maandag 13 oktober 2014

C: Recept voor bellenblaas -EXTRA LARGE-


Je hebt van die blogberichten die er een tijdje over doen om eindelijk het licht te zien. Dit is er eentje van. Al maanden ben ik bezig om er werk van te maken maar steeds werd het maar iets verder uitgesteld. Omdat ik niet meteen alle ingrediënten had, of het juiste materiaal, of gewoon te druk was met andere dingen.
En dat terwijl het zo ontzettend leuk en magisch is om te doen! Zelfs een klein beetje verslavend. 

Als hobbymatige zeepzieder heb ik wel iets met zeepbellen. Het is zo feestelijk en vrolijk meteen. Maar ook vluchtig en wonderlijk, al die kleine transparante belletjes in de lucht. 
Maar dat alles valt toch wel een béétje in het niet als je de heeeele grote reuzenbellen blaast die als dansende barbapapa's door de lucht spoken. Dát is bellenblazen voor de serieuze liefhebber, en daar hoef je echt geen kind meer voor te zijn! Het vergt alleen wel iets meer voorbereiding want uiteraard moet je zeepmengsel aangepast worden om zo'n grote bel te kunnen vormen. En ook kun je niet meer met een gewoon blaasstokje aan komen zetten, uiteraard. 

Goed bellenblaas:

Via internet leerde ik dat een goed recept voor grote bellen bestaat uit de volgende ingrediënten:
Water: Gewoon kraanwater is goed.
Oppervlakte actieve stof : In dit geval afwasmiddel. (Niet alle afwasmiddel is geschikt. In Nederland gebruik je het beste het afwasmiddel van Dreft. )
Polymeer: Een polymeer zorgt ervoor dat de zeepbel kan rekken zonder meteen kapot te barsten en wordt als bijna onmisbaar aanbevolen als je grote bellen wil blazen. Een populair natuurlijk polymeer is "Guar Gum" gemaakt van bonen. Soms in natuurvoedingswinkels te koop, in ieder geval wel via webshops op internet.
Ph-aanpasser: Door het gebruik van afwasmiddel veranderd de Ph van het water. Om dit weer aan te passen kun je bakpoeder gebruiken. (Hetzelfde poeder wat je ook in de keuken gebruikt.)
Vochtinbrenger: Hierdoor droogt de zeepbel minder snel uit. Glycerine is een goed voorbeeld. 


Het recept:

- 1 liter kraanwater (warm)
- 40 gram Dreft afwasmiddel
- 1,5 gram Guar Gum
- 2 gram bakpoeder
- 1 theelepel glycerine

Weeg in een klein bakje de Guar Gum af en voeg daar een beetje glycerine aan toe, genoeg om het samen te kunnen mengen. 1 theelepel is vaak al genoeg.

Meng het samen tot een klontvrij geheel. Het komt nooit echt helemaal in suspensie, maar zolang er geen klontjes inzitten is het goed.

Van het 1 liter warme water neem je een kwart (250 ml.) af en verwarmt dat tot heet.

Voeg aan die 250 ml. heet water het Guar Gum-glycerine mengsel toe en blijf dat ongeveer 2 minuten doorroeren. Het water zal er enigszins dikker van worden.

Dit mengen met het overige driekwart (750 ml.) warme water.

Het geheel goed roeren en enigszins laten afkoelen.

Meet 40 ml. van het afwasmiddel af.

En roer dat rustig door het water-Guar Gum-glycerinemengsel. Niet te hard anders gaat het teveel schuimen.

Tot slot nog het afgewogen bakpoeder erbij.

En weer rustig doorroeren. Na een kwartiertje wachten is je bellenblaasmengsel in principe klaar voor gebruik, al schijnt het beter te zijn als je een etmaal wacht voor het beste resultaat. Deze hoeveelheid lijkt niet veel maar toch kun je er heel wat grote bellen mee maken. Genoeg voor een middag plezier!

De bellenblaas-stok:

De bellenblaas-stok is een geval apart, die zul je zelf moeten gaan maken. Gelukkig is ook dat niet al te moeilijk. Wat je nodig hebt zijn:

2 stijve stokken als lange handvatten. (Ik gebruikte bezemstelen, al zijn die wel wat zwaarder als je dit met kinderen gaat doen.)
2 stukken veterkoord (liefst van katoen of andere opneembaar materiaal) De bovenste is dikker en korter (ongeveer 85 cm.) dan de onderste (ongeveer 170 cm.). Dat dikteverschil komt doordat het bovenste koord de drager is van het zeepsop, een dikker koord kan meer sop opnemen.  
2 ooghaakjes. Om het koord aan de stokken te bevestigen.
- optioneel, een gewichtje voor aan het onderste koord. Niet noodzakelijk maar soms wel makkelijker als er meer wind staat. Ik gebruikte een grote kraal die ik met wat dunner touw aan het onderste koord vastknoopte.

