was november een uitzonderlijk hectische maand vanwege verhuis- en verbouwingsperikelen op m'n (part-time)werk en alle daarbij horende opstartproblemen. Een maand van stress, slaaptekort en veel kopzorgen. Het is even niet anders.

De moestuin:

Veel tijd om in de moestuin te werken had ik daarom niet deze maand, het was gewoonweg té druk op m'n werk en m'n hoofd stond er niet naar. Heb eigenlijk alleen het afval van de opruimwoede uit oktober verwerkt en afgevoerd. Wel de kas nog helemaal leeg getrokken en schoongemaakt, waar ook zolang de net opgegraven dahliaknollen konden drogen voordat de vorst ze te pakken zou krijgen. Maar meer zat er eventjes niet in.

De kippetjes:

De kippen gaan goed. Popo, de bruine kip, is nu bijna door haar rui heen. Al haar veertjes zijn weer diep donkerbruin behalve op de basis van haar staart waar nog een kransje van lichtere (oudere) veren zichtbaar is. Echt heel koud zal ze het niet meer krijgen, vermoed ik.
De meeste veertjes in het hok zijn grijskleurig en dus van Fops. Pas deze maand is ze gestopt met het legen van eitjes, wat toch nog ruim 1,5 maand later is dan vorig jaar. Ik denk/hoop dat dat door het gefermenteerde kippenvoer komt wat ze sinds dit jaar te eten krijgen. Ze zijn er ook helemaal dol op.
 
Je zou trouwens denken dat Fops inmiddels dus wel zo half kaal zou moeten zijn met al die losgelaten veren maar het tegendeel is waar. Hoewel ze wel iets verfomfaaider oogt en een kalig kalkoennekkie krijgt ziet ze er nog opvallend bedekt uit. Ik hoop maar dat er geen grote kale plekken vallen als straks de strengere vorst om de hoek komt kijken. Vooralsnog lijkt ze niet erg onder de indruk, al vond ze de dagenlange regen maar saai.

Huishouden:

Op huishoudelijk gebied was er wel een uitzonderlijk feit te melden want ik kreeg het tijdschrift Landleven op bezoek. Eerst in de vorm van Otto, de fotograaf. En later van Angela, die het interview aflegde. Het thema waar ze mij een poosje terug al voor gevraagd hadden was voor het aankomend maartnummer wat grotendeels over de voorjaarsschoonmaak zal gaan, in mijn geval vroegen ze specifiek naar het ramen wassen.
fotografie: Otto Kalkhoven
Ze hadden november gekozen voor het maken van de foto's omdat het qua licht het meest 'maarts' zou voelen, maar linksboven op bovenstaande foto kun je aan het laatste druiventrosje zien dat we toch echt nog in het najaar zitten. Ondanks alle regenbuien brak die dag net even het zonnetje door, ook erg fijn. En afgezien van Raafje op de foto zijn er meer huisdieren op de gevoelige plaat terecht gekomen, was erg gezellig allemaal. De hoeveelheid sop op de foto is trouwens meer voor het fotografische effect dan dat het helemaal realistisch is maar dat mag de pret allemaal niet drukken. Voor mij was het even een welkome afleiding in een enorm drukke tijd.
Hoe het complete eindresultaat gaat worden moet ik verder zelf ook nog even afwachten. Weet alleen dat het waarschijnlijk 4 pagina's gaan worden met een uiteenzetting van ramen wassen op Grootmoeders Wijze. Leuk he? We gaan het zien in maart!

Sowieso heeft de 2x per wekelijkse poets in huis niet enorm te lijden gehad onder mijn drukke werk elders. Gek genoeg gaf het me zelfs rust en houvast, als een noodzakelijk iets om je hoofd mee leeg te maken (en je huis juist schoner.) Ik blijf erbij dat het veel fijner poetsen is als het qua vuiligheid nog niet uit de hand is gelopen. Het werk is lichter, het resultaat sneller. En echt, niets fijner dan thuiskomen in een opgeruimd huis als je hoofd vol en hectisch is. De twee ochtenden in de week die ik daarvoor heb ingepland hou ik standvastig vrij van andere zaken. Bijna als een soort heilige maatregel om op die manier de inwendige drukte niet te reflecteren op m'n eigen huis.

Op de koude novemberavonden ging het kacheltje aan met een lekker luchtje. Zo gemoedelijk en huislijk wordt het daarvan, vooral met allemaal slaperige beestjes rondom. We stoken niet buitengewoon vaak, een paar keer per maand, dus dat kacheltje voelt nog steeds speciaal. Het is ook zo'n heerlijke warmte. Zulke avonden mogen van mij 2x zo langzaam gaan dan ze feitelijk doen, maar helaas lijken ze juist sneller te gaan. Misschien ligt dat ook aan m'n jachtige hoofd, al merkte ik gelukkig ook dat tegen het eind van de maand de drukte niet zozeer minder maar wel beter behapbaar werd. Kon het af en toe beter van me afzetten.

Zo kon het ook gebeuren dat ik tegen het einde van de maand eindelijk even de rust nam om een paar sokken af te breien die al eindeloos lang lagen te wachten op dat laatste loodje. Het zijn extra lange geworden en dat komt goed uit want december zit om het hoekje. Dan is niets fijner dan eigen gebreide warme sokken, wist je dat?

vrijdag 1 december 2017

C: Ga toch fietsen

In de jaren '80, toen het nog stikte van de buttons, gaf m'n moeder me er ooit eentje met het opschrift: "Ik fiets, stil en schoon". Dat was uiteraard een soort anti-auto/pro-milieu-button, maar m'n moeder vertaalde het iets anders. -Stil- was voor haar eerder een associatie voor -sereen- en het woord -schoon- betekent in het Belgisch/Brabants ook wel -mooi-.  Het opschrift ging voor haar dus eerder over een statige manier van fietsen. Stil en schoon...rechtop, gedistingeerd, waardig, esthetisch.
Ik vermoed dat ze het aan me gaf om me aan m'n houding te herinneren, om trots en rechtop door het leven te gaan, zelfs op de fiets. Gek genoeg had dat ook inderdaad effect destijds. Soms rechtte ik tijdens dagelijkse fietsritjes opeens zelfbewust m'n rug, adellijk probeerde ik daarnaast in een zo recht mogelijke lijn te sturen en fluisterde zachtjes tegen mezelf: "ik fiets.... stil en schoon".

In Nederland zit fietsen, naast lopen en zwemmen, zowat in ons basispakket qua vaardigheden die je zo snel mogelijk moet leren. En hoewel ik niet echt een fietsfreak ben geworden, in de zin dat ik er sportief of recreatief buitensporig veel gebruik van maak, is een fiets iets wat er als gebruiksmiddel gewoon bij hoort. Punt. Het is een handig, goedkoop en milieubewust vervoersmiddel en alles wat in een afstand van pakweg 5 km zit wordt hier zoveel mogelijk op de fiets gedaan, mits weersomstandigheden of ballast het toelaten. (En dat kan behoorlijk zijn.)

Nu is het zo dat ik qua woon-werk verkeer óók die regel had. Mijn werk bevond zich net binnen de 5 kilometer dus over het algemeen was het voornemen om dat gewoon op de fiets te doen. Nu hád ik soms zware pakken klei te vervoeren, of kwetsbare werkstukken, dan ging ik heel luxe met de auto die ik ook nog eens gratis en zowat tégen m'n lokaal aan kon parkeren. Als het extreem koud, nat of winters was zag ik het ook niet altijd zitten om 's avonds laat nog op m'n fietsje naar de cursussen te trappen. En heel soms was ik gewoon een beetje lui, of oprecht moe, of té laat om met de fiets te gaan. Het resultaat was vaak een beetje 50-50.

Dit jaar is m'n werk echter verhuisd. Vérder weg aan de andere kant van het centrum. Ook zijn m'n uren uitgebreid wat betekent dat ik vaker op en neer moet (op een dag). Met de auto gaan klinkt aanlokkelijker maar gratis parkeren is weer een stuk omslachtiger en veel verder van het nieuwe gebouw af. Betaald parkeren tikt weer zo aan. Ik zat eventjes met een soort dilemma. Ik wíl graag fietsen, vanwege het milieuaspect alleen al, of de altijd aanwezige goede voornemens qua conditie etc, maar 2 uur op een dag vind ik wel wat veel, vooral als de helft daarvan 's avonds in het donker is, door deels afgelegen stukken.

Het antwoord kwam echter onverwacht deze zomer. Ik ging een paar dagen met de hondjes naar Vlieland om een vriend te bezoeken en mocht daar zijn fiets lenen, een elektrische fiets ook nog. Oh, jongens... een elektrische fiets!! Ik was er altijd een beetje neerbuigend over geweest, tenminste, als fiets voor mensen van mijn leeftijd. Kom op, we zijn toch nog niet bejaard, of wel?!?
Maar werkelijk, nog geen 5 minuten op die fiets en ik was helemaal om, wát een zaligheid!
Ik heb de dagen daarop elke keer een hele lange fietstocht gemaakt, over de knisperende schelpenpaden, door winderige duinen, kriskras dat eiland over met rennende hondjes aan m'n zij. Pauzes op verlate stranden, op stille bosbankjes. Het waren de heerlijkste dagen van het jaar en die fiets maakte het alleen maar mooier. In plaats van je de tering te trappen kon je heerlijk genieten van de zeewind, van de weidse uitzichten, van de gezonde buitenlucht zonder verder extreem vermoeid te raken.

