Pagina's

maandag 24 september 2012

C: Vlierbessensiroop

Het viel best tegen om dit jaar vlierbessen te vinden. De vele struiken die ik kende waren vrij kaal en karig. Of de vogeltjes zich er nu al aan tegoed gedaan hadden of het sowieso een slecht vruchtenjaar is (aardbeien en appeltjes vielen ook al tegen) dat weet ik niet. Heb lang gezocht en uiteindelijk maken vele kleine beetjes ook een redelijke oogst, al ging er wel veel meer tijd in zitten.
Uiteindelijk, na het afrissen van alle bessen met een vork en het verwijderen van de groene besjes, hield ik nog een goede 1850 gram over. Het is altijd belangrijk om na het wassen te wegen hoeveel gram oogst je hebt. Het geeft je uiteindelijk meer inzicht in hoeveel sap dat oplevert.
Doe de bessen vervolgens in een pan en voeg zoveel water toe dat het water net tussen de bessen omhoog komt.
Na 20 tot 30 minuten sudderen zie je dat de bessen open geknapt zijn en hun sap vrij is gekomen. 
Vervolgens moet je de bessen zeven om de pitjes te verwijderen. Ik gebruik daar een handmatige zeefmolen voor die ik ooit voor een paar euro bij de kringloop kocht. Onmisbaar vind ik die, dus mocht je er ooit een tegenkomen dan is het zeker de aankoop waard. (Een oud omaatje die destijds langs kwam lopen en me zag twijfelen trok me over de streep door te zeggen, "Oh, dat is zo'n handig ding, ideaal voor het maken van tomatensoep zonder pitjes.")  Een alternatief is om het door een zeef te drukken met de achterkant van een pollepel, bij een grove zeef moet je dan wel wat kaasdoek gebruiken anders gaan de pitjes er alsnog doorheen. Al met al iets meer werk.
 Dat wat je overhoudt en niet gebruikt is een dikke droge drab met pitjes. (Ik vries dit in en bewaar het voor de vogeltjes voor in de winter.) Maar je kunt het ook op de composthoop gooien.
De besjes en het kookwater leverden me precies 2 liter sap op.
Nu smaakt vlierbessensap naturel helemaal niet lekker. Extra smaak is dus zeker wel nodig. Zelf doe ik er wat citroensap, een kaneelstokje en wat kruidnagelen bij. Voor een winterse smaak, maar het hoeft niet per se.
Suiker is wel onmisbaar. De hoeveelheid is afhankelijk van hoe je je vlierbessen verder wilt verwerken. Als je jam wil maken moet er zeker hetzelfde gewicht aan suiker bij. Voor een gelei gebruik je geleisuiker, ook 1:1. Zoveel suiker is nodig om het te beschermen tegen bederf zodat het in potten langer houdbaar is.
Nou vind ik het persoonlijk met zoveel suiker veel te zoet worden en niet lekker. In m'n siroop gebruik ik dus veel minder en vries het daarna (in kleinere porties) in, om zo bederf tegen te gaan. Er gaat nog wel wat suiker bij (in mijn geval 1/4 deel van de hoeveelheid sap. 2 liter sap = 500 gram suiker) want ten eerste is het anders niet echt lekker, maar ook om een ontdooide portie wat een paar weken in de koelkast blijft staan wat houdbaarheid te geven. Je zou ook honing kunnen gebruiken.

Laat het gezeefde sap met de suiker, kaneel, citroensap en kruidnagelen nog een half uurtje op een heel zacht vuur trekken onder af en toe roeren. Daarna in vriesbakjes gieten en af laten koelen voor het de vriezer in gaat. Vergeet ook niet een etiket met inhoud en datum op de bakjes te zetten!

En dat was het dan.
Wij gebruiken de vlierbessensiroop iedere dag in de winter, vanwege de anti-virale eigenschappen. Een eetlepel in je thee of vruchtensap bijvoorbeeld. In tijden dat ik toch een verkoudheid voel opkomen (mijn zwakke plek) drink ik het zelfs meerdere keren per dag. Dan pers ik een halve citroen uit, rasp een grote dobbelsteen aan verse gember, een eetlepel aan vlierbessensiroop en dan heet water erop. Zo warm mogelijk opdrinken! Hmmm, je zou er bijna verkouden van willen worden!!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten