Pagina's

vrijdag 28 september 2012

C: Zelfgebakken brood

Er is niets zo lekker als warm vers zelfgebakken brood, en met vlagen bak ik dan ook zelf mijn eigen brood in de oven. Nooit helemaal naar volle tevredenheid echter. Ondanks het feit dat het altijd nog steeds veel lekkerder was dan het brood uit de winkel had ik maar steeds het idee dat ik iets niet precies goed deed. Het bleef altijd enigszins compact en zwaar.
Tot ik een paar weken terug naar een masterclass keek op televisie van Masterchef Australia. Daar kwam Phillippa Grogan langs die precies uit de doeken deed hoe je een heerlijk brood klaarmaakte. Een volkoren walnoot-vijgenbrood, om precies te zijn. Wow, dat verklaarde een hoop! Binnen de kortste keren stond ik er zelf een te bakken en ik kan je zonder overdrijven vertellen dat dat het lekkerste brood was wat ik ooit had klaargemaakt. Niet zozeer vanwege de walnoten en vijgen (wel erg lekker!) maar vooral om de luchtige structuur en de perfecte korst. De truc zit hem in het kneden en bakken.
Voor iedereen die dát gemist heeft hier een overzicht. Dan moet het alsnog lukken!

Het deegrecept:

400 gram (biologische) tarwebloem
100 gram (biologische) volkoren tarwemeel
10 gram zout
5 gram gedroogde gist
335 ml lauw water

Deeg kneden:

Voeg eerst de droge delen bij elkaar in een grote kom en roer dit even kort door elkaar met een lepel. 
Voeg daarna het lauwe water (geen heet water, koud mag wel) erbij en kneed met je hand tot een samenhangende bal.
Deze mag niet kleverig zijn. Als het goed is wordt je kom redelijk schoon en blijft de bal niet erg aan je handen plakken bij aanraking. Anders eventueel wat extra meel toevoegen. (of water bij te droog.)

Eenmaal tot bal gekneed is het belangrijk de gluten in het deeg te bewerken, dat zorgt uiteindelijk voor een luchtiger deeg. Dit doe je door het deeg op een  plat oppervlak een keer of 6 uit elkaar te rekken en weer op te rollen:
Uit elkaar rekken doe je door de bal iets langwerpig te rollen, in de lengte neer te leggen en met twee handen  vanuit het midden van elkaar af te duwen. Je ene hand naar boven, de andere naar onderen. Je krijgt dan een lange lap.
Vervolgens rol je de lange lap van boven af strak op.(Met twee handen, ik moest met 1 hand fotograferen) waarbij je duimen het deeg goed aandrukken en instoppen. Het rolletje weer in de lengte neerleggen met de naad omhoog, en opnieuw uitrekken. 
Na de 6e keer leg je het rolletje met de naad naar boven neer en duw je 'm met je handen in een rechthoekige platte lap van ongeveer 2 cm dik.

Tijd om de noten en vijgen toe te voegen. Dit kun je doen naar eigen behoefte. 
 Ik heb een schoteltje aan gepelde walnoten en een stuk of 5 vijgen (in kwartjes gesneden) erbij gedaan.
Leg ze verspreid op het uitgedrukte deeg.
En rol het weer op (makkelijker met twee handen.) waarbij je er weer op let dat je met je duimen goed aandrukt en instopt.
Vervolgens ga je dit rolletje weer uittrekken en oprollen zoals bij de vorige stap. 
Zodanig dat de noten en vijgen aan de buitenkant van het deeg tevoorschijn komen.(ongeveer na 3 keer)
Tijd voor het deeg om te rusten. Laat het afgedekt, warm en tochtvrij staan. Een manier is om er een doorzichtige kom overheen te zetten zodat je kunt blijven zien wat er met het deeg gebeurt. 
Dit rusten duurt een uur, maar om de twintig minuten moet je het deeg even doorrollen. (van je af rollen met de bal van je handen zodat het deeg een paar keer over de kop gaat en de lucht van het rijzen er weer uitgerold wordt.) In dat uur dus 3 keer.
Na de derde keer is er een uur verstreken en moet het deeg wéér een uur rijzen. Dit keer ongestoord. Plaats daarvoor je deeg op een houten snijplank met wat griesmeel (of gewoon meel) en het geheel in een afgeloten plastic zak, tegen uitdrogen. Op een warme plek.

De oven:

Tijdens de masterclass bakten ze het brood op een broodbakplaat. Had ik nog nooit van gehoord. Normaal gesproken legde ik het brood voor het rijzen alvast in een metalen bakblik of op een ovenplaat en schoof die later in de voorverwarmde oven. Zo ook de eerste keer dat ik dit brood bakte, maar toch wilde ik er meer over weten. Het idee achter een broodbakplaat is dat je een poreuze steen hebt die tijdens het voorverwarmen van de oven flink wat warmte verzamelt en met die extra stralingswarmte later het brood wat extra laat rijzen doordat het vocht in het brood gaat stomen. Met als gevolg een luchtiger brood.
Maakt dat echt een verschil? ...Ja, dat maakt écht een groot verschil, getuige mijn eigen ervaringen.
Het eerste brood dat ik bakte was heerlijk (echt heerlijk) daar niet van, maar het tweede brood (gebakken op een "broodbakplaat") was veel luchtiger en zachter en daarmee vele malen lekkerder. Ik hoop dat je het op de foto's een beetje kunt zien.
Maar om nou meteen een officiële broodbakplaat te gaan kopen? Niet doen, ze zijn behoorlijk duur en er zijn goedkopere alternatieven die minstens zo goed werken. Zo zijn allerlei poreuze plaatstenen te gebruiken. Als je nog een plaatje marmer hebt liggen bijvoorbeeld, kun je die daarvoor gebruiken (wel eerst schoonmaken en goed laten drogen). Sommige steenhouwbedrijven hebben containers met afvalmarmer staan waar je gratis uit kunt nemen. Ook las ik op internet over travertijnstenen (travertin, travertino) die in sommige bouwmarkten als tuinstenen worden verkocht. Even bijslijpen en je hebt voor minder dan €10,- een passende steen voor in je oven.
Maar de allersimpelste manier is wellicht een ongeglazuurde terracotta schaal die normaal onder een bloempot hoort. Die heb je in allerlei maten bij elk tuincentrum. Ze zijn alleen niet plat, maar als de opstaande rand je tegenwerkt dan draai je de schaal gewoon om. Maak 'm goed schoon en laat 'm een dagje drogen.
Verwarm de oven een uur van te voren voor op 250 graden C. (Deze langere opwarmtijd hebben ze echt nodig) Dus op het moment dat je deeg in de plastic zak op een warm plekje ongestoord gaat rijzen, zet je de oven al vol aan. Na een uur is je brood als het goed is een stuk gegroeid, haal 'm uit het plastic en snijd met een scherp mes een paar sneden diagonaal over de rug van het brood, ongeveer een halve centimeter diep zodat het wat ruimte heeft om in de oven door te rijzen. Leg vlug wat (gries)meel op de warme broodbakplaat en pak je brood vervolgens voorzichtig op (je wil zo min mogelijk lucht laten ontsnappen) en leg 'm in de hete oven. 
Zet de temperatuur terug op 200 graden C.
Een laatste truc is om een stuk of 8 ijsklontjes onder de broodbakplaat in de oven te strooien (een ovenplaat een stukje onder je broodbakplaat is daarbij handig) De stoom zorgt ervoor dat je een perfecte korst krijgt. Een bakje heet water in de oven voor de eerste 10 minuten kan ook.
Afhankelijk van je oven bakt je brood zo'n 25 à 30 minuten. Let daarbij op de kleur van het brood of check of het tegen het einde enigszins hol klinkt als je op het brood klopt.
De laatste 5 minuten van de baktijd steek je een pollepel in de ovendeur zodat stoom via het kiertje kan ontsnappen. En dat is het dan. Het lijkt een heel verhaal maar als je het een paar keer hebt gedaan wordt het steeds vanzelfsprekender. Het allermoeilijkste gedeelte is om het brood de tijd te geven om af te koelen. Het snijdt een stuk makkelijker dan.