De praktijk:

Als er een windje staat, ga dan met de wind in de rug staan. Doopt het koord in het zeepmengsel. Laat het erboven heel even uitlekken en brengt het dan, met de stokken nog tegen elkaar boven je hoofd. Langzaam..langzáám..haal je nu de twee stokken van elkaar zodat het koord zich opent. Door de wind komen er automatisch bellen vanaf. (Als er geen wind staat zul je zelf een stukje achteruit moeten lopen (of in een drafje.))

Als je te lang wacht, en je de bel te groot laat worden, springt ie stuk terwijl het nog aan je koord vastzit. Wil je een bel sluiten dan moet je langzáám de twee stokken weer naar elkaar toe brengen zodat het koord zich sluit (en de bel ook.)

En nu jullie:

Bellen blazen is veel leuker als je niet alleen bent. (Je zult overigens toch wel gauw publiek krijgen dat bewonderend toekijkt) Ik kreeg net m'n ouders op bezoek en dat was natuurlijk bij uitstek het geschikte moment om samen de straat op te gaan. Niet het mooiste weer dus we gingen naar het dichtstbijzijnde parkeerplaatsje.

Kijk eens wat een prachtige bel m'n vader te voorschijn toverde.

Al knapte die wel stuk... dat doen ze ook mooi trouwens. Niet in één keer maar van het koord af naar achteren toelopend. Je ziet het gebeuren. Bij bovenstaande foto is ie op de helft.

M'n moeder werd er helemaal jolig van. "Dit moet je bij een bejaardentehuis gaan doen." zei ze maar steeds. Wat maar weer laat zien dat het zeker niet alleen voor kinderen is.

Zelfs niet alleen voor mensen.. Want later in het bos bleek dat Lucky, een van de wat oudere buurthondjes, er ook helemaal speels en vrolijk van werd. Die bleef achter alle bellen aanrennen in een poging ze te vangen.

Het is echt prachtig om die enorme bellen door de lucht te zien wobbelen. Soms wel een meter in doorsnee. Ze blijven trouwens ook bast lang zweven als de wind ze een beetje omhoog neemt. 
Ik denk dat als ik nóg grotere bellen wil blazen (jááá), ik dan het koord wat langer moet maken. (Zo blijft er gelukkig altijd wel wat te experimenteren over!!) Maar in de tussentijd is dit al meer dan leuk genoeg, echt een aanrader!

(Bron: http://soapbubble.wikia.com/wiki/Soap_Bubble_Wiki)

zondag 5 oktober 2014

C: Zelf maken "Kastanjemeel"

Het is weer de tijd van de tamme kastanjes. Ik kan niet door het bos wandelen zonder ze te rapen, zo massaal liggen ze te pronken. Inmiddels heb ik al een paar kilo geschild en in de vriezer liggen voor komende winter. (Hoe je dat doet lees je hier) Maar om een beetje variatie toe te passen leek het me leuk om ook eens te schrijven over het maken van eigen kastanjemeel. Het is wel redelijk arbeidsintensief om te doen, maar voor wie tijd en tamme kastanjes over heeft is het zeker leuk om eens te proberen.
Ik maakte er heerlijke notenkoekjes van, glutenvrij ook nog! Het recept daarvoor vind je ook hieronder.
En trouwens, voor wie niet de tijd en moeite (of de kastanjes) heeft om zelf meel te maken, het is ook gewoon te koop, dat kastanjemeel. In natuurvoedingswinkels bijvoorbeeld.


Kastanjemeel maken:

Allereerst moet je de kastanjes roosteren. Daarover heb ik al eens uitgebreid geschreven dus gemakshalve verwijs ik je voor dat deel even naar die post terug. (Klik hier. Halverwege het verhaal kun je de uitleg vinden over het roosteren van tamme kastanjes.)

Ik neem niet eindeloos de moeite om alle binnenste velletjes helemaal weg te peuteren. Dan zou het al helemáál monnikenwerk worden. Bij de ene gaat het soms makkelijker dan bij de andere, maar over het algemeen zijn de kastanjes hier vrij lastig helemaal schoon te krijgen. Dus, dan maar met velletjes. Maar wel zonder schil natuurlijk, want die zijn kei-hard na het roosteren.
Ook breek ik ze hier doormidden of verkruimel ze een beetje. Maar dat is meer om te zien of er geen nare beestjes inzitten. (Vooral als kastanjes niet vers geraapt zijn is de kans daarop groter.)

En vervolgens maal ik ze in de keukenmachine zo fijn mogelijk. Het blijft altijd wel een beetje te grootte van broodkruimels. In het kader van meten=weten heb ik ze eens gewogen. Ongeveer 450 gram was het bij elkaar.

Daarna is het belangrijk om de fijne kruimels te drogen. Dat kan door het op een ovenplaat de spreiden (met de oven op de laagste stand en met de klep op een kiertje voor een aantal uur.) Of desnoods boven een warme verwarming voor een dag. Ik heb hier een dehydrator, dus dat is helemaal gemakkelijk. 

