Pagina's

donderdag 19 september 2013

C: Duindoorn

Afgelopen weekend waren mijn man en ik (en de hondjes) een lang weekend op Terschelling vanwege een bruiloft. Ontzettend leuk, gezellig en supervermoeiend in één. Niet alleen de bruiloft zelf (Ik heb de hele dag gefilmd) en het allemaal bij elkaar zitten in een hotelletje op het strand. Maar ook de zorg voor de hondjes die daarnaast graag (veel) lange wandelingen in de duinen maakten. Jammer genoeg was het erg regenachtig en winderig dus het was zeker slim dat we voor de zekerheid extra droge kleren mee hadden genomen. Flink natgeregend af en toe.

Tijdens een van die wandelingen in de duinen ontdekte ik enorm veel struiken vol met duindoornbessen. En volgens mij allemaal rijp genoeg om te oogsten. Ik kon het niet laten om een paar takjes mee te nemen en uit te gaan zoeken wat ik daarmee kon. Het hele eiland staat er mee vol, zag ik later.
Eenmaal thuis aan de slag gegaan.

Allereerst met het afrissen van de besjes. Dat viel nog niet mee. Afrissen is ook niet het goede woord. Pulken dekt de lading beter. (Een dikke week geleden heb ik een paar kilo aan vlierbessen verwerkt maar dat is een peulenschil vergeleken bij de duindoornbes.) De bessen zitten namelijk erg vast aan de tak, je moet ze er echt stuk voor stuk apart aftrekken. Maar het ergste is toch wel dat die takken vol zitten met erg scherpe doorns, dus het moet allemaal nog voorzichtig ook. De naam had me al aan het denken moeten zetten.
Ik had me al afgevraagd waarom Terschelling de cranberry zo promoot, terwijl de duindoornbessen toch echt veel massaler aanwezig zijn op het eiland.. Nou, volgens mij ligt dat dus aan de verwerking ervan!
De truc schijnt te zijn om de bessen met tak en al in te vriezen tot -40 graden, dan schud je ze er vervolgens zo vanaf. Maar zo diep gaat mijn vriezer niet. Heb het allemaal met de hand gedaan.
Gelukkig (achteraf) had ik me redelijk ingehouden bij het oogsten zelf. Uiteindelijk had ik 385 gram aan besjes over. (Toen had ik er ook al echt genoeg van.)

Ik zette de gewassen besjes met een klein laagje (100ml) water op het vuur en liet ze voor een minuut of 20 zachtjes borrelen onder af en toe roeren. De kleur van de bessen wordt hier bleker van en de schil van de bes, die van zichzelf vrij taai is, een stuk zachter.

Daarna alles door de zeef. Ik vind deze draaizeef echt een geweldig handig ding. Maar het kan natuurlijk ook door een gewone keukenzeef waar je met een pollepel de besjes doorheen drukt. Het hele huis rook heerlijk naar Terschelling!

Tot slot weer terug op het vuur met 150 gram suiker erbij. Ik probeer zelf altijd zo weinig mogelijk suiker te gebruiken maar de duindoornbes is behoorlijk zuur en wrang van smaak. Zonder zoetstof erbij is het echt niet lekker. Wil je er jam van maken dan moet in principe hetzelfde gewicht aan gezeefd sap in suiker erbij. Dat vind ik persoonlijk veel te zoet. Wat ik nu heb gedaan is eerder een soort siroop. De suiker heb ik dus naar smaak toegevoegd, het is nog steeds een beetje zurig en wrang, maar dan op een lekkere manier.
Minder suiker is trouwens meteen ook minder geconserveerd, dus het kan niet echt zo op de plank lang blijven staan. Ik bewaar het voor de zekerheid in de koelkast, dan moet het toch zeker 3 tot 6 maanden kunnen overbruggen.

Het glazen potje plus deksel heb ik natuurlijk wel eerst goed gesteriliseerd. 5 minuten in kokend sodawater, en daarna afgespoeld met schoon kokend water.
Uiteindelijk bracht al het werk me welgeteld precies één potje gevuld duindoornsiroop op!

Ons souvenir aan Terschelling.

Maar dat is dan ook iets speciaals natuurlijk! Duindoorn zit vol met vitamine (A, B1, B2, B6, C) en andere actieve stoffen zoals antioxidanten en mineralen.  Het is een klein immuunsysteemboostertje, en de kleur alleen al zal wel wat zonnig gevoel geven in de donkere wintermaanden.
Als we het al niet eerder nodig hebben.

Op de boot terug hadden we allebei al het gevoel dat er zand achter in de keel zat. Tegen de tijd dat we dichter en dichter bij huis kwamen verergerde zich dat naar echte keelpijn. En al gauw tot méér! Wattig snotterhoofd, brandende ogen, niesbuien, noem het maar op!
Mijn man had de luxe om als een heus vaatdoekje op de bank te blijven liggen voor een paar dagen, maar ik stond net voor m'n eerste cursusweek. Kon al m'n cursisten toch niet meteen teleurstellen? Dus ik heb me zo goed en zo kwaad als het ging naar alle lessen gesleept. Het was zwaar maar het ging nét. Het potje duindoornsiroop nog maar niet aangebroken.. Die koester ik nog even!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten