zondag 25 november 2012

C: Help, een moestuin!

Het moestuinvirus heeft me in 2005 voor het eerst gegrepen tijdens een vakantie waarin ik een enorm dik boek over biologisch moestuinieren heb verslonden (bij wijze van vakantieliteratuur meegenomen voor de regenachtige dagen). Het leek wel of ik een nieuwe wereld in werd gezogen vol met wijsheden en feitenkennis wat me zo wezenlijk en essentieel voorkwam dat ik er meteen alles over wilde weten. Van de indeling van de gewassen, vruchtopvolging en groenbemesters naar stikstofbehoefte, plantenaftreksels en natuurlijke onkruidbestrijding. En vervolgens van allerlei groenten de specifieke informatie over wanneer zaaien, uitplanten, bij welke "buren", hoe te verzorgen en wanneer te oogsten.
Vervolgens kon ik niet wachten om zelf aan de slag te gaan. Gelukkig mocht ik een redelijk groot stuk verwaarloosde tuin van m'n ouders gebruiken (die ik wel eerst nog even vrij moest maken van brandnetel en braam...een hels karwei!!) Maar ik was zo gedreven dat ik zelfs daar niet door weerhouden kon worden.
Twee jaar lang heb ik daar m'n moestuin onderhouden. Toen kwam de klad erin. Niet vanwege het tuinieren zelf, maar meer omdat de afstand van huis naar tuin toch wel erg groot was. Het is echt niet handig om steeds een heel stuk op en neer te moeten rijden, via snelweg en landweggetjes, om een paar worteltjes te oogsten. En stiekem had ik gehoopt dat ook m'n ouders er af en toe wel eens naar om zouden kijken, ondanks dat ze me heel duidelijk van te voren al hadden gezegd dat ze zich er niet mee gingen bemoeien. 
Dus ja, ik hield het daarna maar bij een heel klein moestuintje in mijn eigen hele kleine achtertuintje, altijd nog beter dan niets. 

Een paar jaar geleden vertelde Mirjam opeens dat ze een moestuin was begonnen bij een volkstuinvereniging in haar gemeente. Zomaar opeens was zij ook aangestoken door het virus. Niet door mij denk ik, want daarvoor had ze nooit echt interesse gehad voor al mijn moestuinavonturen. Maar het zette me wel aan het denken. Een volkstuin, daar had ik zelf nog nooit aan gedacht. Zou het iets zijn?
Afgelopen winter heb ik besloten van wel. Ben steeds zo aan het schipperen met de ruimte in m'n eigen tuintje en de behoefte om weer meer zelf te kunnen verbouwen dat ik me meteen heb ingeschreven bij de dichtstbijzijnde volkstuinvereniging, 5 minuten fietsen van m'n huis. Maar wel met een inschrijftijd vanjewelste.

Mááánden gingen voorbij. Heb daar afgelopen zomer een aantal keer verlekkerd maar ook zuchtend rondgelopen. Praatjes gemaakt met de gelukkigen die al wel een tuin hadden, loerend naar de leukste plekjes, wachtend op het moment dat ook ik een tuintje toegewezen zou krijgen... geduld, geduld. En dan eindelijk, na bijna een jaar wachten, was het moment dan zover. Ik was op de bonnefooi even langs gegaan om te kijken of het al iets opschoot met de wachtlijst, toen me werd verteld dat ik meteen de keus had uit wel 2 tuintjes!!! Beide ongeveer even groot (100 m2), beide hetzelfde gepositioneerd qua zonligging, maar met het overduidelijke verschil dat de ene behoorlijk verwaarloosd was maar in een gezellig (biologisch en natuurlijk) laantje lag met dito buur-tuintjes, en de ander redelijk "schoon" en onderhouden, maar in een meer traditioneel en formeel buurtje van het complex.
Dus wat te doen? Ga ik voor makkelijk en instant, of ga ik voor gelijkgestemde buren maar wel heel veel werk voor de boeg qua onkruidvrij maken?
Zucht, de keuze was snel gemaakt...maar ojee...nu het opschonen nog!

zondag 11 november 2012

C: Dahlia's overwinteren, deel 2

Klik hier voor deel 1.