De manier van kneden en bakken waren een eye-opener voor mij en heeft het plezier in brood bakken alleen maar laten groeien! Want er zijn zoveel varianten te bedenken om als ingrediënten toe te voegen. Olijven, zongedroogde tomaatjes, kappertjes, feta, komijn, zaden, vruchten...oh, de mogelijkheden!
Maar het allerleukste vind ik (als keramist) toch wel de bijkomstigheid van de klei. Ik kan me voorstellen dat een schaal, zoals ik nu heb gebruikt, op de lange duur niet het meest efficiënte is. Want wat als je twee broden wil bakken, of stokbrood? Ik ga dan ook maar aan de slag met het maken van een eigen platte rechthoekige broodbakplaat, dat moet te doen zijn. In de tussentijd kan ik hier zeker nog wel mee vooruit.
En wat te denken van bloempotten? Zelfde systeem en staat nog leuk ook! Zet daarvoor een (of meer bloempotten in de oven om voor te warmen. In dezelfde tijd laat je deeg in een andere (zelfde maat) bloempot rijzen. Beetje bakpapier ertussen waardoor je het later gemakkelijk kunt overhevelen in de warme bloempot! Leuk, leuk, leuk!

maandag 24 september 2012

C: Vlierbessensiroop

Het viel best tegen om dit jaar vlierbessen te vinden. De vele struiken die ik kende waren vrij kaal en karig. Of de vogeltjes zich er nu al aan tegoed gedaan hadden of het sowieso een slecht vruchtenjaar is (aardbeien en appeltjes vielen ook al tegen) dat weet ik niet. Heb lang gezocht en uiteindelijk maken vele kleine beetjes ook een redelijke oogst, al ging er wel veel meer tijd in zitten.
Uiteindelijk, na het afrissen van alle bessen met een vork en het verwijderen van de groene besjes, hield ik nog een goede 1850 gram over. Het is altijd belangrijk om na het wassen te wegen hoeveel gram oogst je hebt. Het geeft je uiteindelijk meer inzicht in hoeveel sap dat oplevert.
Doe de bessen vervolgens in een pan en voeg zoveel water toe dat het water net tussen de bessen omhoog komt.
Na 20 tot 30 minuten sudderen zie je dat de bessen open geknapt zijn en hun sap vrij is gekomen. 
Vervolgens moet je de bessen zeven om de pitjes te verwijderen. Ik gebruik daar een handmatige zeefmolen voor die ik ooit voor een paar euro bij de kringloop kocht. Onmisbaar vind ik die, dus mocht je er ooit een tegenkomen dan is het zeker de aankoop waard. (Een oud omaatje die destijds langs kwam lopen en me zag twijfelen trok me over de streep door te zeggen, "Oh, dat is zo'n handig ding, ideaal voor het maken van tomatensoep zonder pitjes.")  Een alternatief is om het door een zeef te drukken met de achterkant van een pollepel, bij een grove zeef moet je dan wel wat kaasdoek gebruiken anders gaan de pitjes er alsnog doorheen. Al met al iets meer werk.
 Dat wat je overhoudt en niet gebruikt is een dikke droge drab met pitjes. (Ik vries dit in en bewaar het voor de vogeltjes voor in de winter.) Maar je kunt het ook op de composthoop gooien.
De besjes en het kookwater leverden me precies 2 liter sap op.
Nu smaakt vlierbessensap naturel helemaal niet lekker. Extra smaak is dus zeker wel nodig. Zelf doe ik er wat citroensap, een kaneelstokje en wat kruidnagelen bij. Voor een winterse smaak, maar het hoeft niet per se.
Suiker is wel onmisbaar. De hoeveelheid is afhankelijk van hoe je je vlierbessen verder wilt verwerken. Als je jam wil maken moet er zeker hetzelfde gewicht aan suiker bij. Voor een gelei gebruik je geleisuiker, ook 1:1. Zoveel suiker is nodig om het te beschermen tegen bederf zodat het in potten langer houdbaar is.
Nou vind ik het persoonlijk met zoveel suiker veel te zoet worden en niet lekker. In m'n siroop gebruik ik dus veel minder en vries het daarna (in kleinere porties) in, om zo bederf tegen te gaan. Er gaat nog wel wat suiker bij (in mijn geval 1/4 deel van de hoeveelheid sap. 2 liter sap = 500 gram suiker) want ten eerste is het anders niet echt lekker, maar ook om een ontdooide portie wat een paar weken in de koelkast blijft staan wat houdbaarheid te geven. Je zou ook honing kunnen gebruiken.

Laat het gezeefde sap met de suiker, kaneel, citroensap en kruidnagelen nog een half uurtje op een heel zacht vuur trekken onder af en toe roeren. Daarna in vriesbakjes gieten en af laten koelen voor het de vriezer in gaat. Vergeet ook niet een etiket met inhoud en datum op de bakjes te zetten!

En dat was het dan.
Wij gebruiken de vlierbessensiroop iedere dag in de winter, vanwege de anti-virale eigenschappen. Een eetlepel in je thee of vruchtensap bijvoorbeeld. In tijden dat ik toch een verkoudheid voel opkomen (mijn zwakke plek) drink ik het zelfs meerdere keren per dag. Dan pers ik een halve citroen uit, rasp een grote dobbelsteen aan verse gember, een eetlepel aan vlierbessensiroop en dan heet water erop. Zo warm mogelijk opdrinken! Hmmm, je zou er bijna verkouden van willen worden!!

zondag 16 september 2012

C: Tomatenzaad oogsten

De afgelopen jaren heb ik steeds geprobeerd om tomaten te kweken, maar dat lukte nooit echt helemaal naar volle tevredenheid. Steeds kwam er wel een ziekte of zwakte opduikelen, of waren de tomaten toch niet zo lekker als ik had gehoopt. Eigenlijk had ik m'n pogingen al opgegeven tot ik dit voorjaar tóch weer in de verleiding kwam. In het winkeltje van m'n volkstuinvereniging (waar ik helaas nog steeds geen tuin heb..geduld.) zag ik 4 kleine tomatenplantjes staan voor 20 cent per stuk. Volgens de verkoopster waren het hele lekkere frisse tomaten van het ras "Yellow Zebra".(Alleen die naam al, prachtig toch?) en waren het beslist geen lastige planten. Ik ging door de knieën. Gaf één plantje aan Mirjam en  plantte de overige drie in m'n kleine achtertuintje. Allerlaatste poging, dacht ik nog.
Maar dat viel reuze mee. Had uit voorzorg wel een klein kasje om ze heen gebouwd zodat ze niet in de regen zouden staan, maar verder heb ik er niet heel veel naar omgekeken. Alleen om de zoveel tijd dieven weghalen en water geven... en af en toe een beetje voeding erbij. Uiteindelijk kwamen daar dan ook de vruchten van, en inderdaad, héérlijk fris. Dat is het herhalen wel waard. Dus aan de slag met het winnen van het zaad... Er zijn verschillende manieren om dat te doen maar ik las op een forum dat dit de meest gemakkelijke was, de zandtechniek van "Frank":
Snijd een paar grote gezonde en rijpe tomaten doormidden en verwijder de zaadjes uit de kamers. Vang ze op in een zeefje.
Spoel de zaadjes grondig onder stromend water. De zaadjes zijn omgeven door een slijmerig kiemremmend laagje (het lijkt net kikkerdril zo glibberig) en dat moet je zoveel mogelijk proberen weg te spoelen.
Je krijgt ze alleen nooit helemaal schoon. Het laatste laagje wat er omheen zit haal je weg d.m.v. een zandbad.
Leg de zaadjes daarvoor in een bedje met fijn zand (vb schelpenzand) en dek ze toe. Het hoeft niet heel dik te zijn.   
 
Goed noteren wat er onder ligt en zo laten drogen op een warm (zonnig) goed geventileerd plekje. Zowel het zand als de zaadjes moeten de tijd en warmte krijgen om rustig in te drogen.
Afhankelijk van het weer kun je dan na een paar dagen tot een week het zand weer door een zeef halen zodat je alleen de droge zaadjes overhoudt. Er blijft een klein beetje zand aanhangen maar dat is niet erg. Deze zaadjes zijn nu droog en schoon genoeg om te bewaren. (schrijf ras en datum op het zakje.)
Tomatenzaad blijft redelijk lang kiemkrachtig. Tot wel 5 jaar. Bewaar je ze in de vriezer dan zelfs nóg langer.