Eenmaal weer thuis, en na een zomer sparen, hakte ik al gauw de knoop door. Ondanks dat ik nog lang niet bejaard ben kocht ik tóch als verjaardagscadeau voor mezelf een heuse elektrische fiets. Eentje specifiek voor woon-werk verkeer, een prachtig transportmodel en bijna identiek aan mijn vorige, gewone, fiets. Ik vind 'm geweldig. Nu ik 'm ongeveer 2 maanden volop in gebruik heb kan ik alleen maar beamen dat het de perfecte oplossing is. M'n reistijd scheelt ongeveer 40% vergeleken met een gewone fiets (zelfs met minimale ondersteuning) en is daarmee heel doenbaar. Ik kom ook niet vermoeid en bezweet in de lessen aan. En 's avonds, als ik laat weer naar huis ga, sjees ik over de lege fietspaden weer gauw naar m'n bedje toe. Nog mooier, ik heb al 2,5 maand niet meer hoeven tanken want m'n auto staat veel meer stil.

En als ik zo fiets, met dat denkbeeldige windje in m'n rug die de scherpe kantjes ervan af haalt, recht ik regelmatig m'n rug, kijk fier voor me uit en denk: "Ik fiets....stil én schoon." Nog steeds.


zaterdag 11 november 2017

C: de heemstede in oktober

Hoewel ik pas halverwege oktober op het idee kwam om een maandelijkse update te geven over de heemstede hier en ik dus niet alles netjes met de camera had vastgelegd, wilde ik het toch niet overslaan. Het is zo'n sleutelmaand tussen zomer en herfst waarin veel gebeurt dat ik die niet wilde onthouden. Geeft me misschien meteen de gelegenheid om het concept eens rustig uit te proberen.
Als je niet precies weet wat een heemstede inhoudt kan je eerst deze blogpost uit augustus eens lezen. Zelf kan ik daar dan nog bij vermelden dat ik dus niet in een idyllisch boerderijtje op het platteland woon met wat koeien en een geit (helaas) maar gewoon in een rijtjeshuis en met een part-time baan in de stad. Toch hoeft dat geen reden te zijn het heemsteden niet op te pakken. En dat is precies wat ik met deze maandelijkse update wil laten zien. Het leven van een part-time urban heemsteder!

Dagelijks ritueel:

Mijn huishouden bestaat uit twee katten, twee honden en twee krielkippen (en één man). Inderdaad in een gewoon doorsnee rijtjeshuis met dito achtertuintje. Ik heb wel het geluk dat ik tegen een stuk overgangsland tussen dorp en stad woon met veel weilanden en héél erg dicht tegen een bos aan. Het gevoel van natuur is dichtbij. Het grote voordeel van de hondjes is dat ze me een dwingende reden geven vooral heel vaak en lang in dat bos te wandelen. In weer en wind. Die wandelingen geven automatisch een verbondenheid met de natuur, het weer, de wisseling van de seizoenen. Voor mij een haast onvervangbaar ritueel. Het bos geeft beweging, geestelijke ontspanning, sociale contacten maar in oktober ook oogst in de vorm van kastanjes, noten en paddestoelen.
Iedere ochtend, als ik terugkom van het uurtje bos verzorg ik ook meteen de kippetjes. Ik maak de mestplank schoon, geef ze te eten en blijf vertederd een poosje naar ze kijken. De kippetjes geven me het instant boerderijgevoel aan huis. Met een beetje fantasie boor je zo met gemak echt wel je innerlijke boerin aan. Voor het 9:00u. is heb ik zo iedere dag m'n portie frisse lucht en plattelandsgevoel al binnen en kan ik vol frisse moed aan de dag beginnen.

De moestuin:

Mijn moestuin huur ik bij een volkstuinencomplex en ligt dus niet in m'n eigen achtertuin. Daar zit een klein nadeel aan want ik kom er dus zeker niet elke dag. Wat zeg ik, niet eens per se elke week. En soms zijn er periodes dat ik er zelfs een maand niet kom. Je zou zeggen dat dat in de winter voorkomt, maar dit jaar viel zo'n maand dus ook in de zomer. Niet handig. Het kwam een beetje door omstandigheden zoals drukte en ziekte, maar ook een zekere mate van laksheid zat er op een gegeven ogenblik bij. De eerste dag van oktober brak ik maar eens met die gewoonte en vond de moestuin genadeloos in volle verwildering.

Aaaaghrr. Dat was tegen beter weten in tóch wel schrikken hoor! Zo'n confrontatie met de werkelijkheid. Het pad was zo goed als onbegaanbaar, het onkruid kniehoog. Wat had ik dan gedacht? Tijd voor actie, en vlug!

Ik had het geluk dat m'n werk in de stad nog niet was begonnen vanwege een grote verbouwing en aankomende verhuizing dus had alle tijd om eens flink tekeer te gaan in de moestuin. Eindelijk weer pas op de plaats en grip op de zaak. Uren en uren heb ik daar doorgebracht maar uiteindelijk kwam er toch weer lijn in, en rust. En keerde ik meermaals terug met oogst in de vorm van aardappelen, tomaten, gember, paprika's, spinazie, prei, wat bramen en frambozen. En bossen vol dahlia's.

De keuken:

Iets later dan normaal kwam ik dit jaar pas in oktober toe aan het maken van druivensap van eigen druifjes uit de achtertuin. Ik heb daar een sappan voor en dat werkt echt heel makkelijk. Toch kwam ik nu qua tijd niet verder dan één sessie en dat gaf 6 volle flessen voor de voorraadkast deze winter. De rest van de druifjes lieten we hangen voor de vogeltjes of plukten we ter plekke voor vers fruit.

Wel een typisch werkje voor oktober was het rapen, pellen en invriezen van tamme kastanjes uit het bos. Zo'n cadeautje vind ik dat toch altijd weer. En echt herfstgevoel-opwekkend. Jammer genoeg heeft onze gemeente vorige zomer een aantal van de kastanjebomen gekapt (stom én zonde!) maar ik hoef dan ook niet m'n hele vriezer vol te leggen. Geen foto's van gemaakt maar kijk zeker even voor het hoe-en-wat bij m'n eerdere blog hierover

En wat was het bos overladen met paddenstoelen dit seizoen!  Af en toe zag ik een mooie boleet die ik meteen bij thuiskomst opat in een omeletje. De hele keuken ruikt dan naar herfst. Kijk wel uit met paddenstoelen en verzeker je ervan dat je weet wat je plukt, zie ook hier.

De mispelboom die ik vorig jaar in m'n achtertuin plantte zou deze maand trouwens vruchten hebben moeten geven, maar helaas zit dat er dit eerste jaar nog niet in. De takken hebben wel allemaal blad gekregen (en leven dus) maar wellicht was alle kracht en energie nodig om goed aan te slaan. Nog een jaartje geduld dus.

Huishouden:

Oktober verliep wisselvallig op allerlei fronten. Hier in het zuiden van het land zelfs even een kleine stuiptrekking qua temperaturen die ver over de 20 graden gingen. Die dagen heb ik veel wassen gedraaid en ben met de hondjes gaan zwemmen in een plaatselijk vennetje. Het laatste restje vrij zomergevoel, wat enorm luxe voelde zo laat in het jaar. Maar halverwege sloeg het om.

Mijn werk in de stad startte weer en was drukker dan ooit vanwege een uitbreiding van uren en het gegeven dat ons bedrijf voor de helft moest verhuizen naar een nog niet helemaal opgeleverde verbouwde locatie, in combinatie met het onherroepelijk starten van een nieuw cursusjaar. 
Dit wist ik allemaal natuurlijk al een hele poos en het was een van de redenen geweest waarom ik afgelopen zomer de Grote Groene Poets thuis was begonnen. Nu was de tijd ook echt aangebroken waarin ik de beoogde voordelen van een schoon en opgeruimd huis kon ervaren. 
Het ging ook precies zoals ik had verwacht. Terwijl ik op m'n werk op hectiek en onverwachte verhuisproblemen stuitte en met een vol stressig hoofd na een avondles naar huis fietste, wachtte daar een heerlijk overzichtelijke plek om bij te komen en op te laden. Ik hield me keurig aan een schoonmaakrooster (die dus inmiddels gelukkig voornamelijk bestaat uit bijhouden in plaats van genadeloos vanuit achterstallig onderhoud moeten opruimen en schoonmaken) en kon niet gelukkiger zijn met alle structuur die ik voor mezelf had gecreëerd. Het scheelde een hoop irritatie en ongemak in een periode dat je toch al moe en druk bent. Opzet geslaagd! Die houden we erin.

De levende have:

De kippetjes gaan goed. Ze zijn nu wel al een tijdje op rantsoen gezet want ik ga echt wel proberen om Popo wat minder dik te krijgen. Ze krijgen nu alleen nog maar het gefermenteerde kippenvoer 's ochtends, en 's middags een klein handje harde granen. En onbeperkt groenvoer. Maar niets meer tussendoor.
Mijn euforie van afgelopen zomer waarin ik dacht dat Popo eindelijk weer eitjes was gaan leggen bleek toch niet het geval te zijn, helaas. De eitjes waren bij nader inzien en ooggetuigenissen toch echt alleen van Fops. (GeFopsfopt dus) Die op haar beurt trouwens enorm opleefde. Al gauw had ze geen last meer van dat wazige blauwe kammetje en haar lichte benauwdheid, dus ik denk dat het zeker iets met overtollige eiwitten te maken heeft gehad. Ze legt nu in oktober nog steeds, wat ze eerder ook nooit deed.  Popo daarentegen plant de oktobermaand in om te ruien. Het hele hok vol bruine veertjes. Kan ze straks weer mooi en nieuw de winter in.