Vanwege de ventilator in de dehydrator leg ik er een extra matje op, zodat het netjes blijft liggen. En zo droogt het een nacht op 30 graden C.

Als de kruimels droog zijn kun je ze nóg een keer in de keukenmachine malen voor een nog fijnere structuur. Of desnoods in een vijzel. Al krijg je het nooit zo fijn als traditioneel meel, de structuur zal altijd wat grover zijn. Of je moet een echte meelmaler bezitten natuurlijk. Koffiemolentjes zijn meestal wel beter in het fijner malen van dingen dan keukenmachines, maar die van mij is onlangs doorgedraaid (letterlijk.)
Maar ook wat grover is het prima om te verwerken in gerechten. Het grote voordeel is dat het glutenvrij is en een enigszins nootachtige smaak heeft. De meeste recepten die ik ken gaan echter nooit alleen maar uit van kastanjemeel, het is altijd een combinatie met andere meelsoorten. Ik heb ooit gelezen dat het tot ongeveer 25 tot 30 % van een recept kan uitmaken.
Na het drogen had ik trouwens nog maar 135 gram aan gewicht over. Wat de relatie tussen arbeid en eindproduct gaandeweg dus niet gunstiger maakt. 

Recept notenkoekjes, met kastanjemeel: (glutenvrij & lactosevrij)

Sinds ik glutenvrij moet eten is m'n eetgedrag behoorlijk veranderd. Geen brood meer, dat is de meest ingrijpende aderlating geweest, al moet ik zeggen dat ik het inmiddels niet meer mis. Voor andere deegwaren zoals pizzabodems of pannenkoeken zijn er alternatieven in de vorm van bijvoorbeeld boekweitmeel. Gebakjes en zoete hapjes zijn getransformeerd in andere heerlijke en bovenal gezondere varianten. En ook koekjes hoef ik niet te laten staan. Al moet ik ze wel vaak eerst zelf bakken!

Voor dit notenkoekje heb ik me laten inspireren door de notenkoeken van Bakker Meelmuts. Dé bakker van Eindhoven. Hij staat o.a. op de biologische markt waar ik vaak m'n boodschappen doe. Zijn notenkoeken vonden jarenlang gretig aftrek hier, zoo lekker, maar inmiddels koop ik er alleen af en toe nog maar eentje (voor m'n man, terwijl ik weemoedig toekijk.)

Zo zien ze eruit (na een paar kilometer fietsen onderin de boodschappentas.. haha)
Dit is overigens geen poging om ze te evenaren, dat is onmogelijk. Maar een lekker notig koekje, glutenvrij én lactosevrij is al welkom genoeg!

En uitgangspunt was de 135 gram eigengemaakte kastanjemeel. 

Recept:

-135 gram kastanjemeel
-135 gram amandelmeel (Als je zelf amandelmelk maakt kun je hiervoor ook de pulp gebruiken die je daarvan overhoudt. Wel gedroogd uiteraard.) Klik hier voor de link naar het zelf maken van amandelmelk.
-135 gram boekweitmeel
-135 gram gehakselde noten (Ik had nu pecannoten, hazelnoten, cashewnoten en amandelen, gedeeltelijk fijn én grof gemalen) Als je ze eerst lichtbruin roostert in een droge pan wordt de smaak nog intenser. (Stukjes beetgaar gekookte kastanjes zouden overigens ook niet misstaan hier.)

(Zoals je ziet zijn het allemaal gelijke delen, als je zelf van andere hoeveelheden uitgaat kun je het makkelijk aanpassen.)

-ongeveer 1 pakje bakpoeder (21 gram)
-flinke theelepel zout (naar smaak)
-3 eetlepels basterdsuiker (of andere zoetmiddelen.) (naar smaak)
-eventueel wat kaneel, of koekkruiden (naar smaak)

Smaakstoffen zoals zout en suiker staan niet vast maar kun je naar eigen inzicht toevoegen. Ik ben bijvoorbeeld inmiddels redelijk van suiker afgekickt en heb er minder behoefte aan, maar misschien vind jij het zoeter lekkerder. Je kunt altijd van het deeg proeven voor het de oven ingaat en naar smaak meer toevoegen.

-handje rozijnen. (ach, die waren bij mij net op.. jammer. Met rozijnen of cranberry's of stukjes dadel worden ze net een graadje lekkerder, want plaatselijk zoeter en minder droog, en dus ook minder saai.)
-5 eetlepels gesmolten kokosolie (als alternatief voor boter)
-amandelmelk (Genoeg om het kneedbaar te krijgen, in mijn geval was het nu 100 ml.) 


Rol er balletjes van die je vervolgens een beetje plat drukt en bak ze in de oven goudbruin. Ongeveer 180 graden voor ongeveer 20-30 minuten, afhankelijk van je oven. Ik draaide ze halverwege een keertje om.

 Koud proef je de smaken beter dan warm, dus even het geduld hebben om ze af te laten koelen... en dan vooral aanvallen!!