De andere, meer klassieke, methode om tomatenzaad te oogsten en schoon te krijgen is d.m.v. gisten in water. Dit geeft alleen een hoop stank en fruitvliegjes. Des te meer reden om te kiezen voor de zandmethode! Het gaat snel en makkelijk en je hebt er verder weinig omkijken naar.
Kunnen we volgend jaar weer met volle moed verder kweken!

vrijdag 7 september 2012

C: Slapeloze nachten

Ik heb nooit problemen gehad met nachtrust. Sliep altijd redelijk snel in en werd de volgende ochtend pas weer wakker... Tot een paar jaar geleden. Opeens werd ik vaker wakker tussendoor, viel moeilijker in slaap, sliep lichter, had soms last van rusteloze benen. Het sloop er langzaam in, niet iedere nacht maar wel steeds vaker en erger. Tot ik afgelopen zomer haast elke nacht een paar uur lag te woelen en draaien en m'n benen niet stil te krijgen waren. Om maar niet te spreken van de extreme vermoeidheid die dat overdag gaf.
Nu ben ik geen dokterloper, sterker nog, ik ben eerder het tegenovergestelde van een hypochonder en verwacht van elk pijntje en griepje dat het ook zonder pillen en bemoeienis van een arts vanzelf wel overgaat. Ik leef bewust en gezond genoeg. Maar dit werd echt te gek, toch maar naar het spreekuur.
Om een lang verhaal kort te maken, na een uitgebreid bloedonderzoek bleek in mijn geval een behoorlijke bloedarmoede, maar dan veroorzaakt door een extreem laag vitamine B12-niveau. Werd meteen aan de staalpillen en vitamine B12-injecties gezet. Na wat onderzoek bleek het vitaminegebrek door een opnamestoornis te komen wat inhoudt dat m'n lichaam de vitamines niet, of niet voldoende, uit voeding op kan nemen.
Zowel bloedarmoede als vit. B12 gebrek geven o.a. enorme vermoeidheid, slaap-en concentratiestoornissen, vergeetachtigheid, lusteloosheid e.d.. Een laag ferritinegehalte, wat gepaard gaat met bloedarmoede, wordt in verband gebracht met rusteloze benen. Geen wonder dat ik zo brak was!

Inmiddels voel ik me een klein beetje ervaringsdeskundige als het om slaapproblemen en vermoeidheid gaat. Gelukkig helpen de staalpillen en B12injecties. Nu, na 6 weken behandeling, slaap ik beter en heb geen rusteloze benen meer gehad en voel m'n energie alleen maar toenemen. Een verademing.

Niet altijd zit er zo'n stoornis achter slapeloze nachten. Voor de brakke nachten veroorzaakt door zorgen, stress, doorzakken of andere spoken kunnen de volgende huismiddeltjes wellicht uitkomst bieden.

Valeriaanwortel, het natuurlijke slaapmiddel:

THEE: 
Valeriaanwortel kun je kopen in sommige natuurvoedingswinkels of toko's, en daar kun je vrij makkelijk een thee van zetten, een uur voordat je gaat slapen. Het heeft een vrij uitgesproken geur en smaak. Niet de meest prettige dus ik zou het mixen met andere smakelijke kruiden die je lekker vindt.
Giet water dat net van de kook is over 1 à 2 theelepels gedroogde valeriaanwortel per kopje. Laat afgedekt 10 minuten trekken en drink dan op. Zzzzz

TINCTUUR:
Ook kun je vrij makkelijk een tinctuur maken van valeriaan. Dit is wat geconcentreerder dan thee. Vul een glazen potje voor de helft met fijngesneden gedroogde valeriaanwortel en vul het verder af met wodka. Laat 6 weken warm trekken onder af en toe schudden. Vervolgens zeven door een neteldoek en donker en koel bewaren. Neem een klein theelepeltje voor het slapen gaan. Valeriaantinctuur is ook kant en klaar te koop bij de drogist, volg dan de dosering op de verpakking.
Helemaal goedkoop is om zelf valeriaan (Valeriana officinalis) in je tuin te planten en die te oogsten voor gebruik. Het is een makkelijke vaste plant die ook in de halfschaduw kan en vrij hoog wordt (1,5 m.) Om te oogsten graaf je in de herfst de wortels op en scheurt een klein stukje af om weer terug te planten voor volgend jaar. De rest spoel je goed af en laat je drogen. Bij zonnig weer droogt het al binnen een paar dagen. De kenmerkende geur komt dan al snel vrij. Katten zijn daar gek genoeg dol op. Mijn kat Wurre is er als de kippen bij! (Voor hen kun je wat gedroogde valeriaanwortel in een oude sok doen, succes verzekerd.)
Het fijne aan valeriaan is dat het niet verslavend werkt en het geen dufheid in de ochtend veroorzaakt. Wel wordt aangeraden om het niet langer dan 3 maanden achtereen te gebruiken.

Slaapkussen:

Een slaapkussen is een katoenen of linnen sloopje, gevuld met slaapopwekkende en rustgevende kruiden die je naast of in je kussensloop legt voor een goede nachtrust. De drie belangrijkste ingrediënten zijn hop, lavendel en kamille.
Om deze reden heb ik 2 jaar geleden een (vrouwelijk!) hopplantje gekocht. Het eerste jaar bloeide ze nog niet, maar dit jaar werd ik beloond met een overvloed aan hopbellen. (Prachtig woord vind ik dat, hopbellen, net zo mooi als zeepvlokje.) Rond eind augustus kun je gaan oogsten als de bellen licht en droog aanvoelen. Knip de lange scheuten af en laat ze een à twee weken in een goed geventileerde ruimte hangen, liefst niet in direct zonlicht vanwege het verkleuren.
Hou een handvol apart en vries de rest in. Hopbellen verliezen hun slaapopwekkende kracht na een tijdje dus door invriezen heb je altijd verse bellen in huis. Hop is een vaste plant die zich in het najaar helemaal terugtrekt om in het voorjaar weer op te komen. Het is een snelgroeiende klimmer die om te kunnen bloeien voldoende zon moet hebben. Een warme plek met klimmogelijkheden is een vereiste.
(Je kunt natuurlijk ook kant en klaar hopbellen kopen. Zoek daarvoor op internet bij hobbybierbrouwers. Een zakje van 100 gram kost een paar euro, afhankelijk van het soort. Al weet je zo nooit hoe oud ze al zijn.)
Naast hop, lavendel en kamille als ingrediënten voor een slaapkussen zijn er ook varianten met aanvullende kruiden en geuren die beweren om dromen te bevorderen, dan heb je het dus eigenlijk over een droomkussen. Denk bijvoorbeeld aan citroenmelisse, citroenverbena, munt, rozenknopjes, jasmijn, sinaasappel, cederhout, geranium, patchouli. De lijst is dan bijna eindeloos. Google eens op dreampillow en je komt veel voorbeelden tegen, mocht je geïnteresseerd zijn.
De toevoeging van gedroogde iriswortel in zowel je slaap- als droomkussen werkt als geurfixatie. Je kussen blijft dan langer zijn geur behouden.

Wat achtergrond over melatonine, cortisol en de invloed van licht:

Je hebt niet veel boerenverstand nodig om te weten dat slaap goed is voor je. Het is de tijd dat je lichaam rust en herstelt. Melatonine is het stofje wat je lichaam van nature, 's avonds als het licht afneemt, produceert waardoor je slaperig wordt en makkelijker inslaapt. En een kostbaar stofje is het zeker. Melatonine is het krachtigste antioxidant wat we kennen. (Er wordt beweerd zelfs 300x sterker dan vitamine C) Het bevordert het immuunsysteem, beschermt tegen en vertraagt kanker èn vertraagt het verouderingsproces. Dat is nogal wat.
De tegenhanger van melatonine is cortisol. Cortisol bevordert de alertheid, het uithoudingsvermogen en het energieniveau. Het heeft een piekmoment in de ochtend bij het opkomen van de zon. Zo zorgt het ervoor dat je goed wakker wordt. Verder is cortisol het stofje wat vrijkomt bij stress-situaties waardoor je beter kunt reageren en handelen.
Het interessante is nu dat zowel melatonine als cortisol van nature geregeld worden door de aan-of afwezigheid van licht wat in ons oog valt, vooral uit het blauwige spectrum. (Ook wel logisch als je bedenkt dat het dag- en nachtritme allang bestond vóórdat er leven op aarde was. Planten, dieren en mensen zijn ontstaan en geëvolueerd onder invloed van dit ritme en hebben allemaal een eigen biogische klok hierop afgestemd.)
Maar voor de productie van deze stoffen maakt het niet zoveel uit of dat licht nou van daglicht of van kunstlicht komt. Dat betekent dat we met het gebruik van kunstlicht dus behoorlijk wat invloed hebben op ons slaap-waakritme. Zowel in positieve als negatieve zin.  Helaas, denk ik, vaker in negatieve zin.
Naast het ritme van de dag (ochtend, middag, avond, nacht) heb je ook nog het ritme van een jaar (lente, zomer, herfst, winter) waarin lichtsterkte een rol speelt. De natuur houdt zich daar met groei, bloei, oogst en rust keurig aan, maar de mens met de huidige 24 uurs-economie heeft er geen boodschap aan. Licht of donker, zomer of winter, er kan altijd gewerkt worden. Want we hebben licht en we hebben stroom.

Het is niet helemaal realistisch om te beweren dat we voortaan maar weer met het ritme van de zon en de seizoenen moeten gaan leven, maar we moeten wel beseffen dat we ons natuurlijke ritme verstoren zodat we er op z'n minst wat meer rekening mee kunnen houden.
Wie namelijk in schemerige tijden (avonduren of wintertijd) als de natuur ons aangeeft een stapje terug te doen, flink in het kunstlicht blijven zitten (vooral computerschermen produceren veel blauw licht), zorgt er daarmee voor dat het cortisolniveau niet afneemt en het melatoninegehalte niet kan stijgen. M.a.w. je houdt je lichaam kunstmatig in een soort alert-stand wat op de lange duur stresserend werkt op je systeem. Tevens verkort je de positieve effecten die melatonine aan je geeft.
Omgekeerd kan ook. Wie in de winter overdag niet even een wandelingetje maakt in het winterzonnetje (nog altijd de sterkste bron van licht) maar in plaats daarvan binnen achter z'n bureau blijft zitten, heeft aantoonbaar meer last van vermoeidheid of zelfs winterdepressie.
Zowel het licht als de duisternis is dus belangrijk. En zoals de natuur ons dicteert hoor het licht overdag en de duisternis 's nachts.(Onderzoek heeft aangetoond dat bij mensen die in een ploegen- of nachtdienst werken meer kanker voorkomt dan bij mensen met een dagdienst.)

Een paar kleine tips om je melatonine-productie te helpen en op peil te houden: 

Melatonine breekt af bij licht, behalve bij rood licht. 's Avonds dus liever warm gedimd licht in huis zoals kaarsjes, dat staat nog gezelliger ook, en vooral géén computer (tv schijnt minder blauw licht uit te stralen). Doe voor toiletbezoek, babyvoedingen of wat al niet meer midden in de nacht, een rood peertje in de lamp, dan slaap je (en je baby) daarna weer makkelijker in. Sowieso voor inslapen zorg je voor een verduisterde slaapkamer. Zelfs een spleetje onder de deur of een kiertje door het gordijn verstoort de melatonine al. Gebruik desnoods een slaapmasker. Bedlampjes naast kinderbedjes kunnen daarom ook maar beter rood licht geven.
Cafeïne en alcohol 's avonds breken melatonine af. Sommige geneesmiddelen, zoals beta-blokkers ook. Stress zorgt voor een hoog cortisolgehalte en daardoor dus voor weinig tot geen melatonine. Alles wat je dus maar helpt met ontstressen is behulpzaam.

Zoete dromen allemaal!