En verder glijden we zo behoedzaam verder de herfst in. De poezen zoeken steeds meer de warme plekjes op, de hondjes spelen met de bladeren en houden hun neus hoog in de lucht om alle veranderlijke luchtjes goed te kunnen vangen. Nog even en de eerste kachel gaat aan, komt de donkerte binnen en kruipen we gezellig tegen elkaar aan. 
Ik zet nog maar eens een gouwe ouwe op om de nostalgische sfeer wat aan te dikken, Gerard van Maasakkers. Zijn LP's stonden vroeger bij m'n ouders regelmatig op want hij is onze regionale troubadour. Hij heeft zelfs een liedje specifiek over oktober.

vrijdag 3 november 2017

C: Hondentaal


Iedereen die honden heeft weet dat daar een zekere mate van opvoeding bij komt kijken, en wellicht ook dat dat bij de ene hond makkelijker gaat dan bij de andere. In dat opzicht zijn het net kinderen, maar dan met een vachtje. Zelf ben ik van huis uit opgegroeid met honden om me heen (én katten overigens) en heb ik bijna op de dag af 17 jaar geleden zelf m'n eerste hondje gekocht. De laatste negen jaar lopen hier zelfs 2 hondjes door m'n huis (én katten) maar toch beschouw ik mezelf nog steeds niet als een expert. Mijn honden zijn niet helemaal zonder probleemgedrag, ondanks hondencursussen, personal trainers en talloze afleveringen van Cesar Millan- de hondenfluisteraar. Is het misschien omdat ik niet helemaal een écht hondenmens ben? In het hele "honden- versus kattenmens debat" sta ik namelijk aan de kant van illustrator Dick Vincent:
Afbeeldingsresultaat voor dick vincent the best people
Maar eigenlijk denk ik niet dat het daaraan ligt. Na al die jaren ben ik dus maar tot de veronderstelling gekomen dat ik, met al m'n wetenschap en goede bedoelingen, ook maar gewoon een mens ben, net als dat de hondjes ook maar gewoon hondjes zijn. We leven samen, we doen ons best maar niemand is blijkbaar helemaal perfect. Daar zit wat in, toch?  
Maar afgelopen zomer kwam er opeens toch weer een nieuwe poging tot heropvoeding voorbij, in de vorm van informatieve videofilmpjes op YouTube. Van een man die me meer inzichten gaf dan welke eerdere cursus dan ook, en eentje die meer vruchten afwerpt dan ik had durven verwachten. Ik zal er hieronder meer over vertellen want haast niemand die ik ken heeft ooit van deze meneer gehoord, daar moet mijns inziens verandering in komen. Maar eerst even kort iets over m'n 'eigen' hondjes, voordat jullie denken dat dat vreselijke beesten zijn.

Nounouk, Balou, Palouki, Tapas, Doka, Raafje, Bashu en Spence:

 

Nounouk en Balou, moeder en dochter, zijn de honden uit m'n jeugd. Als ik terugga naar m'n vroegste herinneringen zijn zij nooit ver uit de buurt. Palouki kwam na de dood van Balou. Alle drie waren het zwarte riesenschnauzers, mét hangoren. Iets wat in die tijd (eind '70 begin '80) een zeldzaamheid was.
Ze waren groot en zwart en dat is voor kinderen vaak afschrikwekkend, maar deze honden waren lief en rustig en aanhankelijk. Ik kroop bij ze in de mand, of zij kropen bij mij op schoot. Ik heb van hen geleerd dat honden voor troost, gezelschap en gezelligheid zorgen. Ze waren net zo goed onderdeel van het gezin als wij. Zij legden de solide basis voor mijn hondenliefde.

Tapas was m'n eerste eigen hondje. Ik kocht haar in 2000 als pas-afgestudeerde, vrijwel meteen na m'n eerste sollicitatie toen duidelijk werd dat ik part-time zou gaan werken en dus tijd had voor een eigen hondje. (M'n eerste kat had ik toen al een aantal jaar.) Ik koos bijna vanzelfsprekend voor een schnauzer, alleen werd het vanwege allerlei financiële en praktische redenen een dwergschnauzer ipv een riesen. (En dus even groot als een kat.) Tapas was in allerlei opzichten HET perfecte hondje. Ze was makkelijk, rustig, volgzaam en superrrrrrlief. Ze had het vermogen om ieders hart te smelten, zelfs die van verstokte hondenhaters. Ook het ideale visite hondje. Ik heb haar jarenlang stiekem mee naar m'n keramieklessen gesmokkeld waar ze stilletjes in een mandje op de verwarming lag en steevast thuis kwam met witte vegen van alle kleihanden die haar geaaid hadden.

Tapas leerde me dat het heerlijk was om lange dagelijkse wandelingen te maken, wat ik tot op de dag van vandaag nog steeds doe, ze leerde me ook over verantwoordelijkheid en zorg en alle consequenties die daarbij horen. Ze kreeg één pup, Bashu, die bij m'n ouders ging wonen maar ook half bij ons hoorde. Ze stierf na 11 jaar in m'n armen en dat was de verdrietigste dag van m'n leven. Bashu is deze zomer op 14 jarige leeftijd gestorven.

Begin 2008, toen Tapas 7 jaar was, kwam er een tweede hondje bij, Doka. Dat was een beetje de 'schuld' van m'n schoonmoeder. Zij ging met pensioen en wilde toen net zo'n hondje als Tapas hebben waardoor we samen op pad gingen om een nestje te bekijken. Dan hang je natuurlijk. M'n schoonmoeder kocht een reutje, Spence, en ik kwam thuis met het zusje Doka. 
Of het nu kwam omdat Doka niet van een officiële fokker kwam maar daarentegen uit een gelegenheidsnestje van een ouder echtpaar, Doka was duidelijk anders. Haar bouw is atletisch en slank en haar karakter gevoelig, nerveus en schrikachtig. Voor het eerst werd ik geconfronteerd met een hondje dat niet zo makkelijk was. Zelf nog overtuigd van m'n uitstekende opvoedkwaliteiten (gezien het perfecte gedrag van Tapas) ging ik met haar vol vertrouwen op cursus en later zelfs naar een personal trainer in de veronderstelling dat haar bange gedrag het gevolg was van een klein trauma wat overwonnen kon worden. Maar in retrospectie denk ik dat wij destijds niet genoeg hadden ingezien hoe hypergevoelig ze van nature was. Een van de ideeën toen was om haar juist met haar angsten te confronteren, hard geluid, plotselinge wendingen etc. Maar inmiddels weet ik door schade en schande gelukkig dat ze het best gedijt op vertrouwen en bescherming. 

Doka leert me om iedere hond als apart individu te bekijken en dat niet alle honden dus zomaar makkelijk zijn. Door haar ben ik me veel meer in gedrag gaan verdiepen, in die van de hond én in die van de mijne. Ze is nu 9 en ze is een hele wijze lieve hond, maar wel nog steeds met een teer zieltje.

De laatste aanwinst is Raafje, gekomen in 2012 een paar maanden na de dood van Tapas. Raafje is in veel opzichten anders dan Doka. Ze is heel ondernemend, dominant, speels, beetje brutaal en heel klein... maar ze kan ook vloeken als een bouwvakker! Een typisch klein opgewonden standje als ze een andere hond ziet, maar wat eigenlijk alleen maar bluf is, ze is niet happig ofzo. Ze was het enige teefje in het nest met 4 grotere broers en bleef behoorlijk achter in groei, maar bij de overdracht vertelde de fokker dat zij de baas was over allemaal. "Over deze maak ik me geen enkele zorgen, die redt zich wel" zei hij nog.
Het feit dat ze zo superklein is maakt dat al dat blaffen en grommen er eerder komisch uitziet dan afschrikwekkend en de meeste mensen raken er alleen maar meer door vertederd. Ze is ook echt té koddig voor woorden. In huis is ze heel rustig, maar O wee als er iemand binnenkomt. Doka doet van lieverlee ook maar mee. Nu zijn schnauzers van nature waakhondjes, maar je kunt ook overdrijven.

Raafje leert me dat rangorde bevochten wordt en zij zichzelf best wel bovenaan ziet staan. Het eerste hondje dat me echt uitdaagt en zorgt voor veel leven in de brouwerij. Zoals ik bij Doka haar zelfverzekerdheid moet laten groeien, zo gaat het er bij Raafje om dat ik haar moet leren haar energie te kanaliseren. Maar in beide gevallen is dat niet zomaar gedaan, tenminste, niet naar mijn ervaring. Het vergt finesse, timing en een vooruitziende blik. En een behoorlijk stuk inzicht wat mij op cruciale momenten kennelijk tot dusver ontglipt.

Doka en Raafje

Martin McKenna, the dreadlock dogman.

Al met al ging het zo redelijk goed met ons en de hondjes, niet optimaal maar zeker ook niet beschamend, we kabbelden zo lekker voort. Maar afgelopen zomer kwam er plots toch een ommekeer in mijn inzicht qua interactie met de honden. Iemand die werkt met getraumatiseerde honden wees me namelijk op de methode van Martin McKenna, ook bekend als de "dreadlock dog man". Ik had nog nooit van hem of zijn methode gehoord. Hij is ook niet zo heel bekend in onze contreien en al zeker niet erg commercieel. 
Maar wat ik erover hoorde zorgde ervoor dat ik dezelfde avond nog op zoek ging naar meer informatie. Op internet vond ik een verwaarloosde blog, een overvolle Facebookpagina en een paar YouTube filmpjes. Niet erg systematisch maar genoeg om een beginnetje mee te maken.
Nu is Martin een beetje een uitzonderlijk figuur, in zijn voorkomen, zijn gedrag en zijn voorgeschiedenis waarin hij jarenlang samenwoonde met honden en hun taal leerde. Hij heeft een sterk Iers accent, woont in Australië en zijn filmpjes zien eruit als schokkerige homevideo's. Niet altijd is het beeld of geluid goed. Maar ondanks dat trok zijn boodschap me wel aan, het voelde oprecht en aannemelijk. 
Het staat in ruw contrast met de gelikte afleveringen van Cesar Millan, maar die van Martin McKenna geven mij persoonlijk veel meer handvatten als het gaat om het echt begrijpen van hondengedrag en de signalen die ze afgeven. En ook over meer alledaagse honden en hun alledaagse problemen.


Inmiddels heb ik ontdekt dat op zijn YouTube kanaal er vanaf 1 augustus wat overzichtelijker video's worden geplaatst over zijn methode die hij "The Game" noemt, onder de noemer "Dreadlock dog TV". Start dan bij episode 1 en je hebt meteen voor uren aan materiaal voor je kiezen. (Die zijn op dit kanaal overigens overzichtelijker te zien dan op zijn Facebookpagina, waar je ze ook kunt vinden.) Ook hier zijn de video's kwalitatief niet van hoog niveau qua beeld en geluid, maar als je daar doorheen kunt kijken dan vindt je een schat aan informatie.
Overigens, hij heeft ook twee boeken geschreven. Zie hier en hier. Ik heb ze zelf niet dus kan daar niet veel over zeggen maar ik veronderstel dat informatie daarin wat systematischer gegeven wordt.

Raafje met een van haar broers, even oud!

The Game:

Het is onmogelijk om helemaal uit de doeken te doen wat zijn methode precies behelst maar kort gezegd gaat Martin McKenna ervan uit dat honden continu met hun gedragingen (taal) aan het peilen zijn waar ze staan qua dominantie in de roedel. Ze dagen uit en controleren, vaak met hele kleine testjes die wij als mensen niet eens zozeer doorhebben. Dit zorgt voor een soort puntensysteem. Sommige gedragingen levert ze in één klap veel punten op en andere maar weinig, en door sommige gedragingen verlies je punten.
Ook wij als baasjes worden op deze manier getest en omdat we vaak niet doorhebben dat het een onderdeel is van "the Game" kunnen we zo ongemerkt dus punten verliezen. Uiteindelijk kan dat leiden tot allerlei probleemgedrag bij honden omdat ze niet meer naar ons luisteren. In de ogen van de honden hebben we een té lage score om nog een leidend baasje te zijn.
Op zijn Facebook pagina geeft hij 25 klassieke manieren die honden gebruiken om zelf meer punten te kunnen scoren, en manieren waarop je zelf weer punten kunt terugwinnen. Het nadeel van Facebook vind ik alleen dat je steeds continu omlaag moet scrollen om iets te kunnen vinden. Het is lastig zoeken. Wellicht dat dat dus beter in zijn boeken terug te vinden is.

Afgezien van dat puntensysteem vind ik vooral ook de communicatielessen tussendoor interessant. Er is een grote rol weggelegd voor de positie van je kin bijvoorbeeld, wist je dat? Maar ook krijg je inzicht welk gedrag door honden als beleefd of bedreigend wordt ervaren.
Wat wij (als apen) beschouwen als knuffelen en liefde wordt door honden (wolven) heel anders vertaald. De reacties die zij daarop geven betekenen voor honden ook weer iets anders dan hoe wij ze vervolgens weer opvatten. Wat kunt je doen met enkel je gezicht en lichaamshouding om een hond weer rustig te krijgen? Wat zijn gedragingen waarvan honden onder de indruk raken? Het zijn allemaal hele praktische tips die je meteen kunt toepassen. Als je geïnteresseerd bent in hondengedrag is dit zeker de moeite waard om te onderzoeken.

Raafje, Bashu en Doka




Zelf ben ik met Doka en Raafje, naast kleine aanpassingen in omgang thuis, nu vooral aan het trainen in het bos. Het vervelende gedrag dat ze hadden om luid blaffend op een andere hond af te rennen (Doka vanuit een soort compensatiegedrag voor haar onzekerheid als een soort aanval-is-de-beste-verdediging, en Raafje uit pure brutaliteit en hyperactiviteit) heb ik nu af en toe helemaal onder controle (en dat terwijl ze niet aan de lijn lopen, hoe knap is dat!) en dan ook nog zonder stemverheffing of dreigen welteverstaan. Het geeft hoop dat ik al af en toe al in staat ben zulk soort momenten voor ons allemaal in complete rust te laten verlopen. Om te zien dat Doka ervoor kiest om me te vertrouwen en Raafje besluit niet in een opgewonden standje te schieten is een enorm goed gevoel. 
Dus wat kan ik zeggen? Ik geloof in de methode van deze karakteristieke man, wellicht hebben jullie er ook wat aan.

dinsdag 17 oktober 2017

C: Onderhoud van de wormentoren.

Zeven jaar geleden kocht ik voor mezelf een wormentoren om zelf GFT te kunnen composteren in m'n eigen achtertuin. Destijds had ik nog geen volkstuin en op deze manier probeerde ik toch een soort van klein kringloopje te creëren met de minimale moestuinruimte die ik in m'n eigen achtertuin tot m'n beschikking had. En hoewel ik inmiddels al jaren wél een grote volkstuin heb gaat het eigenlijk nog steeds zo. De moestuinbakken (à 2,5 m2) aan huis krijgen hun compost van deze wormen (en een beetje van de kippen). De volkstuin heeft eigen compostbakken ter plaatse.
Het biologische afval wat hier uit de keuken komt wordt onderling verdeeld. Sommige dingen gaan naar de kippen, sommige worden opgespaard in een emmer voor de compostbakken op de volkstuin, en een gedeelte gaat naar de wormen. Zo blijven we lekker bezig.

Hoe werkt een wormentoren?

Ik heb een toren van "The Worm Works". Die bestaat uit een basiselement met een kraantje en daarnaast 3 vierkante stapelbakken en tot slot een deksel. Die stapelbakken hebben onderin een open raster die het vocht doorlaat en de wormen de mogelijkheid geeft tussen de bakken te migreren.
In de praktijk begin je met één stapelbak bovenop het basiselement. Daar maak je een startplek van vochtig materiaal en zacht voedsel en van daaruit voeg je steeds nieuw afval toe, tot de bak na verloop van tijd vol is. Uiteraard is de bak dan nog niet volledig verteerd dus zet je er een nieuwe stapelbak bovenop en gaat die vullen. Uiteindelijk verhuizen de wormen gaandeweg een verdieping hoger. Zo kun je nóg een stapelbak toevoegen en op een gegeven moment de onderste bak gaan oogsten.
Het vocht wat bij deze vertering vrijkomt (feitelijk pierenpies) sijpelt naar het onderste element en kun je aftappen. Dit vocht is uitstekende voeding om verdunt voor je planten te gebruiken.
Sowieso zeggen ze van wormen, in tegenstelling tot andere dieren, dat wat er uit hun achterste uitkomt rijker en van meer waarde is dan wat er aan de voorkant ooit inging. Iets in hun spijsvertering zorgt voor een sprankje magie. Mooier kan niet.

De oogst en schoonmaak:

Vandaag vond ik het hoog tijd om de wormentoren weer eens schoon te maken. Doorgaans doe ik dat eens per jaar. Afhankelijk van wanneer er een bak verteerd genoeg is om te oogsten.

Ik merkte nu vooral ook dat er meer wormen omhoog kropen en langs de rand van het deksel gingen zitten. Nu is dat in kleine mate geen probleem, maar als ze het massaal gaan doen dan is dat een teken dat ze het niet prettig hebben. Vaak omdat het té droog of té vochtig wordt. Dat wilde ik voorkomen. Tijd om de toren eens goed te inspecteren en opnieuw op te zetten, ook al had ik op dat moment nog steeds een stapelbak over om te gebruiken.
Trouwens, je ziet hierboven de paarse compostwormen (Eisenia fetida oftewel tijgerworm) maar ook witte kleine wormpjes. Die laatste heeft m'n man geïntroduceerd als fokwormpjes voor z'n kleine salamandertjes. Die twee kunnen prima naast elkaar bestaan. Die paarse wormen schijnen niet zo lekker te zijn. M'n kippen zijn er ook niet dol op. Normaal gesproken heb je in een wormentoren dus alleen die paarse.

Oké, actie. Niets lekkerder dan met je blote handen in een compostbak te wroeten. Als ik het bovenste voedsellaagje een beetje weghaal zitten direct daaronder hele kluwen aan wormen. Die wil ik natuurlijk wel behouden, dus die bovenste laag met onverteerd voedsel en grote hoeveelheden wormen haal ik voorzichtig weg en leg die even apart in een emmer. De laag onder de bovenste laag bevat bijna alleen maar verteerd spul met minder wormen erin. De stapelbak eronder is helemaal verteerd. De bakken zet ik even apart.