Het heeft uiteindelijk langer dan een paar dagen geduurd om dit tweede deel te schrijven. De griep heeft me flink te pakken gehad. Gelukkig was het weer buiten  ideaal om de uitgegraven dahliaknollen onder het afdak te laten liggen. Geen nachtvorst, niet te zonnig en niet te nat. Dat kwam dus goed uit.
Vorst kan de knollen te erg beschadigen, te veel zon kan de knollen teveel uitdrogen (dan zie je dat ze gaan verschrompelen) en bij te nat weer drogen de knollen niet voldoende (of kunnen gaan schimmelen).
Allereerst heb ik na een dikke week de knollen nogmaals schoongeveegd. Het zand wat was blijven plakken bij de eerste keer kan je dan makkelijker wegvegen. Schone knollen verminderen de kans op schimmel, bovendien kun je dan goed kijken of ze misschien bij het uithalen met de riek toch niet hier en daar beschadigd zijn. Zo ja, dan de beschadigde knollen afknippen. (Er wordt gezegd dat de knollen eetbaar zijn trouwens. En dat je ze net zo kunt bereiden als aardappels. Maar na wat onderzoek op internet leerde ik dat het maar bij een paar rassen echt bewezen eetbaar is, van de overige ontelbare rassen en cultivars is het een aanname dat het zo is. Dus mocht je het willen proberen met bijvoorbeeld deze afgeknipte knollen, dan wel helemaal op eigen risico.)
Vandaag verder gegaan met het voorbereiden van de knollen op de winter. Zag een enkele, inmiddels beschimmelde, knol die ik eerder kennelijk over het hoofd had gezien. Wijt ik aan de griep! Kun je alsnog verwijderen.
Er zijn verschillende manieren om knollen te "verpakken". Bijvoorbeeld in kistjes/dozen met droog zaagsel, droog zand, stro, turf of krantenpapier. Ik prefereer turfmolm hiervoor omdat het van zichzelf vrijwel steriel is. Het bevat geen dierlijke of plantaardige micro-organismen, wat de kans op schimmel of rot een stuk kleiner maakt. Ik begin met een laagje onderin een doosje, leg er een aantal knollen op (stengel weer omhoog) en strooi er daarna nog losjes wat turf overheen.
Tot slot schrijf ik op de doos wat erin zit, prik ik bovenin nog wat ventilatiegaatjes met een priem en de doosjes zijn klaar om opgeslagen te worden.
De plek waar je ze opslaat is erg belangrijk. De beste ruimte is een ruimte die koel, vorstvrij en luchtig is, niet te droog en niet te nat. Best ingewikkeld. Hou ongeveer 10 graden C. gemiddeld aan. Mijn allereerste keer bewaarde ik ze in een losstaand schuurtje in de tuin, dat was te vochtig waardoor ze toch gingen schimmelen. Sindsdien bewaar ik ze op de onverwarmde zolder en check ik regelmatig hoe het met de knollen gaat. Het is daar koud, maar toch warmer dan 10 graden. Ik kijk om de maand even om te zien of ze niet te erg verschrompelen, eventueel met een plantenspuit even licht vochtig maken anders. Op die manier krijg ik ze toch goed de winter door.
In het voorjaar zie ik dan dat sommige knollen in de doos al beginnen te ontspruiten. Officieel kunnen dahlia's pas na ijsheiligen (half mei) buiten uitgeplant worden, maar je kunt ze al wel eerder binnen in een pot voortrekken, zodat je in mei al meteen een plantje de grond in kan zetten. Des te eerder heb je bloemen!

Nog een laatste woord over het vermeerderen van de knollen. Het is namelijk mogelijk om de uit-de-kluiten-gewassen knollen te delen, waardoor je later twee of zelfs meer knollen van hetzelfde ras kunt uitplanten. Meer voor niks, altijd leuk. Dit vermeerderen kun je zowel vóór de winterrust als erna toepassen. Ik doe het liever erna omdat je dan beter kunt zien aan de uitlopers waar je kunt snijden. De 'ogen' waar de uitlopers uitkomen liggen rond de stengel en er moet minimaal één oog aanwezig zijn anders zal een knol niet uitgroeien. (Dus enkele afgeknipte knollen hebben geen overlevingskans) Probleem is dat die 'ogen' op dit moment niet zichtbaar zijn, ze worden daarom ook wel 'slapende ogen' genoemd. Als je knol meerdere stengels heeft dan kun je al wel makkelijker delen, zolang je zorgt dat aan elk deel een stengel zit. Maar zelfs dan laat ik het liever nog achterwege tot aan het voorjaar, vanwege de wond die dan vlak voor de winterrust ontstaat. Grotere kans op schimmel.

Ik zal in het voorjaar een fotoblog schrijven over het vermeerderen van de knollen. Dan krijg je een beter idee.
Tot die tijd fijne winterrust allemaal! (haha, als dat zou kunnen!)

(p.s. Mir, bij jullie is de garage aan huis helemaal goed om de doosjes in op te slaan, succes!)

Update 2-5-13: Link naar "C: Dahliaknollen delen"