Voor de schoonmaak maak ik eerst het basiselement schoon. Even goed doorspoelen zodat het kraantje goed doorloopt. Ik heb dat kraantje trouwens standaard open staan met een flesje eronder om het vocht af te voeren. Dat is wat makkelijker te controleren en zo zal er nooit een zwembadje ontstaan.

Onderin de eerste stapelbak leg ik altijd vliesdoek. Dit om te voorkomen dat er kruimels verteerd compost doorheen vallen die het kraantje verstoppen, maar ook om ervoor te zorgen dat er geen wormen doorheen kruipen die daarna maar moeilijk weer vanuit de loze ruimte terug kunnen. Ik wil dat hier alleen maar vocht doorheen kan. (De volgende stapelbakken krijgen nooit vliesdoek want dat zou het migreren van de wormen onmogelijk maken.)

Vervolgens komt in die eerste stapelbak een mix van de allerbovenste laag die ik net even apart had gelegd in een emmer (met de grootste hoeveelheid aan wormen erin en nog een beetje onverteerd voedsel van afgelopen maand) en een nieuwe startplek. In dit geval zijn dat aan repen gescheurde vochtige kranten en wat nieuw zacht voedsel. Je kunt ook vochtig kokospeat gebruiken. Wormen houden van donkere vochtige voedselrijke en rustige plekken. De kranten hebben even in het water gelegen maar zijn daarna goed uitgeknepen en uit elkaar getrokken. Vochtig is niet hetzelfde als nat!

Normaal gesproken ben je er dan eigenlijk al. Deksel erop en klaar! In die eerste bak kun je nu weer gaandeweg voedsel gaan toevoegen en de inhoud van de overige bakken gaan gebruiken om als oogst over je moestuinbakken te strooien.
Maar meestal laat ik die verteerde compost eerst nog een paar dagen open en bloot, dus zonder deksel, bovenop de onderste bak staan. Dit om de verteerde compost wat droger te laten worden maar vooral ook om de wormen die er nog wél inzitten de kans te geven naar de voedselrijke bak eronder te migreren.
Let wel, dit doe ik maar voor een paar dagen want ik wil natuurlijk niet dat alles gaat uitdrogen. De bak staat overigens ook nooit in de zon. Zolang het licht is zullen de wormen lekker weggestopt in de vochtige duisternis in de bak blijven zitten. 's Nachts gaat daarom wel het deksel erop. Het is een paar dagen je aandacht erbij houden, en nogmaals, het hoeft niet per se zo, maar voor mij werkt dit beter.

Zo, klus weer geklaard, lekker gevoel toch altijd weer. Alles schoongespoeld en klaar voor een nieuwe periode. Over een paar dagen gaat de bovenste bak eraf en de deksel er weer constant op.
Hier staat de toren direct bij de keuken-achterdeur onder een open afdak, onder een buitenaanrecht. Het is er schaduwrijk en rustig. In de winter, als de vorst intreedt, gooi ik er in eerste instantie een oude wollen deken overheen, maar als het erg vriezig wordt verhuist de toren tijdelijk naar de koele zolder. Zo houden we het al jaren samen uit, de wormpjes en ik. De meest gemakkelijke huisdieren in ons bestand!

vrijdag 6 oktober 2017

C: Uitgepoetst

Het is inmiddels alweer een poosje geleden dat de einddatum van m'n Grote Zomer Poets verstreken is. 25 augustus had ik als eindstreep getrokken. Tijd voor een kleine terugblik over hoe het hele project bevallen en gelopen is.

Nou, zoals met bijna alles verloopt nooit iets helemaal volgens plan. Maar in dit geval kwam ik toch redelijk in de buurt. Gedurende de zomer was ik regelmatig toch echt wel bezig met opruimen, schoonmaken, repareren of verbeteren van allerlei klusjes in huis. Het was een zichtbaar proces, wat naarmate de tijd vorderde een steeds voldaner gevoel gaf.  Daardoor werd het eigenlijk steeds makkelijker. Niet altijd per se leuker, maar door alle voorgaande klusjes en het zichtbare effect dat die gaven werd het echt steeds makkelijker om je over allerlei opdoemend weerstand heen te zetten. Toch, zoals altijd, was een klein eindsprintje nog wel nodig om álles te halen.

Maar toen werd ik halverwege augustus ziek. Vervelende zomergriep compleet met koorts, snot en hoesten. Het kwam totaal onverwacht maar wel zodanig dat ik een poosje gevloerd was en met maar weinig energie weer opkrabbelde. Tegen de tijd dat ik weer enigszins vast op m'n benen stond kwam ik gevaarlijk dicht in de buurt van m'n eindstreep van 25 augustus. En die einddatum was ook nog eens behoorlijk vaststaand want een paar dagen daarná zou ik een tandvleestransplantatie ondergaan bij de paradontoloog met 2 weken compleet verbod op bukken en tillen tot gevolg. Leek me dus wel een natuurlijk einde van het hele project wat dan ook wel lang genoeg had geduurd. 
Wat nu in die laatste week gebeurde was dat ik me werkelijk te pletter heb gepoetst en uiteindelijk pas 10 minuten vóór vertrek naar de paradontoloog het dweiltje erbij neergooide. Heb het zoveel mogelijk tot de laatste druppel uitgeperst.

Vanwege het prachtige weer werd dat echter niet per se het opruimen van de zolder of het 'kantoortje' (Waarvan de meeste klussen nog op de lijst stonden) maar vooral het repareren van het kippenhok. (Wat niet op de lijst stond maar wel prioriteit kreeg.) Dat hok had in de loop van de tijd een lekkage gekregen doordat het dakgootje destijds nooit van een aflatend regenpijpje was voorzien en alle verzamelde regen dus tegen de wand aan kon waaien waar het bij heftige buien kon doorsijpelen. Natte plekken tot gevolg. Zo konden de kippen fatsoensgewijs niet nóg een natte winter door dus dat werd onherroepelijk het nieuw maar noodzakelijk projectje ter afsluiting van het grote project.

Niet alleen kwam er eindelijk een regenpijpje aan en werd alles schoongemaakt. Ook werden de naden opnieuw afgekit, de wanden van binnen opnieuw met eco-verf geschilderd, de buitenkant weer geïmpregneerd, de mestplank geschuurd en met Deense olie afgelakt, de ren uitgekamt, het stofbad weer van nieuwe diatomeeënaarde voorzien en de kippen in bad gedaan. Alles zag er weer uit als nieuw.

Kip Ophelia (oftewel Fopsje) moest door de lange droogtijden van de lijnzaadverf gedwongen buiten in de tuin haar eitjes leggen, wat ze niet erg leek te vinden. En ook moesten ze een paar nachten buiten in de ren overnachten, onder de vijgenboom. Gelukkig waren die nachten toen nog heerlijk zwoel dus dat kwam perfect uit. Konden de kippen ook eens kamperen! Het hok was tenminste net op tijd af.

Uiteindelijk, niet veel later, lag ik met een mond vol hechtingen en een dekentje stilletjes op de bank. Voorlopig niet meer geautoriseerd om zelfs de meest simpelste huishoudelijke taken nog te doen. Wat een onmiskenbare vrijbrief. Even geen huishouden op doktersadvies! Al was de overgang wel wat rigoureus en de aanleiding niet zo gezellig. Maar feit was, het zat erop! De deadline verstreken. Niet álles gehaald maar niettemin erg érg tevreden met het resultaat.

Nu, terugkijkend, ben ik dus echt wel blij met dit zomerproject. De zolder is inmiddels tussendoor ook weer redelijk aan kant gekomen en eigenlijk ben ik alleen nog niet aan het kleine 'kantoortje' toegekomen, daar moet nog wel wat papierwerk uitgezocht worden enzo. En eerlijk gezegd verdere buitenklussen ook niet allemaal. Maar als je daarover struikelt leg je de focus verkeerd. De grootste klussen zijn allemaal getackeld.

De keuken was het meeste werk geweest qua tijd met al die keukenkastjes en schoonmaken van apparatuur. Daar heb ik echt wel een paar dagen over gedaan. Maar het reorganiseren van de kelder-trapkast gaf me wel de meeste voldoening van alles. Dat maakt het hele boodschappen/koken-gedoe ook zoveel meer overzichtelijker. Een sensor ledlampje in het donkerste hoekje is de beste aankoop deze zomer gebleken, als je nu het trapje omlaag loopt springt plots een extra lampje aan en dat is elke keer weer een klein perfect cadeautje.

De woonkamer was eigenlijk het meest gewoon om te doen. Wel veel meer ingezoomd schoongemaakt en met het verdwijnen van allerlei kleine rommelhoekjes oogt het allemaal iets rustiger maar gelukkig nog lang niet steriel. Het meeste werk zat hier ín de kasten, daar zie je pas iets van als je die openmaakt. Dan voelt het wel lekker dat alles een vaste plek heeft gekregen.

De gang/toilet/trap/overloop zijn naast schoonmaken vooral ook geoptimaliseerd. Verlaagd plafonnetje ging eruit, handige plankjes opgehangen, los spul (sjaals, handschoenen etc.) in rustige doosjes. Lambrisering opnieuw geverfd. Ziet er allemaal frisser, leger en opener uit. Fijne binnenkomer!

De slaapkamer was ongemerkt het meest nodig. Jeetje wat een stof er dáár verstopt lag. Daar zijn wel de nodige sopjes doorheen gegaan. Alle kastjes zijn uitgemest, kleding opnieuw gesorteerd, veel gewassen, veel weggedaan. (Wat moést ik nog met beddengoed uit de tijd dat ik nog in een twijfelaar sliep?) Ook daar geen los slingerende spullen meer, schoenen staan nu bijvoorbeeld ín de kast. Dat maakt het stofzuigen en dweilen ook een heel stuk makkelijker. Wat ook handig was, YouTube heeft me geleerd hoe je die elastieken matrashoezen eigenlijk fatsoenlijk opvouwt. Nu ligt al het beddengoed in mooie strak gestreken stapeltjes in de kast. Lekker joh.  En een raamhor op maat had ik ook jaren eerder moeten aanschaffen trouwens. Geen muggen, geen irritatie, meer slaap.

De badkamer vond ik het verschrikkelijkst om te doen. Terwijl ik met de normale poetsbeurten de badkamer eigenlijk helemaal niet zo erg vind. Maar dit keer ging het om een dieptereiniging hè? Blêh.
Ook hier gingen alle kastjes leeg om te zien wat er nog instond aan half opgemaakte producten. Er werden filters en afvoeren schoongemaakt. De hele wasmachine ging van z'n plek om eronder en erachter schoon te kunnen maken. Eén kastje werd zelfs opnieuw geverfd voor een frisse aanblik. En de douchevloer heeft wel een dag of 2 in de azijn gestaan voor alle aanslag echt helemaal weg was. Het uiteindelijke resultaat is wel lekker fris en rustig.

De zolder bestaat hier uit twee delen. Het voorste stuk waar de ketel staat en wat kasten, en daarachter een heuse zolderkamer. Dat is eigenlijk 'mijn' ruimte. (m'n man heeft zo ook een eigen kamer waar alleen zijn spullen staan.) Heel lang is het m'n werkkamer geweest, en een soort verkapte logeerkamer, en een mogelijkheid om binnen je was te drogen. Maar uiteindelijk ook steeds meer een rommelkamer. Dat wilde ik niet meer. Dus gaandeweg de zomer gingen er al spullen richting kringloop en stort. Werden er planken opgehangen, meubels verschoven, ramen gewassen. Het is nog niet 100% klaar maar al wel een grote verandering met het begin van de zomer. Veel spullen gaan ook nog weg als straks m'n cursussen weer beginnen. Vanwege een verbouwing en verhuizing op m'n werk zijn er rdelijk wat kisten bij mij blijven overzomeren zodat er niets stuk of kwijt zou raken. Handige timing he? Uiteindelijk moet het een kamertje worden om je lekker in weg te trekken en het ziet ernaar uit dat dat zeker gaat lukken.

Wat een heerlijk cadeau aan mezelf is dit gebleken. Al moet ik ook zeggen: "Het went snel!" Een beetje té snel misschien. Je vergeet gauw wat voor tijd en moeite je erin hebt gestoken en daardoor lijkt het helemaal niet zo groots wat je hebt gedaan. Terwijl dat het wel is!
Ik durf nu ook te stellen dat ik beter en sneller heb leren schoonmaken. En het bijhouden gaat een stuk makkelijker dan gedacht. Het perfecte schoonmaakrooster heeft zich nog niet helemaal uitgekristalliseerd (omdat nog maar de helft van m'n werkzaamheden buitenshuis is gestart) maar als alles straks weer op volle toeren draait zal snel blijken wat voor mij het beste werkt, en of het bij te houden is. Anders is er altijd volgende zomer nog... Al hoop ik dan toch wel een heel stuk minder werk.

P.S. De kippetjes zitten met de afgelopen stortbuien weer lekker droog, geen lekkage meer gezien, pfêw!  Helemaal fijn nu ze weer aan de rui begonnen zijn. Allemaal blij.

donderdag 10 augustus 2017

C: Wat is homesteading?

Vanuit Engelstalige sites bots ik al een aantal jaar tegen het woord -homesteading- aan, als een alomvattend verzamelwoord voor een bepaalde autonome levensstijl. Wat dat woord precies omvat is niet zo kort te vertalen omdat we er zelf in het Nederlands niet echt een gebruikte term voor hebben. Maar zonder dat we het wellicht weten dóen we het wel, of althans, steeds meer. Ik in ieder geval wel, en jij wellicht óók. Wat homesteading dan precies inhoudt zal ik in dit blog proberen uit de doeken te doen. Te beginnen bij de letterlijke betekenis voor de context en daarna de figuurlijke betekenis voor de verklaring.

Letterlijke betekenis:

Homesteading is de werkwoordsvorm van het zelfstandig naamwoord -homestead-. En dat omvat de volgende vertalingen volgens meerdere vertaalsites op internet:
-Boerderij, (boeren)hoeve, boerenhofstede

Grappig genoeg vond ik op deze site een verwijzing dat boerderij of boerenhofstede in het Nederlands ook wel heemstede wordt genoemd. Homestead/heemstede... hmmm, dat is ongetwijfeld de beste letterlijke vertaling, al zegt het werkwoord -heemsteden- ons natuurlijk ook niet zoveel.*

Je zou nu kunnen concluderen dat het Engelse -homesteading- als werkwoordsvorm logischerwijs betekent dat je een boerderij of boerenbedrijf runt, en dat klopt ook. Vanuit de historie gezien werd het oorspronkelijk gebruikt voor de eerste boeren die zich settelden in het nieuwe Amerika.
Gaandeweg gold het ook voor platteland-families die vanwege gebrek aan beschikbare lokale winkels en producten zich toelegden op het zoveel mogelijk zelfvoorzienend zijn door op kleine schaal en voor eigen gebruik voedsel te verbouwen en verwerken, evenals allerlei andere huishoudelijke producten of werkzaamheden. (Denk maar aan televisieseries zoals 'Kleine huis op de prairie" of "Anne van het groene huis", dan heb je een beetje een beeld.)
Homesteading is dus van oudsher een term voor zelfvoorzienend en/of commercieel, op grotere of kleinere schaal, een boeren levensstijl hanteren om in je levensonderhoud te kunnen voorzien.

Figuurlijke betekenis:

Op die manier in je levensonderhoud voorzien is heden ten dage niet echt meer aan de orde, mits je niet gewoon nog boer bent natuurlijk. Inmiddels leven we namelijk in gouden tijden. Letterlijk álles is met gemak te koop. Op elke hoek een winkel die zowat elke dag van de week open is. En als iets hier niet te krijgen is bestellen we het met één klik op de computer aan de andere kant van de wereld en wordt het tot aan je voordeur thuisbezorgd. Er is weinig noodzaak om zelf voedsel te verbouwen, of iets te maken. Computers en machines kunnen het beter, sneller en goedkoper. Zo luxe als wij nu leven heeft geen enkele generatie het vóór ons ooit gehad.

Maar....

Onze levensstijl heeft inmiddels ook een keerzijde gekregen. Ons voedsel is steeds meer gemanipuleerd en bewerkt, het milieu bezwijkt onder onze overproductie van spullen, vervuiling, verspilling, afval. De automatisering en globalisering zouden ervoor moeten zorgen dat ons steeds meer het werk uit handen wordt genomen maar toch lijken we alsmaar drukker en meer gestrest dan ooit. Burn-outs, welvaartsziektes. Ik kan nog wel even doorgaan. Niet zo gek toch, dat er steeds meer mensen zijn die bewuster en verantwoordelijker in het leven willen staan? Die er voor kiezen om welwillend een stapje terug te doen en het heft weer meer in eigen hand willen nemen?

Nou, voor deze groep mensen is de term homesteading opnieuw van toepassing. Het heeft alleen niet meer de oorspronkelijke betekenis van het runnen van een boerenbedrijf, maar een mate van zelfvoorzienend zijn is er zeker wel in doortrokken. Niet vanuit schaarste maar vanuit autonomie en bewustwording. Simpeler, eerlijker, schoner en met meer aandacht en voldoening.

In deze figuurlijke betekenis hoeft het dus niet per se zo te zijn dat je op het platteland woont met een eigen lapje grond en een koe, hoe nostalgisch en idyllisch dat ook kan klinken. Ook op een klein kamertje in de stad kun je veel facetten van dit nieuwe homesteaden toepassen. Het heeft te maken met de intentie erachter, en het kan dus op allerlei niveaus plaatsvinden. Het is dus niet zo dat de extreme gevallen de norm bepalen.

Een paar voorbeelden:
-Stel, je hebt steeds meer een vervelend gevoel gekregen bij de enorme voedsel-multinationals. Alles lijkt wel té vet, té zoet, té geconserveerd...eigenlijk kortweg gewoon té bewerkt wat in de supermarkten ligt. Je wil bewuster met je eten omgaan, geen magnetronmaaltijden meer, geen snelle snacks of fast food. Je wil weer meer zelf gaan koken, met onbewerkte ingrediënten in je eigen keuken. Dat op zich is al een vorm van homesteading. Dat je zelf de tijd en de moeite neemt om in een pan te gaan roeren.
Wie weet ga je zelfs verder en besluit je om zoveel mogelijk groente en fruit biologisch te gaan kopen, of zoveel mogelijk seizoensgebonden, of zoveel mogelijk lokaal. Wie weet zaai je wat verse kruiden op je balkon of sterker nog, huur je een volkstuintje om zelf je eten voor een groot deel te gaan verbouwen. Als je al een eigen tuintje hebt gaan misschien de tegels er wel uit en komt er daar een moestuintje in. Of schaf je een paar kippetjes aan. Voor je het weet begin je je eigen oogst in te maken. Wecken, dehydreren, invriezen. De voorraadkast steeds voller. Wie weet hoef je straks alleen nog maar naar de supermarkt voor het wc-papier? Het is net hoeveel je kunt en wilt toepassen.

-Of, je wil wat milieubewuster worden. Je neemt wat vaker de fiets i.p.v. de auto, dat moet te doen zijn. De was gaat buiten aan de lijn bijvoorbeeld of je schakelt over op groene schoonmaakmiddelen, al dan niet zelf gemaakt. Dat is allemaal niet zo moeilijk en valt al helemaal onder homesteading. Afval scheiden is zo gedaan, maar je kunt ook proberen zo weinig mogelijk afval te produceren, minder plastic verpakkingen bijvoorbeeld. Wellicht kijk je wat kritischer naar je energieverbruik in huis. Kan die thermostaat eigenlijk wel eerder wat lager 's avonds. Of er wordt beter geïsoleerd. Je schakelt over op groene stroom of er komen zonnepanelen op het dak. Afhankelijk van hoe ver je wil gaan ga je misschien wel helemaal van het gas af. Ga je kleiner wonen, in een klimaatneutraal huis. Of helemaal off grid.
Of je eet gewoon één keer per week minder vlees. Dat scheelt ook al enorm. Ook hier, het ligt er maar net aan wat voor jou past en waar je hart ligt, maar veel van dit soort grote of kleine aanpassingen in je eigen huishouden zijn voorbeelden van homesteading. Minder afhankelijk zijn.

-Of er is een economische reden. Wil je goedkoper leven. Niet eens omdat het per se móet, maar omdat het kan. Oók kan. Minder spullen, minder aankopen. Hoeveel heb je nou werkelijk nodig? Als je minder uitgeeft kun je misschien ook wel minder gaan werken? Meer vrije tijd, meer genieten. Meer thuis zijn met vrienden en familie. Of misschien besluit je wel meer zelf weer te maken i.p.v. alles te kopen; Eigen kleding, eigen meubels, eigen gerechten, eigen reparaties. Of je gaat diensten of producten ruilen met buurtbewoners in plaats van alles zelf aan te schaffen, een stuk voordeliger. Je verkleint je economische voetafdruk misschien maar met kleine stapjes maar het is helemaal in de trant van het homesteaden.

Het is overigens niet zo dat je geacht wordt weer terug te gaan naar een vooroorlogse levensstijl, al is het wel zo dat we veel tips, trucs en vaardigheden kunnen gebruiken van onze oma's van weleer. Alle moderne gemakken van nu hoeven hiervoor niet afgeschreven te worden. Maar je kunt wel eens kritisch kijken naar wat je werkelijk nodig hebt, of hoevéél daarvan.  Je smartphone bijvoorbeeld, een klein zakcomputertje. Ideaal ding en superhandig. Alleen al omdat je via internet ontzettend veel kunt leren en delen. Je kunt in contact komen met allerlei gelijkgezinden over de hele wereld, geïnspireerd raken. Hoewel je natuurlijk óók kunt stilstaan hoeveel je feitelijk wil toelaten als je beseft hoeveel tijd we soms online zitten. Wellicht is het fijner als de telefoon wat vaker even uit staat. De wereld zal er echt niet van vergaan.

*Nog een laatste suggestie over de term zelf. Aangezien het woord homesteading hier nog niet algemeen ingeburgerd en bekend is, is het misschien een idee om juíst hiervoor het ouderwetse Nederlandse woord heemstede te verbasteren in -heemsteden-. Aangezien het allemaal toch staat voor versimpeling, autonomie en authenticiteit.
Nu is Heemstede uiteraard ook een gemeente in Noord-Holland en Utrecht, dat kan verwarrend zijn. Maar ook Amerika kent een paar plekken die Homestead heten dus als zij het kunnen dan kan het hier ook, toch?
Voor mij persoonlijk voelt dat extra goed aangezien mijn oma (in mijn herinnering de meest aangewezen personificatie van deze levensstijl, al woonde ze 2 hoog in Amsterdam) toevallig in de Heemstedestraat woonde. Hoe toevallig is dat? Dus bij deze.. ik ben een trotse heemsteder want ik doe op mijn manier aan heemsteden.
Jullie ook?

woensdag 9 augustus 2017

C: Groene Poets, de middelen


De Grote Groene Zomer Poets is hier nog steeds aan de gang. Niet continu hoor, hou op, er is gelukkig ook tijd om op vakantie te gaan en de boel thuis even helemaal te vergeten. Maar de uitvoering wordt bij thuiskomst wel weer gewoon opgepakt. Kleine en grotere klussen wisselen elkaar in meer of mindere mate af, met ook ruimte voor een hele hoop vrije tijd. Het bevalt me wel, deze Zomer poets. Vooral nu ik al een groot deel gedaan heb.

Tijd om eens wat zinnigs te schrijven over de Groene Poetsmiddelen die ik gebruik, want je hoeft maar een willekeurige supermarkt binnen te lopen richting de rij met schoonmaakmiddelen en je ziet een heel scala aan producten in de meest geurige kleurige samenstellingen je opdringerig tegemoet stralen. Voor elk afzonderlijk klusje is er wel een eigen middeltje met de meest veelbelovende slogans. Je kunt niet zeggen dat ze daar niet hun best doen om je te verleiden zelf eens flink aan de poets te gaan, maar dan wel met hùn onmisbare producten natuurlijk.

Toch kun je, staande in zo'n rij, beter eens naar de producten kijken die helemaal op het onderste schap staan, het minst in het zicht. Daar vind je meestal de simpelste en goedkoopste schoonmaakmiddelen. En daartussen ook de groenste. (Óf je gaat naar een natuurvoedingswinkel of eko-supermarkt uiteraard.)

Waarom groen?

Waaróm je nou beter die groenere producten kunt gebruiken heeft meerdere redenen. Ze zitten meestal niet in de meest aantrekkelijke flessen, nee. En ze beloven ook geen geurende bloemenweides of tropical nights, maar dat neemt niet weg dat ze gewoon doen wat ze behoren te doen: Goed schoonmaken. Trouwens...juist die afwezigheid van extra synthetische geur- en kleurstoffen of een chemische basis maakt het ook nog eens een stuk gezonder voor je. Grofweg kun je dat met je boerenverstand ook wel bedenken toch; Als het beter is voor het milieu is het ook beter voor jou, qua inademen of met je huid in contact laten komen. Bovendien zijn deze groene producten vaak ook een stuk economischer in gebruik, ook mooi meegenomen.

De magische drie.

In alle eenvoud zijn er 3 soorten die 99% van al het schoonmaakwerk voor hun rekening kunnen nemen, namelijk:

azijn
soda
zeep


- Azijn: In dit geval witte azijn en/of schoonmaakazijn want er zijn veel verschillende soorten. Schoonmaakazijn is iets zuurder dan witte azijn en daardoor sterker maar ook geurender. Ga je het verdunnen met water dan heb je van schoonmaakazijn dus minder nodig. Gebruik je het onverdund dan is schoonmaakazijn krachtiger.

Azijn is een 100% natuurproduct, simpel gezegd ontstaat consumptieazijn via een fermentatieproces uit fruitsuikers waardoor m.b.v. gisten en bacteriën uiteindelijk azijnzuur ontstaat. Meer lezen over dat proces of het zelf maken van (consumeerbare) fruitazijn.. klik hier en hier.

Azijn is dus zuur, met een lage Ph-waarde (+/- tussen de 3 en 2). Dat betekent dat het uitermate geschikt is voor het schoonmaken van alkalische viezigheid (met een hoge Ph). Voorbeelden daarvan zijn kalk en zeepresten. Het werkt daarnaast deodoriserend en tot vrij hoge graad ontsmettend. Wat azijn níet kan is vet oplossen. (Denk maar aan een dressing, olie en azijn stoten elkaar af.)
Om de zure geur wat aangenamer te maken kun je er wat etherische citroenolie doorheen doen, maar vaak verdwijnt de zure lucht al zodra het opdroogt.

Veelgebruikte toepassingen voor Azijn:
- Oppervlaktes waar eten wordt bereid of opgeslagen (aanrecht, koelkast, voorraadkast), alsook de veel aangeraakte besmettelijke plekken (deurklinken, lichtknopjes, wc bril, trapleuning) kun je ontsmetten door azijn in een plantenspuit te doen en op de plek te sprayen, of met een in azijn gedrenkt doekje te wrijven. Even in laten trekken en met een schoon doekje afnemen. Azijn maakt niet 100% steriel maar je hoeft dan ook niet in een operatiekamer te leven, toch? Een flinke hap microbes leggen door azijn echt wel het loodje.
-Om tegeltjes mooi glanzend te krijgen spray je ze even in met azijn of een azijnoplossing en neem het daarna met schoon water af.
-In de badkamer of andere plekken waar je flink kalkaanslag van water aangekoekt hebt gekregen helpt het om een sterke azijn te gebruiken en wat langer te laten intrekken. Door bijvoorbeeld een doekje/keukenpapiertje gedrenkt in azijn rond een kraan of putje te leggen en een uurtje te wachten lost het vaak heel makkelijk op. Is de aanslag minder hardnekkig dan hoeft het niet zo lang.
-Als laatste spoelwater in de wasmachine werkt azijn als een wasverzachter, gewoon een scheutje in het compartimentje van de wasverzachter gieten. Je kunt hier eventueel een paar druppeltjes etherische olie bij toevoegen voor een lekkere geur.
-Ook heel handig voor het ontroesten van gereedschap (zie hier)

-Soda: Onder soda vallen eigenlijk 2 verschillende soorten, namelijk washing soda en baking soda. Erg verwarrend, ik weet het. Ik heb er eerder een blog over geschreven dat het verschil heel uitgebreid uitlegt, zie hier.
In het kort: Washing soda is wat wij kennen als gewoon huishoudsoda, in elke supermarkt te vinden, vaak in een rechthoekig plastic zakje op het onderste schap. Baking soda of baksoda staat ook bekend als zuiveringszout en is o.a. een onderdeel van bakpoeder. Je vind het het makkelijkste in de toko of in sommige supermarkten (vaak bij de bakspullen en vaak in kleinere verpakking als een kartonnen doosje of buisje).

Huishoudsoda is een echte vet en geurvreter én het ontsmet en verzacht. Het is in tegenstelling tot azijn juist erg alkalisch (+/- Ph 11). Het heet in het Engels Washing soda omdat er veel toepassingen zijn voor juist wassen en textiel. Maar ook de meer vieze vettigheid pakt het goed aan. Let wel op, soda laat aluminium zwart uitslaan.

Baksoda is iets minder alkalisch en dus wat zachter. Het grootste verschil met huishoudsoda is dat je met baksoda heel makkelijk een wat schurende pasta kunt maken door er een heel klein beetje water of afwasmiddel aan toe te voegen, dat werkt heel goed omdat het net wat lastiger oplost in water dan huishoudsoda en vaak net iets fijner van korrel is.
Verder ontstaat bij baksoda een soort bruisende reactie als je het besproeit met een zuur (azijn).


Veelgebruikte toepassingen:
Huishoudsoda:
-Is iets erg vet, zoals lang niet schoongemaakte onderkanten van hangende keukenkastjes of eigenlijk alles in de buurt van het fornuis dan gebruik ik vaak pure huishoudsoda op een vochtig schuursponsje en maar een klein beetje toegevoegd water, het schoon krijgen gaat dan een stuk sneller. Voor regelmatiger schoonmaken daar is een soda-oplossing in heet water afdoende.
-Eens per maand het gootsteenputje schoonmaken door een flinke schep huishoudsoda gevolgd door een plens kokend water erover te gieten werkt als een tierelier. Hetzelfde bij de wasmachine, een eetlepel of 3 soda in de lege trommel en een kort heet programma eroverheen maakt alles goed schoon.
-Aangekoekte pannen? Een paar scheppen huishoudsoda, heet water en op het vuur een poos laten borrelen. Soms duurt het heel lang maar het komt goed, zoals hier. Doe dit alleen niet bij aluminium pannen.
-Zelf wasmiddel maken? Kijk hier voor m'n recept.
-Oppervlakkige wondjes kun je weken in huishoudsoda, het ontsmet en maakt de huid zacht. (Menig honden- én kippenpoot heeft hier al in een sodabadje gestaan.)

Baksoda:
-Voor alles waar ik normaal gesproken schuurmiddel zou gebruiken, maak je een papje van wat baksoda met een klein beetje water of desnoods een paar druppeltjes afwasmiddel, en daarbij een schuursponsje of tandenborstel. Dus de gootsteen, het fornuis, de aangekoekte tegeltjes achter het fornuis, putjes, voegen, vette vingers bij deuren of handgrepen enz. enz. Nat papperig zuiveringszout moet wel meerdere malen met schoon water afgeveegd worden anders blijft er een waasje achter.
-Het vloerkleed krijgt af en toe een opfrisser door er droog baksoda overheen te poederen, vaak strooi ik er dan ook nog wat gedroogde lavendelbloemen bij. Nachtje laten intrekken en de volgende dag opzuigen en weg suffe luchtjes. Helpt ook op de stoffen bekleding van bankstel of auto trouwens, of zweetschoenen.
-Ruikt de koelkast om een of andere mysterieuze reden (vis, stinkkaas?) bakje met zuiveringszout erin helpt dat tijdelijke ongemak te overbruggen.
-Splinters verwijderen schijnt makkelijk te gaan als je er eerst een poosje een baksoda-papje op laat intrekken. Ik spreek hier niet uit eigen ervaring maar ze zeggen dat de splinter er dan vanzelf uitkomt!

-Zeep: Meer specifiek groene zeep óf een zelfgemaakte vloeibare vorm van zachte plantaardige zeep (zoals castille of marseille zeep.) Van groene zeep heb je in de supermarkt twee variëteiten, de wat dikke lobbige geleivorm in een plastic kuipje of de vloeibare vorm in een fles. Wederom vaak op het onderste schap. Van die geleivorm kun je trouwens zelf ook een vloeibaarder vorm maken door een flinke klodder geleizeep in een lege flesvorm te duwen, voor 3/4 af te vullen met heet water en dan flink te schudden. Even wachten tot de schuim wegtrekt en klaar, dat gebruikt wat makkelijker dan de geleizeep opkloppen. Een groene zeep-sopje schuimt niet erg en niet erg lang na opkloppen. Vrees niet, ook zonder schuimlaagje werkt het prima als allesreiniger en vetoplosser.

Veelgebruikte toepassingen voor groene zeep:
-Mijn go-to allesreiniger. Ik neem er meubels nat mee af, ik dweil er de gangvloer mee, noem maar op. Het meest gebruikte product uit m'n schoonmaakkastje.
-Ik heb een eettafel van kaal hout die ik af en toe inzeep met amper aangelengde vloeibare groene zeep om het te beschermen. Goed uitsmeren, in laten trekken en licht weer afnemen met schoon water.
-Vetvlekken op kleding of vieze kragen door huidtalg smeer ik in met en beetje groene zeep voor het in de wasmachine gaat. Dat zorgt voor net wat meer lokale schoonmaak.

Of toch meer?

Ik zou liegen als ik zou zeggen dat dit m'n enige schoonmaakmiddelen zijn. Afwasmiddel en WC-reiniger koop ik bijvoorbeeld als afzonderlijke schoonmaakmiddelen (wel altijd van een ecologisch merk). Het afwasmiddel omdat ik niet een beter werkend alternatief heb, en de WC-reiniger omdat ik dat specifieke ecologische merk erg lekker vind ruiken en schoonmaken.
Ook heb ik wat flesjes etherische olie staan om soms de geur wat te kunnen bepalen. Maar grotendeels komt het hier toch wel een beetje op neer. Of nee, voor m'n massief houten eikenvloer heb ik nog steeds een dweilmiddel van de fabrikant, want dat zou de hardwaxlaag beter onderhouden. Misschien is dat onzin maar daar heb ik me nog nooit in verdiept.

Andere tips:
-Voor het schoonmaken van het kachelruitje gebruik ik wat kachel-as met een paar druppeltjes water en het zachte gedeelte van een schuursponsje. Worden ze weer mooi helder van.
-De ramen was ik met alleen water en een prop oude kranten na. (Een goede trekker scheelt veel.)
-Bestofte spiegels en glaswerk wrijf ik op met een droog speciaal geweven glasdoekje.
-Viezere spiegels (zoals die op de badkamer) spuit ik in met een mengsel van water met azijn (1:1 of in de buurt daarvan) en een klein kneepje afwasmiddel. Keukenpapiertje erover en klaar.
-Rvs wordt glanzend met olie. (Olijfolie, zonnebloemolie.. of net wat je hebt staan) Ook weer op een keukenpapiertje en uitwrijven.
-Beddengoed was ik met wasnoten op 60 graden om contactallergie te voorkomen. Ik strijk het terwijl ik er wat etherische olie van lavendel op spuit vermengd met water. De strijkbout desinfecteert het beddengoed nog meer. Kussens gaan af en toe een nachtje in een vuilniszak in de vriezer.
-Een hele vieze oven maak je schoon door eerst een bakje water met citroensap een uurtje in de hete oven te laten stomen en handwarm af te doen met een doekje. Alle viezigheid die daar nog niet mee wegkomt smeer ik in met een papje van huishoudsoda of baksoda, afhankelijk van hoe vies. Huishoudsoda laat je een dag opdrogen en schraap je daarna met een houten lepel zoveel mogelijk van de wanden voor je er met een natte doek overheen gaat. Maar de laatste tijd gebruik ik vooral baksoda. Als dat vanuit een papje is gedroogd spuit ik het in met een beetje azijn zodat het gaat bruisen en schuur ik het licht op met een schuursponsje. Daarna afspoelen.
-Snijplanken heb ik alleen van hout. Ik maak ze schoon door ze te bestrooien met grof zout en dan draaiend in te smeren met de binnenkant van een citroen. Zo laat ik het een poosje drogen in de zon buiten. Het zout, het citroenzuur en het uv-licht desinfecteert. Naspoelen met heet water en aan de lucht laten drogen.

Voor nu zijn dat zo'n beetje de tips die me te binnen schieten qua schoonmaken. Behalve misschien nog dat ik sinds dit jaar ben overgestapt op schoonmaakdoekjes van de eko-winkel. Die bevatten geen microplastics en zijn 100% composteerbaar. Toch weer nét wat groener en ze zijn veel absorberender dan die gele uit de gewone supermarkt.

Hebben jullie nog tips of aanvullingen?